2017 Middelbeers – Peking

Proloog.

Achteraf. 
 Veel later dan door mij en vele anderen verwacht heb ik mijn dagboek dat ik geschreven heb tijdens mijn fietsreis, MijnVelodroom, van Middelbeers naar Peking nu dan toch maar openbaar gemaakt. De aantekeningen voor dit verslag zijn, zoals dat bij dagboeken gaat, geschreven kort of soms zelfs tegelijk met de momenten dat de gebeurtenissen zich voor deden. Dus ook met de emoties die er op dat moment speelden. Zo koppelde ik bij het maken van mijn aantekeningen de wat mindere momenten vaak aan externe factoren terwijl ik later bij het teruglezen toch moest vaststellen dat ik de oorzaken van de wat minder fijne belevingen soms toch ook wel wat dichter bij mezelf mocht zoeken. En dat vermoeidheid, honger, dorst, slaap te kort, het af moeten wijken van gewoontes, etc .. behoorlijk van invloed zijn geweest op hoe ik het een en ander op dat moment beleefd heb. Deze reis, die me op alle fronten uit m’n ‘veilige omgeving’ haalde is, buiten het fantastische avontuur wat ik beleefd heb, ook een mooie gelegenheid geweest om eens goed naar mezelf en mijn (on)hebbelijkheden te kijken. Bij het uitwerken van het dagboek heb ik mijn oorspronkelijke emoties laten staan en mag de lezer vaststellen of ze door interne dan wel externe factoren aangestuurd zijn.

Vooraf
Het idee voor deze reis is niet van vandaag of gisteren maar is eigenlijk een jeugddroom die door het lezen van vele reisverhalen (o.a. Kuifje in Tibet en de boeken van Frank van Rijn) telkens maar weer versterkt werd.

Na 15 Mei 2017, de dag van mijn pensioengerechtigde leeftijd, is er dan eindelijk tijd om die droom te gaan verwezenlijken. Aanvankelijk dacht ik deze reis in mijn uppie te gaan doen, maar gaandeweg de planning bekroop me toch de angst dat ik de eenzaamheid niet lang al als een positieve ervaring zou beleven. In mijn directe omgeving was er echter niemand voor mijn plan enthousiast te krijgen vandaar dat ik een oproep plaatste op het forum van de vereniging van Wereldfietsers. En warempel vrij snel kwam er een reactie van Wytze van der Molen uit Rinsumageest (Friesland). Uit de eerste emailcontacten bleek al dat we niet alleen qua leeftijd op elkaar lijken maar ook dat we belangstelling hebben voor dezelfde onderwerpen en dat we beiden graag fietsen. Na een bezoek van Wytze aan de Beerzen hebben we vrij snel besloten om de voorbereidingen voor een gezamenlijk vertrek naar Peking te gaan starten. Er komt nogal wat bij kijken om alles goed voorbereid voor elkaar te krijgen. Het materiaal, de route, de planning alles vraagt de nodige aandacht. Maar vooral het verkrijgen van de benodigde visa voor China en Azerbeidzjan is een heel gedoe en geen plezierige bezigheid.

Voor de reis door China hebben we een geldig visum nodig. Gezien de afstand en de daarvoor benodigde tijd zal een normaal visum van 30 dagen niet volstaan en dus hebben we er een nodig die een verblijf van 60 dagen toestaat. Via de geijkte wegen lijkt dat een onhaalbare wens. Tot we in contact komen met een restauranthouder uit Rotterdam, die bereid is om voor ons als bemiddelaar op te treden. Ik zoek hem op in zijn mooie restaurant en bespreek met hem onze wensen. “60 dagen is geen probleem” zegt hij, “dat regel ik wel voor jullie”. Wat wel een probleem is, is dat jullie binnen 2 maanden nadat het visum afgegeven is in China moeten zijn.” Tja, daar heeft hij een punt natuurlijk want in 2 maanden rijden we niet naar China! Samen beredeneren we de mogelijkheden en vinden we de volgende oplossing. In Europa hebben we genoeg aan een geldige ID-kaart dus als we het paspoort met het visum net voor we de Zwarte Zee oversteken in ons bezit hebben, hebben we vanaf dat moment nog 2 maanden de tijd om naar de Chinese grens te fietsen. Dus als m’n dochters Sanne en Reinou onze paspoorten op 12 juni bij hem op zouden kunnen komen halen en zij die daarna per Post Restante naar Constanta in Roemenië zouden sturen dan hebben we alles wat we nodig hebben nog precies op tijd. Ik ga akkoord, geef onze paspoorten, betaal de benodigde bemiddelingskosten en bedank Mr. W. voor zijn nog uit te voeren diensten. Mr. W. bedankt mij voor het vertrouwen en geeft nog een kortingsbon mee voor Sanne en Reinou, die ze op 12 juni in zijn restaurant mogen besteden. Op de terugreis van Rotterdam naar Middelbeers flitsen er allerlei scenario’s door mijn hoofd, of te wel ‘als dat maar goed gaat’.

Het aanvragen van een visum voor Azerbeidzjan willen we uit besteden aan een bemiddelingskantoor in Breda, maar na heel wat uitwisselingen van documenten en hotelreserveringen blijkt dat we dit zelf veel sneller en goedkoper kunnen doen door er via internet een aan te vragen. Of het gedownloade en zelf uitgeprinte visum ons ook daadwerkelijk toegang tot Azerbeidzjan geeft zullen we straks zelf gaan testen.

Onze geplande route zal al fietsend gaan via Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije. Daar willen we vanuit Burgas met de boot Europa verlaten en de Zwarte Zee oversteken naar Batumi in Georgië. Vanuit Georgië gaat de tocht met de fiets naar Azerbeidzjan en met de boot over de Kaspische Zee naar Kazachstan. Door Kazachstan, Kirgizië en Noord-China zal er afwisselend met fiets en trein gereisd worden en zal gepoogd worden om zoveel mogelijk de oude trajecten van de Zijderoute te volgen. Hierbij zullen o.a. de bekende handelssteden als Almaty, Ürümchi, Dunhuang, Jiayuguan, en Lanzhou aangedaan worden. Daarna gaat de route meer noordelijk naar de Mongoolse grens om op zoek te gaan naar de restanten van de The Great Wall die ons uiteindelijk in Peking moet brengen.

En daar …. heb ik een afspraak met een oud Electrical Engineering studente van Fontys , die ons een paar dagen door Peking rond zal leiden en …. verrassing, zal ik op het Plein van de Hemelse Vrede opgewacht worden door Peet en de kinderen, die met het bezoek aan Peking een 10-daagse vakantie in China af zullen sluiten. Samen zullen we dan nog lekker 3 dagen in Peking de hereniging gaan vieren en dan met de reeds geboekte vliegreizen maar weer eens naar Middelbeers vertrekken.

Het vertrek van onze reis staat gepand voor 22 Mei 2017 en de terugkomst op eind oktober 2017. De reis, die we hoofdzakelijk fietsend uit zullen voeren, zal dus ca. 5 maanden in beslag nemen. 5 Maanden op fietsavontuur met een beoogde afstand van zo’n 500 km per week komt dat neer op een te overbruggen fietsafstand van zo’n 10.000 km.

We hebben er zin in en gaan proberen om onze vorderingen en belevenissen per dag via een blog en facebook te delen. Later zal ik dit blog uitwerken tot het nu gepubliceerde dagboek. Dus spring maar achterop en reis via mijn dagboek een beetje met ons mee.

Frans

Kuifje ontmoet Gezegende Bliksem.

Dag 1:   Za. 20 Mei  2017



Rinsumageast
Wytze vertrekt in Friesland en wordt tot aan Kevelaer vergezeld door zoon Ewoud. 

Middelbeers

Ik ben nog druk bezig met het voorbereiden van mijn afscheidsfeestje dat Peet georganiseerd heeft in de Cultuurboerderij in Westelbeers. Mijn fiets wil ik daar bepakt en gezakt neerzetten. Alle bij elkaar vergaarde spullen moeten nu hun plaatsje krijgen in de beschikbare ruimtes van 2 Ortliebtassen voor, 2 achter plus nog een Rack Pack. En verder nog een stuurtas, een frametasje en een zadeltasje. Zelfs de indeling van de tassen heb ik met een paklijst zorgvuldig voorbereid. 

Dag 2: Zo. 21 Mei 2017

Gisterenavond een hele mooie avond gehad met mijn familie en vrienden. (Yes I saw the moon!!She was shining bright). De morele ondersteuningen die de gasten op labeltjes geschreven hebben bulken mijn stuur uit en gaan me zeker helpen. 
Vandaag nog wat laatste spulletjes bij elkaar gezocht en geconstateerd dat er echt niets meer bij mag. 
Morgen vertrekt de Beerse Oriënt Express. De Heeren van Liefde zullen me tot aan Kevelaer vergezellen en moreel ondersteunen. Ben benieuwd hoever Wytze en Ewoud vandaag gekomen zijn. 
Ik zie uit naar onze ontmoeting morgen in Kevelaer.

Dag 3: Ma. 22 Mei 2017
Middelbeers – Kevelaer
83 km

De grote dag van mijn vertrek is aangebroken. Zoon Faas moet gaan werken dus sta ik om half 8 op zodat we nog afscheid van elkaar kunnen nemen. Daarna is het haasten want de Broeders van de Heeren van Liefde komen om half negen en ik moet nog eten, een lunchpakketje maken en nog vlug ’n keer douchen nu het nog kan. De eerste Broeders zijn er al als ik nog onder de douche sta. Het huis loopt in rap tempo vol met familie, vrienden en buren. De spanning loopt op. Nog even een laatste kopje koffie. Van Broeder Matsonius krijg ik in een rood fluwelen zakje zijn bijzondere Franciscus kruisje mee. Peet stopt me ter bescherming een hangertje van mijn moeder toe. En dan … dan is het zover! Nog een laatste knuffel met dochters Sanne en Reinou en een innig afscheid van Peet en dan fiets ik met de Heeren de Margrietstraat in. “Tot oktober als het blad eraf is” roep ik nog naar de uitzwaaiers op de inrit. Het is 09.00 uur mijn droomreis is begonnen.”China here I come!” Langs het Wilhelminakanaal fietsen we via Best,Son & Breugel naar Lieshout waar we voor een koffiepauze aanleggen bij het Dorpshuis. In Gemert leggen we bij zwager Doi, iets later dan afgesproken, aanvoor de tweede koffiepauze. Zwagerin Mariet komt wat later nog net op tijd om ons daar uit te zwaaien. D’n Doi rijdt met ons mee naar Kevelaer en zal daarna weer terugfietsen. Het is prachtig fietsweer en het schiet goed op. Door Venray heen komen we bij het pontje van Blitterswijk waar we op het terras van Tante Jet nog wat drinken. Het is dan nog maar 15 km naar Kevelaer. Om goed 16.00 uur melden we ons bij de receptie van Das Priesterhaus. De kamerindeling is al gemaakt en ik kom bij Broeder Matsonius op de kamer te liggen. Als we daarna een plekje gaan zoeken voor onze fietsen blijkt dat Wytze en Ewoud er ook al zijn. Ze hebben zich nog niet bij de receptie gemeld maar zitten op de trappen van de basiliek op ons te wachten en hebben vanaf daar onze ongetwijfeld‘rumoerige’ aankomst gadegeslagen. Na het inkwartieren en het douchen is het tijd om Kevelaer ’n beetje te bekijken en een eettentje te gaan zoeken. Als oprechte Heeren van Liefde beginnen we met een bezoek aan de basiliek met haar opvallende kleurige behang en begeven we ons naar de kaarsenbak. We branden ’n kaarsje op de goede afloop van de velodroom en staan daarbij ook even stil bijhet droevige feit dat de moeder van Broeder Gerardus, in haar laatste levensfase is aangeland.  Broeder Carpentarius die vanwege een liesbreuk niet kan fietsen sluit zich bij ons aan. Omdat we zowel dorstig als hongerig zijn zoeken we voor de warme hap ein Biergarten op waar de meeste Broeders de Erdingers, al dan niet gecombineerd met wat grappa’s, goed laten smaken. Op de kamer met Broeder Matsonius wordt niet lang meer nagebuurt. Het bier heeft zijn werk gedaan. Morgen gaan er 2 verder en 6 terug.

Dag 4: Di. 23 Mei 2017
Kevelaer –  Stürzelberg
105 km

We zijn al vroeg wakker. Vandaag gaat het voor mijn gevoel dan ook pas echt beginnen. Om kwart over 8, we hebben de fietsen dan al bepakt en bezakt, schuiven we aan bij het ontbijt. We nemen het er goed van en eten een paar boterhammen meer dan we gewend zijn. We rekenen onze kamers die € 36,00 per stuk kosten af en dan zijn we klaar voor vertrek. Nadat we afscheid genomen hebben van Ewoud en de Broeders trappen Wytze en ik om goed 09.00 uur de weg naar China in. Het is prima fietsweer. De wind staat gunstig en de zon schijnt er vrolijk op los. Via de GPS route rijden we naar Rheinberg om daar verder te gaan via de Limesroute. Wytze heeft het Limesboekje op zijn stuur en moet nog even wennen aan de aanwijzingen. Hij is niet gewend om uitgezette fietsroutes te volgen. Ondersteunt door mijn GPS en de vele opgeplakte Limesstickers is de route echter goed te volgen. Echt dicht in de buurt van de Rijn komen we niet te fietsen. Er is daarvoor helaas te veel industrie op de rijnoevers. Na 105 km gaan we zoals gepland in Stürzelberg op zoek naar de camping. Die vinden we vrij snel. Er is helaas geen winkel dus moeten we even terug naar het dorp om bij de Lidl, de favoriete winkel van Wytze, ons avondeten te kopen. Onze eerste op de benzinebranders gekookte maaltijd wordt een soort van pasta met als voorafje een tomatensoepje. Na de douche sluiten we deze eerste fietsdag af met een fles Erdinger voor mij en een Radler voor Wytze.Om 22.30 liggen we er al in. Door het gepieker en getwijfel de laatste dagen hebben we beiden nog een flinke slaapachterstand in te halen.

Dag 5 :          Wo.   24 Mei 2017
Stürzelberg – Rolandswerth 
87 km

Mijn eerste tentovernachting is goed gelukt. Het is altijd wel weer even wennen om op een dun matrasje te slapen en dus ben ik wel een paar keer wakker geworden. Om half acht als we opstaan ben ik toch redelijk goed uitgerust. Het in- en bepakken is nog geen automatisme. Om kwart voor 10 zijn we op pad. We spreken af tussendoor wat vaker te stoppen voor een drankje of wat te eten. Onze eerste stop is bij de dom in Keulen  waar we koffie gaan drinken en even de Dom gaan bekijken. Even voorbij Keulen doen we onze inkopen voor de lunch en ook al voor het avondeten. Er is helaas nog steeds veel industrie. Af en toe fietsen we wat dichter tegen de rijn aan. Bij Bonn eten we nog een banaantje en zijn daarna eindelijk het Ruhrgebied uit en gaan we het Siebengebirge in. Het landschap begint al een beetje te glooien en is dus meteen veel mooier. In Rolandswerth vinden we onze camping. Met de in Keulen gekochte spullen proberen we een goede maaltijd te koken maar dat valt een beetje tegen. Morgen beter opletten wat we kopen tenminste als de winkels open zijn, want morgen is het, jawohl, Himmelfahrtstag !!

Dag 6 :          Do. 25 Mei 2017
Rolandswerth – Koblenz
57 km

Alle twee hebben we slecht geslapen. Er was veel rumoer op de camping. Wytze is er zelfs een paar keer uit geweest om bij de tent tegenover ons te vragen of het niet wat stiller kan. Hij heeft zich zo geërgerd dat hij er ‘s nachts nog een Engelstalig gedicht over gemaakt heeft en dat hij ’s morgens voor we vertrekken nog aan de tent van de ‘herrieschoppers’ hangt. Maar ook de vele passerende treinen hebben ons voortdurend wakker gehouden. Om half zeven is er plotseling een heleboel kabaal. Onze tent staat vlakbij het fietspad waar een vrouw dooreen hond wordt aangevallen. Ze schrikt zo dat ze valt en zich lelijk bezeert.Een man die onmiddellijk te hulp schiet belt zelfs der Notartz. Gelukkig constateert die vrij snel dat de schade wel meevalt en de vrouw zelfstandig verder kan. Om half 10 zijn we weg. Ons einddoel  voor vandaag is Koblenz. Geen lange etappe zodat we tijd genoeg hebben om de Deutsche Ecke te gaan bekijken. Om goed halftwee zijn we bij de camping en hoewel die vol is mogen we met onze kleine tentjes gelukkig toch blijven. Als we de tentjes hebben staan gaan we te voet naar de overkant van de Moezel naar het oude centrum van Koblenz. Koblenz is een aardig stadje waar we enkele kerken bekijken en natuurlijk ook het potsierlijke en zeer lelijke gedenkteken van Kaiser Wilhelm, symbool voor de Duitse eenheid. Dit monument staat precies tussen de Rijn en de Moezel in. Deze plek wordt ook wel de Deutsche Eck genoemd. Zoals al verwacht  zijn de winkels vanwege Hemelvaartsdag gesloten en kunnen we dus geen avondeten kopen. Gelukkig is het restaurant bij de camping wel open. Ik eet er prima en drink er nog een lekker biertje bij.Wytze is minder enthousiast en vindt de kosten van het restauranteten niet terug in de kwaliteit en de hoeveelheid en klaagt erover dat hij niet “zat” is.“Niet zat zijn” is Fries voor niet genoeg gegeten te hebben. Als we bij de tent komen komt er net een groep motorrijders aan die in de trekkershutten pal achter onze tenten hun intrek nemen. Als ze met bierflessen in de hand even later naar de kantine wandelen vrezen we voor onze nachtrust maar dat blijkt de volgende morgen dus nergens voor nodig te zijn geweest.

Dag 7:      Vrij.  26 Mei 2017
Koblenz – Heidenfahrt
90 km

Omdat de winkels gisteren op Hemelvaartsdag gesloten waren hebben we ook geen ontbijt kunnen kopen. Gelukkig is er tegenover de camping een supermarkt en kunnen we de dag toch beginnen meteen goed ontbijt. Ook voor de lunch doen we dan meteen onze inkopen. Het is al vroeg warm,  maar de route, die dicht tegen de Rijn aan loopt is prachtig. Mooie bergen met oude kastelen aan de overkant en vele kleine dorpjes. Op de Rijn varen veel vracht- en rondvaartboten waarmee we in gelijke snelheid stroomopwaarts fietsen.  Als we pauzeren wordt er belangstellend naar onze fietsen met zoveel bagage gekeken. “Waar gaan jullie toch naartoe?” “Naar Peking” zeggen we dan in koor. De belangstelling slaat om in verontwaardiging en boos lopen de mensen weg. “Stellen we een geïnteresseerde vraag en dan krijg je zo’n stom antwoord!” zien we ze denken. We kijken elkaar aan met een blik van: “Ze geloven ons niet of ze geloven niet dat wij daartoe in staat zijn”. Nou wij wel!!! 
De tocht gaat tussen de bergen verder langs de rivier en komt langs de veel bezongen rotspunt de Loreley. In Heidenfahrt vinden we rond half 5 een camping. Het is er druk. Vandaag eten we spaghetti met goulash en erwtjes met worteltjes en wat rauwkost. En … een yoghurtje! Het lievelingseten van Wytze.

Dag 8:      Za. 27 Mei 2017
Heidenfahrt – Offenbach Bürgel
73 km

We fietsen vandaag weer veel langs het water. Eerst nog tot Mainz langs de Rein en vanaf Mainz langs de Main. Het is opnieuw een hele mooie route die gelukkig, omdat de zon er weer flink zin in heeft, voor een groot gedeelte door een bosrijke omgeving gaat. We fietsen langs Frankfurt  maar wel aan de overkant van de Main. Het is er heel druk op het fietspad in verband met Bundesliga roeiwedstrijden op de Main. Er liggen veel grote 8- persoons roeiboten in het water en op de oever zijn er veel terrasjes en eettentjes. Het leek wel wat op een openluchtbeurs. Op onze volbepakte fietsen slingeren we ons door het rondwandelende publiek. Even voorbij de drukte komen we in Offenbach waar we in de wijk Bürgel gaan kamperen. Terwijl we nog druk bezig zijn met het opzetten van de tentjes is erbij de buren ineens een hoopgedoe. Een jongen die behoorlijk onder invloed is van waarschijnlijk drugs en/of alcohol valt voor hun kampeerbusjes op de grond. Hij kan niet meer op zijn benen staan. Tegen de buren brabbelt hij dat hij “unser Freund ist”!! Zij kijken ons vragend aan maar merken dan toch wel dat wij de jongeman absoluut niet kennen en roepen er de eigenaresse van de camping bij. Die stuurt de jongeman weg en dat wil hij wel doen maar hij kan niet meer op zijn benen staan en valt met zijn fiets midden op de straat hard tegen de grond.Uiteindelijk moet de Notdienst er aan te pas komen en wordt hij met een busje afgevoerd. Voor onze boodschappen hoeven we maar even via een houten brug de Main over te steken en dan zijn we al bij een supermarkt. Omdat er morgen,zondag, geen winkels open zijn slaan we voor 2 dagen in. Na het eten gaan we nog even naar het campingterras voor een biertje en een Radler. We horen een gezelschap Nederlands praten. Ze hebben onze volgepakte fietsen gezien en zijn nieuwsgierig naar onze plannen. We schuiven bij ze aan en praten over hun en onze bezigheden.  De schippersvrouw, een oud-Hulselse vertelt dat ze in een caravan op de camping wonen en van daaruit als schipper en kok op een party- rondvaartboot in Frankfurt werken. Wij vertellen over onze fietsplannen. Ze zijn onder de indruk en willen daar onder het genot van nog meer bier nog wel even met ons over kletsen. Voor ons is het echter al weer bedtijd dus bedanken we vriendelijk voor het aanbod en zoeken onze slaapzakken op.

Dag 9:           Zo. 28 Mei 2017 
Offenbach Bürgel – Miltenberg
87 km

Het is zondag en daar worden we in elk dorpje dat we passeren door  der Pfarrer goed aan herinnerd. Overal worden we met klokkengebeier ontvangen. Bij Seligen-Stadtmoeten we met een pontje de Main over. Voor we oversteken gaan we even het stadje in voor een koffiepauze. Het is er druk en we horen een fanfare kerkmuziek spelen. Er lopen ook veel jonge kinderen, begeleid door hun familie,rond in mooie kleren en met een boeketje bloemen. Het is de dag van hun Plechtige Communie? We lopen naar de basiliek en komen dan uit bij een openluchtmis die bijna ten einde is. We kijken het even af en gaan na de plechtigheid nog even de kerk in. 4 mannen in mooie pakken bewaken daar een zilveren kist. Wat er in zit weten we niet maar het ziet er wel ‘belangrijk en heilig’ uit. We lopen nog even door en paar mooie straatjes en steken dan met het pontje de Main over. Het is een mooie maar ook weer hete dag. Als we door het open veld fietsen voel je de zon branden. Het is zeker 35 graden! Maar goed dat we veel water meegenomen hebben vanmorgen. In Aschaffenburg komen we in een optocht terecht. We fietsen even met de stoet mee op en zwaaien ook maar naar het enthousiaste publiek. Voorbij fietsen wordt door de brandweer verhinderd. Via een omweggetje kunnen we de stoet toch passeren.  Rond half vijf arriveren we op een mooie aan de Main gelegen camping in Miltenberg. Het was opnieuw een mooie dag. Heet maar toch weer 87 km dichter bij Peking! Als we ’s avonds op een terras een lekker koud biertje drinken horen we dat Dumoulin de Giro gewonnen heeft. Nu wij nog! Na het eten lopen we nog een rondje door de Altstad.

Dag 10:        Ma.  29 Mei 2017
Miltenberg–Münster(Creglingen)
92 km

Voor we bij de iets verderop gelegen Lidl ons ontbijt gaan kopen fietsen we nog even terug naar de Altstadt van Miltenberg om nog wat foto’s te maken. Miltenberg is een aardig stadje met oude vakwerkgevels maar de honger naar eten is zo vroeg op de dag toch groter dan die naar cultuur. 1-0 voor de Lidl zullen we maar zeggen. Het Lidl ontbijteten we op een bankje langs de weg op. Na Miltenberg volgen we het dal van de Erfa en krijgen we tot Hardheim onze eerste serieuze klim van 20 km. Wytze klimt duidelijk veel sneller dan ik. Hij probeert tijdens de klim de snelheid erin te houden terwijl ik meer vasthoud aan het trap tempo. Ik lig dan ook al vrij snel zo’n 50m achter. Niet leuk, maar ik beloof mezelf om niet te gaan forceren en mijn zwakke rechter knie niet te zwaar te gaan belasten. Ieder rijdt dus op z’n eigen tempo naar boven. Opnieuw is het weer een hele mooie route. Veel groen koren, maar ook hellingen vol druiven. Om echt van het landschap te kunnen genieten is het echter veel te warm. De 4 liter water die we standaard op de fiets meezeulen, blijken niet genoeg om onze dorst te stillen. De bidons moeten regelmatig bijgevuld worden. Na 92 km eindigt deze warme etappe op een camping in Münster, 3 km voorbij Creglingen dat gelegen is aan de Romantische Straße. Omdat de brander van Wytze niet goed werkt koken we onze avondmaaltijd op 1 pitje. Gaat ook wel maar we zijn wel pas om half 10 als het al donker aan het worden is klaar met eten en afwassen. De lucht betrekt! Zullen we het droog houden vannacht? We nemen ons voor om ’s morgens voortaan eerder te vertrekken.

Dag 11:         Di. 30 Mei 2017
Münster(Creglingen)-Günzenhausen
84 km

Vannacht hebben we ons eerste buitje op het tentdak en de was gehad. De waterdichtheid van de tenten is goed, maar onze was is dus niet droog. Voor een droge outfit moeten we dus even dieper onze tas in. De dagetappe begint met een aantal flinke klimmen die ons uiteindelijk naar een hoogte van 750 m brengen. In het mooie plaatsje Rothenburg zitten we na wat stevig klimwerk weer op de Limesroute. Het is vandaag gelukkig niet zo warm als de afgelopen dagen. Als we op de Marktplatz in Rothenburg aan de koffie zitten wordt het ineens steeds drukker. Hordes Chinezen met selfiesticks posteren zich op de markt en lijken ergens op te wachten. Om 12 uur weten we wat dat is. De klok slaat en .. dan gaan er links en rechts van de klok ramen open waar een pop achter staat. Wat er achter het linker raam stond weet ik niet meer maar de figuur achter het rechter raam dronk een grote pul bier leeg. Als het schouwspel voorbij is gaande ramen dicht en gaat iedereen weer verder met het bezichtigen van de stad. Wij ook nog even, maar zitten ook alweer snel op onze fietsen. Ondersteund door een lekker rugwindje fietsen we heerlijk door een glooiend landschap langs de mooie groene velden. En zo arriveren we mooi op tijd na 84 km op Camping Herzog aan de Altmühlsee in Günzenhausen,.

Dag 12:         Wo. 31 Mei 2017
Günzenhausen – Eichstätt
91 km

De buren met hun E-fietsen zijn al vroeg aan het rommelen dus ook wij zijn alle twee al vroeg wakker. Om kwart over negen fietsen we de camping al af. Even wat draaien en keren om de route te vinden en te beginnen aan zoals we dachten een vlakke etappe. Maar dat valt toch anders uit.  We krijgen meteen 2 stevige klimmetjes voor de wielen en ook een paar ferme afdalingen die ons een snelheid van over de 55 km/uur opleveren. We beginnen de dag met bewolkte luchten. Later op de dag komt de zon weer tevoorschijn. Bij een Aral pompstation proberen we wasbenzine te kopen voor onze brander maar dat kennen en hebben ze niet. Wytze noemt het “Kochbenzin”maar als ik dit in het D-N online woordenboek intype blijkt dat geen Duits woord te zijn. Het is gewoon Waschbenzin. Geen wonder dus. Ik tank daarom maar wat Euro 95 in mijn benzinekruikje.  Er kan voor € 0,54 in. Als ik die af ga rekenen kijkt de kassamevrouw verbaasd op. “Wo haben Sie die Benzin eingetan?” “In eine Flasche”: zeg ik. En toen kreeg ik me toch een preek mee. UNVERANTWORTLICH!!! Dat is verboden! Dat mag helemaal niet! U bent zeer onverantwoord bezig! Wat als er kinderen uit die fles gaan drinken?? Sie sind UNVERANTWORTLICH!!! Oei , ze is echt boos op mij. Ik probeer de grote onschuld uit te hangen maar dat heeft geen vat op haar. Blijkbaar is het in Duitsland bij de wet  verboden om benzine in een fles te vervoeren. Ik probeer nog te zeggen dat het om een officiële goedgekeurde benzinefles gaat maar dan blijkt mijn Duits toch te zwak om dat goed uit te leggen. Unverantwortlich!! blijft ze maar herhalen. Ik verontschuldig me maar ook dat helpt niet! UNVERANTWORTLICH bin ich und bleib ich. Ik bied nogmaals mijn ongemeend excuus aan en betaal de 54 eurocent. Zo, we kunnen in elk geval weer koken. Door vele mooie, oude goed bewaard gebleven stadjes vervolgen we onze tocht. Er is in Duitsland toch wel veel moois bewaard gebleven. Prachtig. Het laatste deel van de route volgt het riviertje de Altmühl en brengt ons naar Eichstätt. Er is daar aan de oever van het riviertje een simpele camping. Het contrast met de camping van gisteren is groot. De prijs voor een overnachting zowat gelijk. Het zelf gekookte eten smaakt goed al zijn onze pannen wel wat aangekoekt en daardoor voor de rest van hun leven getekend. Tja, …. dat krijg je nou als je je onverantwoord gedraagt.

Dag 13:         Do. 1 Juni 2017
Eichstätt – Prunn
80 km

Lekker geslapen vannacht. We zijn al vroeg wakker maar toch is het al half 10 voor we onze route langs de Altmühl weer voortzetten. We fietsen veel over gravelpaden en klimmen af en toe over korte steile klimmetjes. Het is feest vandaag! Wytze en Catrien zijn vandaag precies 44 jaar getrouwd en dat gaan we vieren. Om elf uur zitten we op een terrasje met een warme Apfelstrudel, bolletje ijs en grote tassen koffie. Lekker! Alles is lekker vandaag. We sturen een foto van deze traktatie vergezeld van de felicitaties op naar Catrien. We rijden daarna de hele dag door een breed dal dat zich tussen de heuvelruggen door slingert. De natuur wordt iets ruiger met hier en daar mooie uitstekende rotspunten waarop dan een oude burcht prijkt. Zo ook in Prunn, dat voor vandaag onze eindbestemming is. We kamperen zowat onder de burcht op een boerderijcamping. Qua sanitair een beetje oude meuk allemaal, maar wel heel mooi gelegen aan het kanaal dat de Altmühl verbindt met de Donau. Bij het douchen laat ik mijn horloge van de wastafel vallen waardoor het glas volledig versplintert. Het horloge kan direct de prullenbak in.  Na het eten drinken we nog een lekker pilsje op het 44-jarig huwelijksjubileum van Wytze en Catrien en krijgen we er nog 2 Duitse buren bij die een oefenrondje doen op een tandemtoerfiets. Over het kanaal vaart er af en toe een luidruchtige partyboot. Het Duitse stel sluit onze feestelijke dag af door ons met een mooi accent “Slaap lekker” te wensen.

Dag 14:         Vrij. 2 Juni 2017
Prunn – Straubing
100 km

Om half 10 zijn we weer en route.Er staan voor vandaag geen beklimmingen op het programma. We fietsen langs het Main-Donau kanaal die de Altmühl met de Donau verbindt. Bij Kelheim rijden we ineens zonder het in de gaten te hebben langs de Donau die daar naar het noorden buigt en ons naar de mooie stad Regenburg brengt. Via een poort en een brug rijden we de stad in, maar de route gaat niet echt door het centrum heen. Hoewel de grote dom, die mooi boven het stadje uitsteekt er zeer uitnodigend bij staat gaan we er niet naar toe. We hebben nog te veel kilometers te gaan voor onze eindbestemming. Ook vandaag loopt de route weer over kilometerslange gravelpaden die door het gemis aan regen veel stof op doen waaien. Onze fietsen en tassen zijn helemaal grijs van het stof. We passeren wel een wasstraat maar Wytze is bang dat er water in de lagers komt dus spuiten we ze daar toch maar niet af. Na Regensburg kan deel 1 van de Limes route in de tas en gaan we verder met deel 2. Boven op een bergtop staat er een imitatie van het Griekse Parthenon uit Athene. Het wordt de Walhalla tempel genoemd en werd daar in 1820 gebouwd door ene Koning Ludwig van Beieren. Het is een groot ding dat daar eigenlijk niet thuishoort. Bij Straubing komen we op een grote camping met een groot grasveld terecht. Wat gaat de tijd snel! Vooral als je die net als ik gisteren uit m’n handen heb laten vallen. “KLETS” daar lag m’n Prismahorloge op de oranje tegeltjes van het douchehokje. Het glas splinterde alle kanten op.  Zonder de tijd bij de hand vind ik ongemakkelijk dus er zal een nieuwe gekocht moeten worden. En wat hebben ze bij de Aldi in Straubing in de aanbieding? Juist een fitnesshorloge annex hartslagmeter,alarm, hoogtemeter, stappenteller en nog veel meer. Kosten : € 14,00. Maar….. hij moet nog wel op tijd gezet worden en er zitten wel 4 knoppen op. De Aldi aardappelkoeken en een mix van kip met tortellino en nog een yoghurttoetje na smaken ons goed. Daarna ben ik nog wel even zoet met het op tijdzetten van mijn nieuwe horloge dat bij het indrukken van de knopjes blijkbaar heel irritant piept. Tenminste dat zegt Wytze want ik heb geen piep gehoord!! Uiteindelijk is het als de camping al in diepe rust is gelukt om mijn nieuwe klokje op de juiste tijd te zetten, maar hoe het precies allemaal werkt weet ik eigenlijk nog niet. Nergens meer aankomen dus.

Dag 15:         Za.  3 Juni 2017
Straubing – Irring
94 km

Vandaag rijden we de hele dag langs de, door de velden slingerende, Donau. Soms klopt het Limesboekje niet met de GPS-route. De GPS-route is waarschijnlijk wat verouderd en stuurt ons soms over nu doodlopende straten op een industrieterrein. Wytze heeft moeite met het lezen van het routeboekje dus af en toe moeten we de route zelf zien te vinden. Als we door de kleine stadjes fietsen kijken we uit naar winkels die mogelijk slaapmatrasjes verkopen. Die van Wytze heeft namelijk vannacht zijn laatste adem uitgeblazen. Als we in Bogen bij een klein terrasje aan de koffie zitten tipt de serveerster ons om naar een outdoor-winkel in het centrum te fietsen. De winkel is snel gevonden maar helaas ze verkopen er eigenlijk alleen maar outdoor-kleding. Op de vraag:”Haben Sie ein selbst aufgeblasenen Matratse?” Sturen ze ons door naar een sportzaak van Inter. Bij Inter is het uitverkoop en warempel ze verkopen er zelfs ook selfinflating matrasjes. Wytze is gered en klaart helemaal op. De route verloopt verder probleemloos en kent ook geen echte bijzonderheden. We slingeren de hele dag met de Donau mee door de Beierische velden en luisteren bijna onophoudelijk naar het geroep van de koekoek die ons al sinds we in Duitsland fietsen vergezelt. Onze camping, Camping Dreiflüsse, ligt bij Irring, zo’n 500 m van de route af. Op het terrein is zelfs een Lourdesgrot! Er zijn daar veel Nederlanders. Vol ongeloof horen ze onze plannen aan en wensen ons heel veel succes. Ze vinden ons toch wel heel stoer. Het avondeten hebben we onderweg al ergens ingeslagen. Voor 2 dagen zelfs omdat het morgen alweer zondag is. We laten het ons goed smaken. Voor de knabbel hebben we voor vanavond een doosje dadels klaarliggen. Ook lekker.

Dag 16:         Zo.  4 Juni 2017
Irring – Ottensheim
98 km

Wytze heeft niet lekker geslapen op zijn nieuwe bedje. Hij moet nog wennen aan het nieuwe ding en was bovendien al vroeg wakker omdat de buren al vroeg aan het inpakken waren. Hij hoort elk geluidje en raakt daardoor zo geïrriteerd dat hij niet meer aan slapen toekomt.Ook wij staan dan maar vroeg op en zijn dus mooi op tijd weg. De buurman zwaait ons hoofdschuddend na en roept: “Respect, respect!!! Na zo’n 13 km komen we in Passau aan. Omdat we gisteren Regensburg ook al niet bezocht hebben en we dacht ik afgesproken hadden dat we wel even naar het centrum van Passau zouden fietsen, fiets ik de weg naar het centrum in. De bestrating van die weg is echter van kinderkopjes gemaakt en dat is voor Wytze in combinatie met zijn slechte nachtrust toch iets te veel van het slechte. Hij wil zo snel mogelijk terug naar het fietspad bij de Donau en niet meer naar het centrum. Okay! Jammer! Ik had graag even door het centrum gefietst en daar wat rondgekeken en op een terrasje een kopje koffie gedronken, maar het humeur van mijn fietsmaatje staat het helaas niet toe. Dus dan maar zo snel mogelijk naar de brug om de Donau over te steken. Even lijkt het oversteken niet mogelijk vanwege werkzaamheden aan de brug maar gelukkig is er voor fietsers toch nog een smal paadje vrijgehouden. Ik herken de weg nog wel van vorig jaar toen ik er met Peet aan de fietsvakantie naar Hongarije begon, maar dat we zo lang langs een drukke weg moesten fietsen ben ik alweer vergeten. Omdat er geen koffie was in Passau proberen we die ergens langs de route op te doen. Helaas valt dat nog niet zo mee omdat de terrassen nog niet open zijn. Het is vandaag Pinksteren dus daarom zijn ze wellicht wat later open? We fietsen een nog niet open terras op. Gelukkig zijn ze bereid om voor ons de openingstijd wat aan te passen en de koffie aan te zetten. “Waarom zijn er toch zo weinig fietsers op de route?” vragen we aan de serveerster. Ze wijdt het aan de harde wind. Het waait wel wat maar voor ons is het mooi fietsweer. Onderweg naar de Oostenrijkse grens die verder van Passau ligt dan ik dacht passeren we Sisi, de waternimf. We gaan op het beeld zitten en zijn selfie’s aan het maken als er een jong Australisch stel naar ons toe komt lopen. Ze zien onze fietsen en zijn heel benieuwd naar onze fietsplannen. Het meisje vindt alles awsome en zet ons samen met de nimf op de foto. En dan zijn we ineens in Oostenrijk. Een klein opeen boom gespijkerd bordje is alles wat de landswisseling kenbaar maakt. Na het passeren van de grens loopt de prachtige route vlak langs de Donau. Bij Schlögen steken we met een klein pontje de Donau over en eten daar op een bankje onder het genot van een prachtig uitzicht onze lunch op. De lucht betrekt echter vrij snel en even later voelen we de eerste druppels van onze tocht. De regenjassen moeten aan. We fietsen nog wel even verder maar dan schuilen we toch maar even onder het overstek van een boerderij. Daarna blijft het nog een hele tijd druilerig. De omgeving is er echter zo mooi dat daar geen regenbuitje iets aan kan bederven. Bij Ottensheim steken we met een hele oude Kabeldrahtboot de Donau weer over. Ik herken de overkant meteen. “Daar hebben we vorig jaar gegeten” en “ik weet nu ook de weg naar de camping”. We rijden recht naar de camping toe. Er is niets veranderd en ook nu is er niemand bij de boerderij om ons aan te melden, dus doen we dat morgenvroeg wel. We zetten onze tentjes precies op dezelfde plaats neer als waar ik vorig jaar met Peet kampeerde. Alles wat we nog aan etenswaren bij ons hebben eten we op.

Dag 17:         Ma.  5 Juni 2017
Ottensheim – Grein
76 km

Ook vandaag zijn we alweer vroeg wakker.  We hebben gisteren alles opgegeten dus is er geen ontbijt en ook op de camping is er niets te koop. Het meisje op de receptie waar we de overnachting mee afrekenen denkt dat er in het dorp ook niets open zal zijn en stuurt ons door naar een pompstation iets voorbij het dorp. Met een lege maag fietsen we dus het kampeerterrein af. Als we bij de kerk in het dorp aankomen zitten er warempel al mensen op het terraswaar ik vorig jaar met Peet ontbeten heb te eten. Ik parkeer meteen mijn fietsen we bestellen daar dan een heerlijk ontbijt met broodjes, kaas, ham, jam,honing, ei en nog wat rauwkost. Zo luxe hebben we het al een tijdje niet meer gehad. We lopen nog even de kerk in en beginnen dan aan de tocht voor vandaag. Na een half uur komen we langs de benzinepomp waar het meisje van de receptie het over had met daarbij een Sparwinkel. Alles wat we maar nodig hebben voor een goede lunch slaan we daar in. Terwijl we de heuvels uitrijden zien we de volgende heuvelrug al dichterbij komen. Bij een kiosk eten we onze lunch op en leggen even later nog bij een kapelletje aan voor een daar verkrijgbare “verlängerte” koffie. Wytze wil niet over Mauthausen dus nemen we de alternatieve route over Enns. We komen echter ook niet in Enns maar pakken een binnendoortje naar Enghagen en komen dan weer bij het pontje uit dat ons over de Donau toch weer naar Mauthausen brengt. Om half 4 zijn we al op de camping in Grein waar ik vorig jaar met Peet ook gekampeerd heb. Het is wasdag vandaag.Met een beetje hulp van zon en wind, en beide zijn er vandaag, hebben we dan voor de donker alles nog droog en gestreken. We slapen vandaag in Grein onder het kasteel.

Dag 18:        Di. 6 Juni 2017
Grein – Stein
92 km

Wytze heeft opnieuw niet goed geslapen. Hij heeft veel last gehad van de verkeersdrukte en is slecht gehumeurd. Ook zijn tent blijft veel te lang nat naar zijn zin. Toch zitten we wel weer mooi op tijd op het zadel. Recht voor de camping kun je met een bootje naar de overkant van de Donau en hoef je niet terug te fietsen naar de brug. Dit is voor Wytze echter geen optie! Voor de boot moet je betalen, de brug is gratis en we fietsen toch graag!!?? , dus gaan we over de brug! Het is heerlijk fietsweer en de wind neemt ons in een lekker tempo mee. Bij Ybbs loopt de gps-route door het centrum. Dat lijkt me een mooie plek om even te stoppen voor een kopje koffie en wat rond te kijken, maar Wytze wil er nog niet aan. Hij wil per se het routeboekje volgen waarin de route langs het centrum afloopt.Gelukkig is er even verder als we zo’n 30 km gefietst hebben ook nog een terras dus stel ik voorzichtig voor om daar dan even te stoppen. Helaas vindt Wytze het geen inspirerende plek en dus fietsen we toch maar weer verder. Ik kan het niet laten om even aan te geven dat ik fietsen leuk vind maar dat de pauzes eigenlijk de tocht pas leuk maken omdat er dan tijd is om wat met elkaar te praten. Even verder komt er heus nog wel een gelegenheid om te stoppen zegt Wytze. Maar er komt niets. Pas na 40 km is er eindelijk iets. We zeggen niet veel tegen elkaar en het is duidelijk dat we na zo’n 3 weken, waarin we 24 uur per dag met elkaar optrekken, onze irritaties aan elkaar willen laten zien. In de stiltes begin ik een beetje inzicht te krijgen in Wytzes voorkeuren, nl.:     
1. Zoveel mogelijk op de geplande route blijven.
2. Minstens 25 km gefietst hebben voordat er sprake kan zijn van een pauze
3. Terrasjes zijn duurder dan winkels dus alleen stoppen bij een terras als er echt geen winkel in de buurt is
4. Nooit gebruik maken van de eerste mogelijkheid want er kan nog een betere komen.                                     Ik neem me voor om daarop te anticiperen door tijdig en duidelijk aan te geven wat ik graag zou willen en indien we alle twee iets anders willen niet te drammerig te zijn. In Melk prijkt er een nogal protserig kasteel boven het stadje uit. Er tegenover staat op een Audi een raar kunstwerk dat opgebouwd is van houten balken. Ik stel voor om ook even het dorpje in te gaan om daar wat brood te kopen. Hoewel Wytze wat tegenpruttelt rij ik, mijn goede voornemens ten spijt, toch het stadje in en stop daar bij een bakker die zelfs honing, verkoopt. Ik ga de winkel in maar we kopen er niets. Wytze heeft een allergie voor speciaalzaken en vindt dat we voor levensmiddelen maar naar de goedkopere supermarkt moeten gaan. Er is echter geen supermarkt in het dorpje. Uiteindelijk fietsen we zo’n 10 km om om onze inkopen te kunnen doen. Op zoek naar de oorspronkelijke route komen we op een industrieterrein langs een doe-het-zelf zaak.  Wytze denkt daar wel aan ‘Kochbenzin’ voor het kooktoestel te kunnen komen. Ik blijf buiten wachten. Na een kwartier komt hij zonder wasbenzine boos naar buiten. Het personeel is dom en het bedrijf deugt niet. We fietsen daarna een tijdje in een stug tempo verder. Er wordt niets gezegd en het is wel duidelijk dat er iets wringt. Ik probeer ter afleiding nog wat over mijn toneelervaringen met de Rockopera “Le Moulin Rouge” en de film “In Naam van de vader” te vertellen, maar het is door zijn koele reacties wel duidelijk dat hem dat nu niet interesseert. Wat er precies speelt weet ik niet. Ik houd het maar op de opgedane slaapachterstand want eenmaal aangekomen op de camping van Stein,vreest hij, gezien de drukte en de plaats dicht bij de ingang, voor opnieuw een slechte nachtrust. Als we zitten te eten begint het te regenen. Haastig eten we onze borden leeg en verhuizen naar het afdak bij het terras om daar ons toetje nog op te eten. Met een nootje bij de tent sluiten we deze confronterende dag van de botsende ego’s af. Hopelijk brengt een goede nachtrust ons beiden morgen een beter humeur.

Dag 19:         Wo.  7 Juni 2017
Stein – Wien
96 km

Ik heb volgens Wytze, aan mijn gesnurk te horen, goed geslapen. Als ik hem dan maar niet uit zijn slaap gehouden heb?  De dag begint bewolkt en is nog wat fris. Alle voorttrekkende campinggasten zijn al druk in de weer met het inpakken. Nog voor 9 uur fietsen we het kampeerterrein al af. Om de routeweer op te pakken moeten we terug over de brug naar Mautern. Het landschap verandert nu snel en als we omkijken zien we het Benedictijnerklooster StiftGöttweig, dat we vanaf de camping  zagen liggen, nog lang boven op de berg pronken. De hele dag fietsen we weer dicht langs de Donau met af en toe een ommetje om een zijriviertje of kreekje heen.Er wordt hier en daar nog hard aan nieuwe natuur gewerkt. Ik herken nog veel plaatsen van vorig jaar. Zo ook de nooit in werking geweest zijnde kernenergiecentrale vlak voor Zwentenberg. Bij het café vlak voor de centrale drinken we ons gebruikelijke recept van 1 capucino en 1 verlängerte en vertellen trots aan de overige terrasgasten nog maar eens waar we naar toe fietsen. In Tulln een mooi plaatsje met een mooi monument eten we onze lunch op die we daar bij de Billa gekocht hebben. In de volgende plaats Klosterneuburg is een camping dicht bijeen station met een goede verbinding met Wenen. Wytze vraagt aan mij wat we zullen doen. Ik stel voor om door te rijden naar Wenen omdat er volgens Maps.me ook een camping in het Praterpark zou zijn. Dat lijkt me een mooie locatie van waaruit we morgen het centrum van Wenen kunnen bezoeken. Akkoord we rijden door. Langs het Donaukanaal rijden we even later Wenen binnen. Ik herken het nog helemaal. Veel graffiti en rommelige terrasjes.   Bij Urania, de sterrenwacht, zoek ik op m’n mobieltje de locatie van de beoogde camping op. Oei!! De camping ligt nog 6 km hier vandaan! Daar vervliegt het idee om dicht bij het centrum te kamperen.  Nog niet gewend aan het rijden m.b.v. de aanwijzingen van Maps.me wordt het nog een heel gedoe om de camping ook te kunnen vinden. We moeten eerst nog met een wenteltrap over een zijtak van de Donau, dan ook nog een keer over de Donau zelf. Het is een wirwar aan viaducten, bruggen, wegen en palen. Een jong stel op de fiets wijst ons uiteindelijk de juiste weg. Tegen 4 uur zijn we op de camping. Op een groot leeg tententerrein kunnen we onze tentjes makkelijk kwijt. De camping ligt zo ingebouwd tussen allerlei op- en afritten en viaducten dat het vinden van een supermarkt nog een flinke klus is. Ook de weg terug naar de camping vinden is een heel gedoe. Zeker als we daarbij bij een pompstation ook nog wat benzine willen gaan tanken. Minder dan voor € 5,00 is echter nergens mogelijk. Onder het eten bespreken we de dag van morgen. Wat doen we met het bezoek aan Wenen nu we er zover vandaan zitten? Ik zeg dat ik niet perse naar Wenen hoef omdat ik er vorig jaar met Peet nog geweest ben maar als Wytze er graag iets wil gaan bekijken dat dat dan wel moet kunnen. Wytze heeft echter geen plan. Hij wil eigenlijk alleen maar wat door de stad lopen om er de sfeer te proeven. Met gericht iets te gaan bezoeken en te bekijken of een terrasje te pikken, wat ik graag doe, heeft Wytze niets. Het rare is dat als we op mijn verzoek ergens opeen terrasje wat gaan drinken ik meestal de eerste ben die weer verder wil fietsen. We besluiten om niet naar Wenen te gaan maar om morgen gewoon verder te fietsen. Wytze had onze kampeerplaats trouwens ook maar voor 1 nacht afgerekend dus denk ik dat hij een bezoek aan Wenen al voor ons overleg van zijn wensenlijstje afgeschreven had.

Dag 20:        Do.  8 Juni 2017
Wien – (Bratislava) – Rajka
85 km

Hoewel er tussen de Weense verkeerspleinen toch wel veel verkeerslawaai geweest moet zijn heb ik toch wel weer aardig geslapen. Onze fietsroute blijkt dichterbij dan we dachten. Vanwege het mooie zomerse weer is het al vroeg druk op de naturistenstranden langs de Donau. Na een industriegebied vol met olievaten doorkruist te hebben komen we op een kilometerslange dijk te fietsen. Vorig jaar vonden we dit vanwege de hitte een heel zwaar traject, nu met de wind in de rug en zo’n 24 ° is het veel mooier en hebben we ook oog  voor de best wel mooie natuur. Onze koffiepauze is er pas na zo’n 36 km. We beginnen Slowakije te naderen. Bratislava zien we al van verre liggen. Over de brug gaan we aan de verkeerde kant van de weg de stad in. Met de fiets aan de hand maken we er een wandelingetje doorheen. Mooi stadje, waar we in een parkje onze lunch opeten. Slowakije is voor ons maar 10 km lang. Daarna zijn we al in Hongarije. In het eerste dorpje Rajka kopen we bij de kruidenier ons avondeten in. Het aanbod is er niet uitgebreid maar het lukt toch wel om een aanvaardbaar menu samen te stellen. Het wordt macaroni met hamburgers uit blik en daarbij wat gemengde groenten. Als we op de camping gaan koken blijken er geen hamburgers in het blik te zitten, maar hamburgercrème. Wat je daarmee moet is voor ons niet duidelijk. Gelukkig hebben we toch voldoende gegeten als we de macaroni en de groenten weggewerkt hebben. Op de camping, ook weer dezelfde als die van vorig jaar, is het een drukte van belang vanwege een schoolkamp. De kinderen worden tot na elven goed bezig gehouden door de juffen. Wij liggen er dan al in. Gelukkig zijn de kinderen ook moe en is de hele camping weldra in diepe rust.

Dag 21:   Vrij.   9 Juni 2017
Rajka – Acs
113 km

De dag begint vroeg en sportief. Van de schoolkinderen hebben we geen last gehad maar zo rond 6 uur is er al volop gerommel op de camping. Nog in mijn slaapzak bedenk ik dat de leiding van het kamp al bezig is met het voorbereiden van het ontbijt voor de kinderen, maar als ik even later mijn hoofd buiten de tent steek zie ik dat er voorbereidingen voor een wielerwedstrijd getroffen worden. De deelnemers moeten zich op de camping inschrijven en hun rugnummer afhalen. Het is een drukte van belang. Ouders die hun kinderen aan komen moedigen en er voor zorgen dat de fiets en de kleding allemaal tip top in orde is. De straat voor de camping is al afgesloten voor het doorgaand verkeer. Als wij vertrekken is de tijdrit al in volle gang. We mogen tussen 2 starters door gelukkig toch het parcours op. Om de paar minuten worden we door een rennertje voorbij gefietst. Sommigen zijn dan al zo moe dat ze nauwelijks nog vooruit komen er is er zelfs een bij die zo moe is dat hij zijn racefiets de berm instuurt en daar net niet ten val komt. Bij onze eerste koffiepauze in Hongarije merken we dat de prijzen hier heel wat lager zijn dan we gewend zijn. 2 cappuc-cino’s , 1 espresso en een flesje frisdrankkosten tezamen nog geen € 3,00. In Gyor, een mooi stadje, kopen en eten we onze bij de Spar gekocht lunch op een bankje voor de deur op. Gyor uitrijden blijkt even later een heel gedoe. Met de GPS route eindigen we bijeen autoweg waar we met de fiets niet op mogen en met de aanwijzingen in het routeboekje fietsen we ons ook helemaal vast. Er zit niets anders op dan terug te fietsen naar Gyor en daar de weg te vragen. Met een omweg van zeker 20 km komen we uiteindelijk op de Limesroute uit. Acs wordt ons einddoel. In het dorpje ervoor slaan we bij de Coop ons sobere avondeten in en tegen zessen fietsen we dan eindelijk camping Natura van beheerder Laszlo op. “Jullie hebben geluk” zegt Laszlo. “De camping kost € 7,00 , maar voor € 3,00 extra mogen jullie ook mee-eten uit de grote pan Goulash, die ik vandaag gemaakt heb. ”Gezien de kwaliteit van het eten dat we zojuist bij de Coop gekocht hebben nemen we het aanbod met plezier aan. Dus vlug de tent opzetten en hup aanschuiven bij de grote tafel waar overigens alleen maar Nederlandse en Belgische campinggasten aanzitten. Er wordt meteen goed voor ons gezorgd. Bord,bestek en zelfs ’n bier en een Radler staan in no time voor ons neus. De goulash smaakt ons goed en de mee-eters hangen aan onze lippen als ze horen waar we naar toe aan het fietsen zijn. Ze schuiven steeds dichterbij. Een Belgische mevrouw is zo blij dat ze ons getroffen heeft en zegt dat ze daardoor toch nog enen schooonen dag gehad heeft. Volgens een aantal gasten is het in Hongarije verplicht om een reflecterend veiligheidshesje te dragen. Iemand heeft er zelfs nog 2 over en gaat die voor ons uit z’n auto halen zodat we morgen toch veilig op weg kunnen. Hoewel het vinden van de route vandaag wat moeite kostte is het uiteindelijk ook voor ons toch nog ‘unne skonnen dag’ geworden.

Dag 22:    Za.  10 Juni 2017
Acs – Esztergom
85 km

Laszlo laat onze dag mooi beginnen door met 4 lekkere broodjes af te komen. “Smaken beter dan die rijstenbroodjes in China” zegt hij lachend. De buurvrouw maakt het begin nog mooier door ons uit te nodigen voor de koffie. Laszlo raadt ons aan om over de drukke autoweg naar Estergom te fietsen omdat die wel 20 km korter is en er minder klimmetjes in zitten. Deze goedbedoelde raad volgen we niet op. We blijven toch liever onze Limesroute volgen en daar zitten inderdaad lange klimmen in. Ze gaan wel geleidelijk omhoog maar we moeten toch al vaak terug naar ons kleinste verzet. Mijn knieband heb ik vanmorgen dus niet voor niets aangedaan. Onze koffiepauze is in Tata. Een mooi stadje met een oude kerk met 2 torens, een burcht en ook nog een klokkentoren. Even lijken we weer verrast te worden met een weg met een fietsverbod maar via een grindpad kunnen we toch nog op de route blijven. In Esztergom gaan we kamperen en zien we de Donau weer eens. Na het eten lopen we nog even het stadje in. Het is dan helaas al te laat (21.00 uur) om nog helemaal naar boven, naar de dom te wandelen. Misschien iets om morgenvroeg nog te doen. Op een terras drinken we nog een biertje en zoeken daarna om half 11 de rust in ons tentje op.

Dag 23:        Zo.  11 Juni 2017
Esztergom – Budapest
68 km

Het plan om vanmorgen voor het vertrek nog even naar de dom te wandelen gaat de prullenbak in. Wytze heeft er blijkbaar geen behoefte meer aan en rijdt zo gericht mogelijk naar het fietspad langs de Donau. Omdat het Donauveer bij Szigetmonostor middagpauze heeft blijven we maar aan dezelfde kant langs de Donau fietsen tot we er alsnog met een brug overheen kunnen. Het is aan de drukte op het fietspad goed te merken dat we al aardig dicht bij Budapest beginnen te komen. Bij de eettentjes op de oevers van de Donau is het zelfs zo druk dat we ons stapvoets door de badgasten slingeren. Met wat vragen en puzzelen lukt het uiteindelijk om de beoogde Romai-camping uit te komen. De camping ligt tegenover een treinstation en is dus een ideale uitvalbasis voor het bezoek aan Budapest, dat voor morgen op de planning staat. Buiten een schoolkamp staan er nog maar weinig kampeerders dus er is plaats genoeg. We halen ’s avonds nog een biertje bij de kiosk van het naastgelegen zwembad en buurten nog even met buurman Erik uit Leipzig. Aanvankelijk leek het een eenzame trieste man maar eenmaal met hem in gesprek vertelt hij ons graag en enthousiast over zijn vele verre reizen en de oude DDR-tijd. Hij geeft ons ook nog wat tips mee voor ons bezoek aan Budapest.D

Dag 24:        Ma.  12 Juni 2017
Budapest

We doen eerst nog een paar wasjes zodat die vandaag mooi kunnen drogen en nemen dan de trein naar het centrum van Budapest. Bij de Margaritabrug stappen we uit en gaan daar meteen op zoek naar een straat naar boven om zodoende in het stadsdeel Buda te komen. We volgen daar dezelfde route als die ik vorig jaar met Peet gelopen heb maar dan in omgekeerde volgorde. Wytze is gelukkig duidelijk onder de indruk van de gebouwen en het mooie uitzicht over de stad. Via de vele trappen gaan we weer terug naar de Donau en steken die met de kettingbrug over. Via de drukke winkelstraat, Vaci Utca, waar Wytze graag naar toe wilde, lopen we door naar de overdekte markthal. Dan lopen we langs de grote synagoog (Entree betalen voor een kerk vindt Wytze iets te gortig) en staan we even stil bij de treurwilg met de vele glinsterende blaadjes waarop de namen van omgekomen Joodse inwoners staan. Daarna lopen via binnenplaatsjes met vele terrassen naar de muur van het Joodse Ghetto. Door een straat met opera- en theatergebouwen komen we uiteindelijk terecht bij het imposante parlementsgebouw. Van daar lopen we naar de kade van de Donau en raken onder de indruk van het monument van de ‘schoentjes’. Moe gebanjerd lopen we terug naar de drukke winkelstraat en krijg ik Wytze gelukkig zo ver dat we daar ergens op een terras uit gaan eten. Dit is duidelijk iets waar hij allergisch voor is, maar als hij ziet dat er een aanbieding is gaat hij toch overstag. Als de rekening echter een bedrag van € 52,00 laat zien heeft het hem ineens allemaal veel minder gesmaakt. Geen toetje dus, dat nemen we straks op de camping nog wel een. Maar ik bestel nog wel een grote pot bier want ik krijg een Appje van Sanne dat ze het visum bij Mr. W. opgehaald hebben en dat het voor 60 dagen is en dat ze het vandaag nog op zullen sturen naar Constanta. 
Morgen stappen we weer lekker op de fiets!

Dag 25:        Di.   13 Juni 2017
Budapest – Domsöd
75 km

Met de fiets door Budapest gaat vrij soepel. De route loopt eigenlijk over het eiland in de Donau maar dat lijkt alleen bereikbaar als we onze fietsen over een trap naar boven duwen om met de brug de Donau gedeeltelijk over te steken. Dat is teveel gesjouw dus blijven we op de westoever fietsen tot we bij de Margaritabrug weer op de route uitkomen. Mooi maar eigenlijk vrijwel altijd zonder zicht op de Donau. Bij Rackeve steken we een zijtak van de Donau over en volgen die tot de camping in Domsöd, waar we vorig jaar in een hutje geslapen hebben. Nu zijn de hutjes bezet door een schoolkamp en mogen we gelukkig ons eigen tentje wel opzetten. Terwijl ik druk bezig ben met het opladen van mijn mobieltje en de GPS en het typen van verhaaltjes voor Facebook en de blog neemt Wytze een frisse duik in de Donau. We eten samen met een Engels stel aan de picknicktafel. Zij zijn ook onderweg naar Constanta maar volgen daarvoor de Euro 6 route. Ze hebben geen kaart maar rijden puur op de aanwijzingen via de smartphone.

Dag 26: Wo. 14 Juni 2017
Domsöd – Kiskunmajsa
111 km

De kinderen van het schoolkamp zijn al vroeg wakker en wij dus ook. Om 9 uur trappen we de camping af. Onze Engelse medefietsers zijn ons net iets voor. Na zo’n 10 km zien we ze een eindje voor ons uit fietsen. Vanaf een dijkje komen ze ons tegemoet en slaan daar links af.Volgens onze route moeten wij het dijkpad op. We doen dat ook maar merken even later dat dat bijna onbefietsbaar is. Het pad, waar we vorig jaar nog wel overheen fietsten, is nu volledig dichtgegroeid. We draaien ook maar om en gaan opnieuw achter het Engelse stel aan. Hierna volgen er lange eentonige wegen die ons door het begin van de Puszta’s voeren. Hoewel we zelfs door een natuurpark fietsen kan de omgeving mij niet echt boeien. Er staan vooral veel graan, druivenstruiken en lijsterbesbomen. Met de wind in de rug schiet het wel aardig op en zijn we al om 15.00 uur in de buurt van Bugnac, dat we als eindbestemming gepland hadden. In de aanvullingen op het routeboekje zien we dat er ook nog een camping is bij Kiskunkajsa, die door een Nederlander gerund wordt en “Ons Dorpke”heet. Dat lijkt ons wel wat. Als we bij de camping aankomen is er echter niemand te bekennen. Er is wel plaats genoeg op de kampeerweide dus zetten we onze tentjes daar maar op. Even later komt er in een oude rode Ford transitbus een oudere man aan aangereden. Hij blijkt de 75-jarige eigenaar van “Ons Dorpke” te zijn. Met zijn duidelijk Limburgs accent vertelt hij honderduit. Hij komt oorspronkelijk uit Boxmeer en runt deze camping al zo’n 14 jaar. Hij was er even niet omdat zijn vrouw zojuist een eindje verderop een aanrijding had gehad. De auto zit in de prak en zijn vrouw is nu ter observatie naar het ziekenhuis gebracht. Zijn camping staat te koop omdat het niet zo goed gaat met zijn gezondheid. Morgen komt er een mogelijke koper kijken.            Voor € 5,00 pp mogen we blijven.Dan krijgt hij een telefoontje van zijn vrouw. Ze mag naar huis dus moet hij haar even op gaan halen.Tijdens zijn afwezigheid zullen wij de camping in de gaten houden en spelen we even voor receptie! Er meldt zich een Engels paar in een motorhome. Ze hebben er al eerder overnacht dus zoeken zij ook al vast een plekje. Even later komt de eigenaar met z’n vrouw in het busje het kampeerterrein opgereden. Ook de vrouw vertelt honderduit over wat haar toch allemaal overkomen is. Hoewel ze duidelijk nog wat overstuur is gaat ze toch eerst kennismaken met de nieuwe Engelse gasten.Ook haar man meldt zich even later weer bij ons en wil de door zijn(on)gezondheid gedwongen verkoop van de camping aan ons uitleggen. Hij neemt ons mee over het terrein en laat trots zien wat hij daar allemaal voor elkaar gekregen heeft en welke plannen hij nog voor de toekomst voorbereid heeft en nu dus niet meer ten uitvoer kan brengen. Zielig verhaal eigenlijk. We hebben met hem te doen en wensen hem veel succes met de verkoop want dat is wel duidelijk de camping hangt hem nu als een blok aan zijn been. Hij vraagt € 185.000,00.dus wie er interesse heeft..

Dag 27:      Do.  15 Juni 2017
Kiskunmajsa – Orosháza
117 km

De eigenaar van de camping komt ons al goeiendag zeggen als we nog aan het inpakken zijn. Hij moet met zijn vrouw naar de huisarts voor een nacontrole. We zijn toch pas om kwart over negen weg omdat de tent vol mieren zit en we die er eerst uit jagen. De hele dag fietsen we tussen velden met koren, zonnebloemen en tuinbouwgewassen door, maar goed zicht hebben we daar niet op. De bermbegroeing is vaak zo dicht dat het lijkt alsof we ineen tunnel rijden. Vlak voor Mindset, waar we pauzeren voor de lunch, steken we met een pontje de Tisza over. In Hόdmezόvásárhely willen we bij een zwembad gaan kamperen, maar helaas de camping bestaat niet meer en dus zit er   op dan nog 40 km door de Puzsta’s te trappen naar de camping bij Orosháza. Veel is er hier helaas niet meer van de eens zo ruige Puzsta’s over.Het meeste land is gecultiveerd. Slechts af en toe is er nog een ongeschonden stuk natuur met een waterput erop en enkele mooie witte huisjes. Op een paarkilometer na vind ik het eigenlijk maar een lange saaie weg. Wytze daarentegen geniet als polderliefhebber van dit soort trajecten. Om half 6 komen we in het stadje aan. Even vragen waar de camping is zegt Wytze en loopt een winkeltje binnen.De vrouw komt mee naar buiten gelopen en wijst en gebaart  met alle ledematen die ze heeft en begeleidt dat met een stortvloed aan Hongaarse woorden. We doen net of we het begrepen hebben en willen weggaan maar ze is niet te stoppen. Even verderop staat een meisje met haar vader te lachen. Als we de vrouw ontvlucht zijn komt ze naar ons toe. “Wat zoeken jullie?” Het Hongaarse meisje heeft in Breda op de NHTV tourisme gestudeerd. Ze wijst ons feilloos de weg naar de camping. Goede opleiding gehad natuurlijk. De ingang van de camping blijkt na wat heen en weer gefiets tussen twee gesloten poorten alleen via de kassa van het zwembad bereikbaar te zijn. Daar krijgen we de sleutel mee van de poort die helaas niet past! De beheerder heeft er blijkbaar net een nieuw slot ingezet.Gelukkig is hij in de buurt en doet hij de poort voor ons open. Of we  er morgenvroeg nog uit kunnen is niet duidelijk want we hebben geen sleutel van het nieuwe slot gekregen. We rusten even uit en gaan dan het koken met de spullen die we bij de Spar al gekocht hadden.

Dag 28:        Vr.  16 Juni 2017
Orosháza – Gyula
66 km

De zon is er vandaag al vroeg en jaagt ons om 7 uur al het bed uit. Nergens voor nodig eigenlijk want we hebben voor vandaag slechts een korte etappe van zo’n 60 km op het programma staan. Er valt niet genoeg aan ontbijt binnen te werken dus gaan we dat in het dorp eerst maar eens wat aanvullen. De route loopt door een landschap dat we al een paar dagen volgen. Lange, rechte wegen, vlak met veel akkerbouw en heel af en toe nog een klein stukje oer-puzsta. Om half drie zijn we al op onze eindbestemming Gyula. De voorzieningen op de camping zijn verschrikkelijk verwaarloosd maar de kampeerwei ligt er mooi vlak geschoren bij. Af en toe druppelt het wat maar het weer houdt ons er niet van om het dorpje eens wat nader te gaan bekijken. Eerst fietsen we naar de middeleeuwse burcht van Gyula. Daarna door de winkelstraat. Hier zijn veel terrasje. Gyula is een kuuroord en trekt daarom vele gasten. Op het terras treffen we 2 Belgen uit Kortrijk die ons meteen aanspreken omdat ze duidelijk hun verhaal kwijt willen. Ze zijn 29 mei vertrokken en volgen ook de Limes route, maar zijn vandaag op doktersadvies moet stoppen en gaan morgen met de trein weer naar huis. Een van de 2 had eerst een aanrijding gehad met een auto die uit een uitrit kwam en heeft toen zijn fiets total loss gereden. In Passau heeft hij een andere fiets gekocht. Het zadel van de oude fiets, een model voor mensen die prostaatproblemen hebben, heeft hij daar over laten zetten maar toch …. een paar dagen later had hij bloed bij de urine. Met medicijnen leek dat probleem opgelost totdat het zich gisteren weer openbaarde waarna de huisarts dringend adviseerde om te stoppen met fietsen. Triest!! De man kon wel huilen toen hij het ons vertelde. We hebben de mannen veel sterkte gewenst en een goede terugreis naar Kortrijk. Maar hopen dat ons dit soortellende bespaard blijft. Na het eten valt er een klein onweersbuitje. Morgen naar Roemenië. Benieuwd wat dat land ons brengt.

Dag 29:        Za.   17 Juni 2017
Gyula – Buteni  
96 km

Na de laatste 6 km in Hongarije sluiten we aan ineen lange rij wachtende auto’s voor de Roemeense grens. Er wordt hier, omdat Roemenië geen ‘Shengenland” is bij de grens nog volop gecontroleerd. Ook wij moeten onze ID-kaarten laten zien. De kaarten gaan van hand tot hand maar er wordt gelukkig niet moeilijk of vervelend over onze bagage gedaan. Als we vertellen dat we onderweg zijn naar Peking wensen ze ons veel succes. Eenmaal over de grens verandert er van alles, het landschap, de huizen, de mensen en ook ons routeboekje. We gaan nu beginnen aan deel 3 van de Limesroute. De puzsta’s gaan wel door maar worden hier meer begraasd door schapenkuddes. In het eerste dorpje, Várşand, proberen we aan Roemeense Leu te komen. De eerste pinautomaat weigert onze passen en de tweede is kapot. Bij de derde, de Raifeissenbank die we via Maps.me vinden, doet mijn pas het wel maar die van Wytze nog steeds niet. Maar we zijn gered en gaan de Leu’s meteen gebruiken voor een lekker broodje bij de bakker op de hoek. We kunnen nu verder Roemenië in. Iets voorbij Buteni komen we bij een Motel waar op een grasveld ook ruimte is voor onze tentjes. We hebben ze nog maar net staan als het begint te regenen. Er is op het kampeerterrein geen werkende wasgelegenheid. Er hangt wel een ton met een slang eraan maar die is nog niet gevuld. Voor 100 Leu mogen we van de bazin gaan douchen in kamer 4 van het motel. Lekker! Onder een afdakje koken we rijst met Mexicaanse groenten en reepjes gekookte ham. Daarna in het restaurant nog een lekker bakje koffie. Terug bij de tent stuur ik nog een WhatsAppje naar Sanne met de vraag of ze het pakketje met de paspoorten nog hebben kunnen volgen. Als ik al diep in mijn slaapzak gedoken ben,  appt ze terug dat ze bericht gekregen heeft van postNL dat het pakje met de paspoorten verkeerd geadresseerd is en dat ze maandag  uit gaat zoeken wat er aan de hand is. Ik raak in paniek. Hoe kan dit nou? Als het pakje straks niet in Constanta is, hebben we geen paspoorten en kunnen we niet verder. Zonder paspoorten kunnen we Europa niet uit!! Ik durf het niet meer tegen Wytze te zeggen omdat hij dan vannacht net als ik gegarandeerd ook geen oog meer dicht zal doen. Dit wordt een lange vervelende nacht!!

Dag 30:        Zo.   18 Juni 2017
Buteni – Brad
81 km

We moeten vroeg op want we hebben gisteren bij het passeren van de grens ook de tijd een uur vooruit moeten zetten. Ik heb bovendien geen oog dicht gedaan en ben kei kapot. Ik rits mijn tent open en ga eerst Wytze maar eens informeren over de stand van zaken. Ook Wytze raakt nu helemaal van stuk. Hoe kan dat nou?? We zullen moeten wachten op het antwoord totdat Sanne overmorgen contact gehad heeft met de post. We zijn beiden volledig van de kaart en eten stilzwijgend in de miezerende regen onze boterhammen op. Als het dan ook nog wat meer gaat regenen en het nog koud is ook trekken we verschillende lagen over elkaar aan en daaroverheen onze regenkleding. Vrij snel komen we in de heuvels terecht. Het landschap is mooi maar de laaghangende bewolking en de regen verpesten ons uitzicht. Boven op de col (ca. 500m) bij Halmagiu is er een soort van kermis met daarbij wat vlooienmarktkramen. De hele dag door krijgen we vele korte klimmetjes te doen. Niet te steil dus goed te doen. In Brad onze eindbestemming is geen camping en omdat het nog steeds slecht weer is besluiten we om maar eens een hotelletje te gaan nemen. We komen langs hotel Ana-Maria maar Wytze wil zoals gebruikelijk eerst nog even verder kijken. In het centrum van Brad vinden we inderdaad nog wel een hotel maar als dat gesloten is moeten we toch weer terug naar Ana-Maria.  Voor 100 Leu (ca. € 22,00) mogen we er blijven slapen. We eten ook in het bijbehorende restaurant. Het eten is er goed en gelukkig ook veel want we rammelden van de honger. Ik bel na het eten nog even met Peet en die onthult dan dat er nog een tweede pakje naar mij verstuurd is en dat dat pakje waarschijnlijk verkeerd geadresseerd zal zijn geweest.Als dat toch eens waar kon zijn!! Ik ga na dit iets geruststellende bericht vroeg het bed in want ik heb nog een hele nacht in te halen. 

Dag 31:         Ma.  19 Juni 2017
Brad – Salciua 
96 km 

Redelijk geslapen in ons hotelletje. We moesten toch weer wennen om in een echt bed te slapen en de honden in de straat waren al heel vroeg wakker.  Ik ben blijkbaar vergeten om het stukje van de kaart waar we nu fietsen op de GPS te zetten.  Ik zie wel een lijntje maar geen wegen. Met een omweg fietsen we om Brad heen en komen dan uiteindelijk toch op de geplande route uit. Het is prachtig weer en de omgeving is tot nog toe nog niet zo mooi geweest. Helling op helling af rijdend komen we bij de Buces Vulcanpas. Onze eerste pas ligt op een hoogte van 725 m. In Abrud fietsen we langs een grote overdekte markt. Vlakbij op een pleintje eten we op een bankje onze lunch. Van de vele dorpjes die we passeren is Rosia Montana het bekendst. Het mijnwerkersdorpje, waar al in de Romeinse tijd sprake was van gouddelversactiviteiten, werd in 2000 getroffen door een dijkdoorbraak waardoor er veel gif in het water van de Tisra kwam. Een ramp die destijds wereldwijd in het nieuws was. We volgen de rivier nog een hele tijd. In Lupsa komen we langs een orthodox klooster en gaan we even een kijkje nemen. Op het terrein ontmoeten we een meisje dat daar logeert. Ze vertelt dat ze stewardess is bij Qatar airlines en voor haar rust en wat bezinning wel vaker naar dit klooster toe gaat.  In Salciua zou er volgens ons routeboekje een pension moeten zijn maar wij kunnen het niet vinden. We fietsen een paar kilometer door en zien dan een bord langs de weg met de verwijzing naar pension Toto ‘Bun. Via een steil grindpad aan de overkant van de rivier komen we lopend bij het pension aan. Er staat een auto op de parkeerplaats meteen NL-kenteken. Als we daar naar elkaar een opmerking over maken blijkt dat de eigenaren, die iets verderop aan een picknicktafel zitten, dat gehoord hebben waarna er vrij snel contact ontstaat. We schuiven bij ze aan en drinken een pilsje met ze. De pensioneigenaar is niet aanwezig, maar een van de gasten ontfermt zich over ons en geeft ons kamer 2. Als we onze spullen naar de kamer gebracht hebben en ons wat opgefrist eten we aan de tafel met andere NL-gasten. Zij logeren al een paar dagen in het pension en adviseren ons bij de keuze uit het menu. Het is heerlijk weer dus sluiten we de dag af op het terras waar we genieten van een pilsje en van het mooie uitzicht. Ik werk er nog even aan berichtjes op facebook en op het blog. Een van de gasten heeft in de keuken nog een plaatselijke lekkernij gemaakt en staat erop dat we dat gaan proeven. Hoe het heet weet ik niet maar het bestaat uit vlees met daaromheen wat zuurkool gewikkeld met daarbij een soort van rijstpapje. We doen maar net of we het lekker vinden. Het NL-stel komt nog even langs voor het blogadres. Daarna zakt de zon snel achter de bergen weg en is het voor ons de hoogste tijd om het bed op te zoeken.

Dag 32:        Di.   20 Juni 2017
Salciua –Cluj Napoca
84 km

Onze 2e nacht in een echt bed sliep al beter als de eerste. Goed geslapen dus. Het ontbijt bevat ook nu weer een heerlijk gebakken eitje en ik krijg er zelfs nog 2 repen geitenkaas bij. Goed 9 uur lopen we met de fiets aan de hand het steile grindpad af terug naar de route, die meteen heel anders is dan gisteren. Het dal is veel smaller dus fietsen we wel heel mooi dicht langs de rivier, maar zijn er ook veel minderdorpjes.  Vlak voor Buru verlaten we de oranje weg langs de rivier gaat de route over een smaller geel weggetje langs mooie rotsige bergwanden. Het landschap verandert even later. Geen bomen meer langs de route maar prachtige hel groene grasheuvels. In een van de spaarzame dorpjes drinken we bij een winkel annex barretje koffie uit een plasticbekertje. Het barretje zit een beetje verstopt achter de winkel en is niet groter dan 2×3 meter. Voor het winkeltje zitten 2 mannen aan het bier. We gaan bij ze aan tafel zitten en proberen een gesprek op gang te brengen maar dat valt nog niet zo mee. Ze begrijpen niet veel van wat we zeggen. Ook niet als we de route laten zien en aanwijzen waar we vandaan komen en waar we naar toegaan. Olanda?? Nooit van gehoord! Heel voorzichtig proberen we het dan met Berlijn?? Op de gezichten is er nu iets van herkenning maar als we vertellen dat we daar helemaal met de fiets vandaan gekomen zijn kunnen ze dat toch niet geloven. Bij Cluj Napoca willen we gaan kamperen. De camping ligt niet aan de route maar zo’n 6 km er van af langs een weggetje om de stad heen. Na veel zwaar klimwerk krijgen we camping mbv google maps gevonden. De receptie is dicht maar we zien door de raam dat er wel een man ligt te slapen. Voorzichtig kloppen we op de raam. De oude man wordt wakker en kruipt langzaam onder zijn dekentjes uit. “Camping?” roepen we door het raam.  Hij mompelt wat onverstaanbaars terug en pakt dan de telefoon. Even later komt het antwoord in het Duits. De camping bestaat niet meer. We moeten 200m doorfietsen en dan zal er een vrouw op de weg staan die ons kan helpen. Okay we fietsen door en er staat dan wel geen vrouw maar wel een jongen die zelfs een aardig woordje Engels spreekt en naar later blijkt Elektrotechniek studeert. We kunnen er niet kamperen maar wel een blokhut huren. Er is zelfs een gezamenlijke keuken. Ter verwelkoming tapt hij een heerlijk fris biertje voor ons. Als we er nog meer lusten kunnen we dat zelf tappen en morgen afrekenen. Even na ons stopt er een busje met jonge mannen die in de andere blokhut logeren. Ik denk dat het seizoenarbeiders zijn. Ze steken de BBQ aan en gaan er een hele hoop kippenvlees op roosteren. De manier waarop en de rookontwikkeling die er mee gepaard gaat wekken behoorlijk wat irritaties op bij Wytze maar gelukkig laat hij ze toch hun gang gaan. Wij eten couscous gemengd met macaroni en rode kool met mais. Ik doe er nog wat schijfjes kipfilet doorheen en Wytze een blikje haring in tomatensaus. Voor het slapengaan ga ik er lekker nog eentje tappen.

Dag 33:        Wo.   21 Juni 2017
Cluj Napoca – Dej
102 km

We hebben goed geslapen in de blokhut. De gastvrouw brengt ons nog een heerlijk kopje koffie bij het ontbijt. Met een zeer steile afdaling komen we in het centrum van Cluj en brengen een bezoek aan de orthodoxe basiliek met z’n indrukwekkende interieur. Er staat nauwelijks meubilair in. Alleen aan de zijkanten staan wat houten bankjes en waar je ook kijkt, overal staan er wel mensen in gebed verzonken. Sommigen bidden zelfs knielend op de harde stenen vloer. Centraal in het midden staat een ezel waarop een icoon
 staat die vol eerbied door de gelovigen benaderd en dan gekust wordt. Als we Cluj uitgefietst zijn krijgen we lange pittige klimmetjes voor de wielen en hebben we een prachtig zicht over de mooie groene valleien. Voor de lunch gaan we op zoek naar een bankje in de schaduw. Het duurt even maar dan vinden we er een bij de poort van een boerderij. Aan de oude vrouw die om de hoek komt kijken vraag ik in gebarentaal of het goed is als we hun bankje even gebruiken om onze boterhammen op te eten. “Da, da”: zegt ze en wijst dan naar de waterput waar ook een tapkraan op gemonteerd is. Haar dochter komt ook eens kijken water allemaal bij de poort gebeurt en vindt dat we verder het erf op moeten komen en onder een afdakje moeten gaan zitten. Er staat een tafeltje en ze zet er meteen voor ons 2 bordjes op. Dan gaat ze het huis in en komt even later terug met voor elk van ons een warm bordje spinaziesoep. We laten het ons goed smaken. De dochter spreekt een beetje Engels, de moeder alleen Roemeens, maar ze buurt gewoon met ons mee. Het is er meteen gezellig. Plots staat de dochter op, loopt naar de kippenren en komt even later terug met een jong reetje. Ze hebben het beestje een paar dagen geleden zonder moeder aangetroffen en houden het nu in leven door het de fles te geven. We maken een paar foto’s van deze mooie ontmoeting en een selfie voor op Facebook. Een gezellige lunch. Vlak voor we in Dej aankomen fietsen we een stevige onweersbui in. Omdat alle tuinhekken dicht zijn is er geen mogelijkheid om ergens te schuilen. Gelukkig is het snel weer droog en kunnen we op zoek naar de afslag naar de beoogde camping. Door de goede bewegwijzering is de camping snel gevonden. Camping Het Zwaluwnest wordt beheerd door een Roemeens stel maar heeft alleen maar gepensioneerde Nederlandse gasten. Wij zijn met onze fietsen en tenten wel wat afwijkend en dus is er volop belangstelling voor onze plannen. Om de beurt komen ze een praatje maken. De buurman heet ook van der Molen en komt uit Wolvega! Familie??Hij is campingcontroleur. Ook de eigenaar van de camping, ‘n aardige man, komt nog even een praatje maken. Eerder heeft hij ook al een welkomstdrankje gebracht. Ik bel nog even naar huis. Peet heeft het druk met toneel en Faas sproeit de tuin.

Dag 34:        Do.   22 Juni 2017
Dej – Rodna
98 km

Voor we vertrekken worden we door de andere buren, een ouder echtpaar, uitgenodigd voor een kopje koffie in de caravan. Mooi begin van de dag, beetje buurten, lekker bakkie erbij.  Daarna rekenen we de kampeerkosten af en vertrekken al zwaaiend de camping. Het is nog een beetje mistig en dus hebben we onze tenten nat in moeten pakken. De etappe van vandaag is vlak en niet bijzonder mooi. Als we in een parkje in Nassaud onze boterhammen op zitten te eten, komt er een begrafenisstoet voorbij. Voorop een groepje mannen met vaandels zoals dat vroeger bij processies was, dan 3 geestelijken waarschijnlijk orthodoxe priesters. Daarachter de lijkwagen met de achterklep open zodat we de kist goed zien staan. In de stoet daarachter is geen droefenis. Veel mensen hebben wel een brood bij zich soms zelfs nog in een plastic zak van de Lidl. Als de stoet voorbij de kerk komt beginnen de kerkklokken te luiden en houdt ze stil. De geestelijken doen een woordje waarna het hele gezelschap weer verder trekt. We snappen niet goed wat de functie van het brood is. Wytze voelt zich trouwens niet lekker vandaag. Hij voelt zich wat draaierig in het hoofd en blijft, op de laatste 20 km na, tegen zijn gewoonte in bij mij in het wiel fietsen. In Rodna gaan we logeren in pension Doris, dat ook in het routeboekje opgenomen is. Doris is een mooi pension, maar alleen kamers met een 2 persoonsbed dus dat wordt weer een nieuwe ervaring. Op de eerste verdieping is een mooi terras gemaakt waar we eerst wat drinken en later ook een warme maaltijd eten. Tijdens het eten hebben we het nog even over de begrafenisstoet in Nassaud en de bedoeling van het brood. We vragen de serveerster of ze ons uit kan leggen waar dat brood voor dient. Ze vertelt dat het gebruikelijk is dat de familie van de overledene de gasten een brood mee naar huis geeft. Het brood wordt tijdens de dienst in de kerk gezegend en daarna door de gasten mee naar huis genomen, waar ze het dan later ter nagedachtenis aan de overledene opeten.

Dag 35:        Vrij.   23 Juni 2017
Rodna –Fundu Moldovei
97 km

Pension Doris heeft een stevig ontbijtje voor ons klaar gemaakt met oa een gebakken eitje, en … broodbeleg als honing, jam en zelfs echte boter!! We kunnen er tegen. Ik ga vandaag Jezussen fotograferen en Wytze wil oude vrouwtjes gaan verleiden om voor zijn camera te poseren. In het dorpje Sant komen we beiden wat dat betreft goed aan onze trekken maar we zien er ook nog iets voor ons heel bijzonders. Een drietal vrouwen is er namelijk ineen riviertje karpetten aan het wassen. Ze doen dat in een aftakking van de rivier waar ze een bodemloze ronde put in gemaakt hebben waar het water doorheen kolkt. De karpetten worden in de kolk gegooid en daar dan op natuurlijke wijze schoon gespoeld. Over een stellage hangen er een heleboel te wachten op een schoonmaakbeurt dus lijkt het dat ze dit voor het hele dorp doen. Na Sant houdt de verharding op en gaat de route verder over een grof gravel pad. De klim naar de Pasul Rotunda gaat nu echt beginnen. 10 km met een stijging van 6-7 % staat er in het boekje. Eerste deel gaat prima, maar dan komen een paar heftige onweersbuien de lol een beetje verstoren. Tijdens de eerste bui kunnen we nog schuilen onder de overstek van een varkenskooi waar ook een hond vervaarlijk ligt te blaffen. Gelukkig kan de hond er niet uit. De weg is na deze bui veranderd in een soort van riviertje, maar we kunnen verder.Een eindje verderop worden we vanuit een schaftkeet ineens nageroepen door een groepje bosarbeiders. Ze roepen ons terug en leggen met handen en voeten uit dat we 2 km terug bij de brug een afslag gemist hebben. Wij draaien de fietsen en zij gaan wijzend op de donkere lucht snel de keet weer in. Zij blijven droog, maar wij niet. De tweede onweersbui knalt er uit en deze keer is er geen mogelijkheid om te schuilen. Het bliksemt en regent dat het giet en de weg gaat steeds maar steiler de hoogte in. We praten niet meer maar stoempen ons zo snel als we kunnen door de natte vol donder en bliksem zittende koude wolken naar boven. Totaal verkleumd van de kou komen we boven op de op 1274 m hoogte gelegen Pasul Rotunda aan. Onder een grote overdekte picknicktafel zit er een groep jongelui te eten. Ze hebben met ons te doen en nodigen ons uit  om aan te schuiven en mee te eten. We hebben het echter zo koud en zijn zo door en doornat dat we toch maar liever zo snel mogelijk naar beneden willen. Snel gaat het echter niet. De weg is slecht en door de hevige regenval bezaaid met stenen en overspoeld met modder. Na een afdaling van 13 km komen we bij Carlibaba weer in de bewoonde wereld terecht en gaan we ons opwarmen in een groot restaurant.De  jongen van de bediening ziet ons blauwbekken en stuurt ons door naar de bathroom waar we ons kunnen warmen aan de warme lucht uit de handendrogers. We drinken daarna nog warme koffie en hete soep maar blijven het in onze natte kleren toch nog koud hebben. Het regent niet meer dus zit er niets anders op dan te proberen om onszelf droog te fietsen. De inspanning die nodig is voor de volgende klim naar de Pasul Mestecanis van 1096 m helpt ons daar wel bij. Dan nog een lange afdaling naar de camping in Fundu Moldovei. De camping heet Vuurplaats! Die naam geeft al aan dat de beheerders Nederlanders zijn. De eigenaar is een beetje een praatjesmaker en dat ontlokt bij Wytze een opmerking over de hoogte van het kampeergeld. Wytze vindt € 17,00 veel te veel voor een camping in Roemenië. Dit zijn West-Europese prijzen zegt Wytze! Ik schaam me dood en zeg dat later ook tegen Wytze. Hij schrikt van mijn opmerking en begrijpt me wel maar vindt toch dat je dat gewoon moet kunnen zeggen en hoopt dat ik hem nou toch geen krent vindt. De campingeigenaar komt ons overigens even later nog verrassen met een biertje en een karafje wijn. Toch een goedmakertje??

Dag 36:        Za.   24 Juni 2017
Fundu Moldovei -Sucevita
66 km

Hoewel het niet meer geregend heeft zijn de tenten vandaag nog lang zeiknat. We ontbijten daarom maar op ons gemak in de‘woonkamer’ van de camping en zijn dus wat later weg dan normaal. Als we de weg van Fundu Moldovei naar de route bijna uit gefietst zijn komen we de door een paard getrokken ‘roomwaogen’ tegen. Mensen uit de buurt komen met een emmertje de melk van hun koe afleveren. Elk emmertje wordt gewogen en daarna in een boekje bijgeschreven. Even later, in de klim naar de eerste pas van vandaag, de Boului van 1049 m staan er veel imkers langs de weg om hun honing aan de man te brengen. Ze hebben hun bijenkasten uitgestald en soms zelfs in een soort van pipowagens helemaal weggetimmerd. De honing wordt ter plekke uit de raten geslingerd. Een van de honingverkopers met een mooie imkerpet op vindt dat we zijn honing toch maar eens moeten proeven en vult voor ons 2 glaasjes. In een soort van Duits lult hij over zijn prachtige vak en vertelt hij wel 100 volken te hebben en bovendien iets speciaals voor ons in de aanbieding te hebben. Even later komt hij met een potje met koninginnegelei op de proppen waarvan we perse moeten proeven. Als je per dag 2 eetlepeltjes eet hoef je eigenlijk verder die dag niets meer te eten. Voor 20 lei koopt Wytze, die wel liefhebber is van honing,  uiteindelijk dan toch maar zo’n potje. In Vatra Moldovitei drinken we eerst koffie bij wat kaartende mannen en gaan dan op bezoek bij het beroemde nonnenklooster uit 1537. Het is een mooie kerk met zowel binnen als buiten vele kleurige afbeeldingen van heiligen en bijbeltaferelen. Onze fietsen die we bij de ingang gestald hebben worden ondertussen door vele bezoekers bekeken en bewonderd. Na het kloosterbezoek beginnen we aan de 2e klim van de dag naar de Pasul Ciumarna op 1109 m.  waar kraampjes staan met warme worst en natuurlijk honing in de aanbieding. Wij beperken ons tot een koud frisdrankje en beginnen daarna aan de afdaling naar Sucevita. Ook in Sucevita staat tussen de vestingsmuren een kleurig klooster met natuurlijk veel iconen en zowel binnen als buiten bonte beschilderingen. We gaan er kamperen bij Camping Briljant en zetten daar onze tent op vlak voor de kippenren.

Dag 37:        Zo.   25 Juni 2017   
Sucevita – Falticeni
87 km

Om half 6 maken de kippen en de haan mij al op brute wijze wakker. Wytze daarentegen vindt het een mooie manier om gewekt te worden!!?? De was die we onder de kiosk te drogen hadden gehangen is niet droog en moet vandaag dus nat te tas in. In Marginea zien we vrouwen in zondagse kleren wandelen op weg naar de kerk. De mis is overigens al begonnen want we horen de voorganger door de buiten opgehangen luidsprekers al ver zingen. Kan ook zijn dat het een soort van lokroep is!? We stoppen bij de hoofdingang van de kerk en kijken en luisteren net als vele gelovigen naar wat er zich binnen allemaal afspeelt. Op mijn recordertje neem ik een stukje van de gezangen op. Het ene na het andere lied wordt er door de voorganger gezongen waarbij er soms door iedereen wordt geknield of meegezongen. Ook vooraan bij het altaar, dat verborgen is achter een hoge wand, gebeurt waarschijnlijk van alles maar wat precies is voor niemand zichtbaar. In de dorpjes die we daarna passeren zien we overal dezelfde rituelen en gebruiken. We hoeven vandaag geen pas te beklimmen maar de uitlopers van de Karpaten kennen toch wel stevige klimmetjes tot zo’n 12 %. Het landschap verandert snel en wordt vlakker en vlakker. De route gaat vandaag door vele uitgerekte dorpjes en brengt ons uiteindelijk bij de afslag naar Falticeni waar geen camping is en we dus op zoek gaan naar een hotel. Het wordt hotel De Tourist, waar we op het terras tussen de coniferen eerst maar eens een lekker pilsje gaan drinken. Eten doen we bij een Pizzeria in het stadje waar we na het eten nog even door heenlopen.  Net als bijna overal het geval is worden ook hier de gebouwen zeer slecht onderhouden. Het is dan nog steeds warm, 27°.

Dag 38:        Ma.   26 Juni 2017
Falticeni – Piatra Neamt
86 km

Het duurt even voordat de bediening begrijpt wat we ’s morgens op het terras eigenlijk komen doen. Willen we alleen koffie of toch een volledig ontbijt? Als het ons ontbijtje met koffie er dan uiteindelijk toch helemaal is eten we het lekker op ons gemak op. Het is al vroeg warm maar wel lekker fietsweer, dus het schiet goed op. We komen vandaag opnieuw in een begrafenisstoet terecht. Als het overige verkeer de stoet gewoon passeert doen wij dat dan ook maar. Ook hier lopen er weer veel mensen in de stoet die brood bij zich hebben en ook hier staat de achterklep van de lijkwagen nog wagenwijd open. Terwijl we passeren zien we dat de kist ook nog niet gesloten is en kijken we zo op het hoofd van de overledene. Verder naar voren aan het hoofd van de stoet lopen de mannen met processievaandels maar ook een man met een grote boomtak waaraan van alles aan vastgeknoopt is. Koekjes, snoepgoed, repen textiel. Waar dat voor is is ons nog een raadsel. Wij kopen even later ons eigen brood in een winkeltje waar nogal wat Roma-mensen rondhangen. Terwijl Wytze binnen brood koopt blijf ik in de buurt van de fietsen. Een agent die een eindje verderop de zaak in de gaten houdt wenkt mij. Hij praat echter alleen Roemeens dus ik versta niets van wat hij zegt. Een toevallige voorbijganger heeft dat in de gaten en biedt zich aan als tolk. Blijkbaar wil de agent weten waar we naar toe gaan. Naar Piatra Neamt zeg ik. Terwijl hij naar de Roma-mensen knikt zegt hij dat we beter voorzichtig moeten zijn. Het net gekochte brood nemen we dus maar mee en gaan verder op zoek naar een rustig bankje. We zien er een staan onder een boom voor de omheining van een huis. We vragen aan de eigenaar van het huis die achter de omheining in de tuin aan het werken is of we zijn bankje even mogen gebruiken. “Da”. Is zijn antwoord, maar als we op het bankje willen gaan zitten komt zijn vrouw het huis uit en worden we uitgenodigd om op het erf te komen zitten. Er wordt een tafeltje afgeruimd en schoongemaakt en als we ons daar genesteld hebben komt de vrouw ook nog met 2 kopjes koffie aanzetten. Prachtig!! Wat een gastvrijheid. Ze willen ook wel met ons buurten maar helaas is de taalbarrière toch te groot dus laten ze ons rustig onze lunch opeten en gaan gewoon verder met hun eigen werkzaamheden. Na onze hand als bedankje voor de gastvrijheid zwaaien ze ons vanuit de tuin na.Wat zullen ze toch van ons denken? Hoe gaan zij deze ontmoeting doorvertellen aan hun kennissenkring?  zijn de vragen die we elkaar stellen en waar we helaas geen antwoord op zullen krijgen. Na nog een paar klimmetjes zijn we rond 15.00 uur al in Piatra Neamt. Er moet daar een camping zijn. We zie geen camping bordjes maar wel bordjes die naar een toeristenbureau verwijzen. Die verwijzing is echter voor ons niet duidelijk dus vragen we ernaar. De man en vrouw verwijzen ons niet naar het bureau maar meteen naar de camping. Ze rijden zelfs met de auto tot aan een spoorwegovergang voor om ons de weg te wijzen. Daarna hoeven we de weg alleen maar verder uit te rijden. Nadat eerst nog inkopen gedaan te hebben steken we het spoor over en fietsen we naar de camping annex zwembad. We melden ons bij de receptie en krijgen dan te horen dat de camping opgeheven is, maar dat we voor 100 Lei wel een blokhut kunnen huren. Dan maar een blokhut. Eenmaal in onze blokhut ingekwartierd barst er een hevig onweer los. We zijn dus weer eens net op tijd onder dak. Het regent zo hard dat het water al vrij snel onder de voorgevel door de hut in loopt. Met een dweilmop proberen we het water weer naar buiten te duwen. Het is werkelijk dweilen met de kraan open. We zijn er zeker een uur zoet mee. Na het onweer waarbij zelfs even hagelstenen vielen moeten we nog zeker een uur wachten tot we de straat op kunnen. Alle wegen staan blank dus moeten we nog even wachten om bij de receptie onze watersnood te kunnen melden. We krijgen een andere blokhut en mogen de ‘natte’ blijven gebruiken als fietsenstalling. Eindelijk kunnen we droog ons avondeten gaan koken en zijn we toch wel blij dat de camping opgeheven is.

Dag 39: Di. 27 Juni 2017
Piatra Neamt – Secueni
102 km

Het is qua weer een rustige nacht geweest en ik heb dan ook prima geslapen. Wytze wat minder blijkbaar omdat hij last had van mijn gesnurk. Als we het kampeerterrein affietsen zien we de gevolgen van de heftige onweersbui van gisteren. Met man en macht wordt er gewerkt om de modder van de ingangsweg te verwijderen. Ook op de straat voor de camping ligt veelmodder en andere aangespoelde rommel. Via de markt, waar het al druk is, fietsen we Piatra Neamt uit. Het is prima weer dus de jasjes kunnen al vrij snel uit. De etappe gaat naar het oosten door een gebied waar weinig voorzieningen zijn en die zo’n 10 km over een grindpad loopt. De uitlopers van de Karpaten kennen vele stevige klimmetjes die ons weer mooie uitzichten opleveren. Vanaf een uur of 3 kijken we al een beetje uit naar een winkel en geschikte overnachtingsplek. De winkeltjes zijn heel klein en kennen geen zelfbediening. Bij Fundeni zien we een grasveldje bij een verlaten schoolterrein. We spreken wat passerende mensen aan met vraag of we daar zouden mogen kamperen maar onze vraag wordt niet begrepen. We fietsen maar door naar het volgende dorp Secueni. Daar vinden we in ieder geval een winkeltje dus doen we daar eerst maar eens wat inkopen. Als we de man in de winkel vragen of hij misschien een geschikte kampeerplaats kent in de buurt biedt hij het grasveldje naast zijn huis aan. Als we er gaan kijken blijkt dat het een verschrikkelijk knollenveld is met lang gras waarop een grote loader geparkeerd staat. Het is eigenlijk totaal ongeschikt maar we hebben niks anders dus nemen het aanbod toch maar aan. De kippen worden weggejaagd en we bouwen beiden ons tentje in de rommel op. Mijn tent staat nog maar amper of ik moet er al een kat uit jagen. De WC is hier een gat boven de beerput en om ons te kunnen ‘douchen’ krijgen we van de eigenaar een plastic emmer met koud water en een vies oud steelpannetje. Hij lijkt het allemaal prachtig te vinden. Wij wat minder maar gaan toch nog maar even wat drinken in z’n winkeltje. Hij vertelt vrachtwagenchauffeur te zijn geweest en komt met een heleboel wegenkaarten aanzetten. Ons routeboekje vindt hij maar niets. Er zijn veel betere en korte wegen naar Constanta! Langs de heg van de kippenren koken we ons avondeten en zoeken daarna vrij snel onze slaapzak op.

Dag 40:        Wo.   28 Juni 2017
Secueni – Barlad
88 km

Hoewel we er gisteren op tijd in lagen hebben we toch maar een kort nachtje gehad. Om half 5 begon de haan aan de andere kant van de heg al onrustig naar zijn vrienden in de buurt te kraaien. Ook de winkelier is er wakker van geworden en begint al met emmers te rammelen en de kippen te voeren. Om half 6 zet hij de radio keihard aan en als hij zich even later bij het poortje bij de heg laat zien is het wel duidelijk dat hij wil dat we zo snel mogelijk opkrassen. Hij komt onze “douche-emmer ophalen en zet die in de ren bij de kippen neer. Het lijkt er op dat hij die daar de vorige dag ook weggehaald heeft. Hoewel onze tenten nog kletsnat zijn pakken we toch alles maar snel op de fiets want onze ‘gastheer’ staat al een tijdje ongeduldig met een open poort op ons te wachten. Als dank voor de gastvrijheid geven we hem toch maar een hand en gaan zonder ontbijt om half zeven beginnen aan de volgende etappe. Het lijkt wel of iedereen hier vroeg op staat want er worden al paardjes naar de wei gebracht en een man is al drukdoende met het hoeden van zijn ganzen. Wij beginnen de dag met een stevige klim. Voorbij de klim in Plopana is het markt. De bezoekers komen vooral met paard en wagen hun in- en verkopen doen. We wandelen wat over de markt en kopen er als ontbijt een soort van cakebrood met sukade en stukjes chocolade dat we een eindje verder op een bankje opeten. Voor koffie en wat water kunnen we aan de overkant in een winkeltje terecht.  De route gaat daarna verder over een soort van heuvelrug met uitgestrekte weilanden waar paarden, koeien en schapen grazen. Hoewel het al vroeg warm is, is het weer een mooie tocht. Het boekje geeft aan dat er in Barlad een pension is met de mooie naam Patricia, dat lijkt ons wel wat na de korte nacht in Secueni. Het pension zouden we zo’n 4 km voorbij Barlad moeten kunnen vinden. Dat lukt ons niet zelfstandig maar gelukkig is er een jongen op de fiets die ons er naar toe brengt. We zijn het pension al voorbij gefietst en moeten dus een stukje terug. De deur van het pension is gesloten maar de jongen belt met het nummer dat er op staat. Het duurt even maar dan horen we binnen toch wat gerommel met deursleutels. Even later komt er een wat oudere man naar buiten die moeilijk verstaanbaar is en die moeizaam loopt. Hij heeft duidelijk nog veel hinder van een herseninfarct dat hem overkomen is. We mogen er wel blijven slapen, maar kunnen er niet blijven eten. Ook hier komen we weer  in een slecht onderhouden verwaarloosd pension terecht. De riolering is kapot maar daar wordt straks nog aan gewerkt.  Prijs is 80 Lei per nacht. Voor ons avondeten fietsen we 4 km terug naar Barlad. Er is weinig te beleven in het centrumloze stadje maar uiteindelijk vinden we dan toch een pizzeria. Het is een beetje een hippe tent met lage zitje en bankstellen. Bij het naar binnen gaan zie ik Wytze al bedenkelijk kijken. Eenmaal gezeten komt dan ook de kritiek. De muziek deugd niet, we zitten te dicht tegen een drukke weg aan en de menukaart is in het Roemeens. Ik bestel 2 gangen Wytze 1. Als ik nog aan mijn hoofdgerecht moet beginnen is Wytze al klaar met eten en staat hij op en gaat Catrien bellen. Waarom dat onder het eten moest weet ik niet maar het rare is dat hij ook een hele tijd wegblijft. Als ik mijn hoofdgerecht op heb is hij er nog niet. Ik kijk naar buiten maar zie hem nergens. Even later komt hij weer aangeschoven en zegt: “He, he dat was lekker! Ik heb even lekker rustig in het park op een bankje gezeten.”  Ik schiet wat uit mijn slof en zeg mij door deze opmerking toch enigszins beledigd te voelen omdat ik hieruit opmaak dat hij liever alleen in een parkje zit dan met mij samen aan een tafel. Het duurt even voordat hij zegt mijn gevoel te begrijpen. Voor Wytze is eten namelijk voeding tot je nemen zodat je weer voldoende energie hebt om de volgende dag te kunnen fietsen. Dat geldt ook voor uiteten gaan terwijl ik vind dat dan de nadruk meer op communiceren en aandacht voor mekaar zou moeten liggen. De reden dat ik mijn ongenoegen wilde uiten is denk ik een reactie op wat opgestapelde irritaties. Als we al praten blijken we beiden niet echt geïnteresseerd in elkaars bezigheden en levensopvattingen.  Ik reageer over het algemeen heel kritisch op zijn verwijzingen naar allerlei filosofen en prijzen van soberheid en meditatie. In mijn toneelactiviteiten lijkt hij niet zo geïnteresseerd. Hij hoort me welaan maar vraagt zelden door. Het irriteert mij dat Wytze zich constant voordoet als de wereldreiziger die weet hoe je je als zodanig dient te gedragen. Soms heb ik daardoor het gevoel dat hij me als een onbenul beschouwd. Regelmatig krijg ik te horen: 
Dat onze reis toch niet oplevert wat hij in z’n eentje in Amerika beleefd heeft.  Dat hij uit Noord-Nederland komt en dus wel 200 km meer gefietst heeft dan ik.  Dat het bij eten niet over lekker gaat maar of je zat bent. (genoeg gehad hebt). Dat terrasjes en restaurants voor een wereldreiziger in principe verboden gebieden zijn. Dat je je als wereldreiziger bijna moet verontschuldigen als je in toeristische gebieden bent. Dat je pas mag stoppen voor een pauze als je meer dan 25 km gereden hebt. Dat je nooit gebruikt maakt van de eerste gelegenheid omdat er misschien nog een betere komt.

Dag 41:         Do.    29 Juni 2017
Barlad –Barlad – Galati
50 km

Ik heb een verschrikkelijke nacht achter de rug. Zowat de hele nacht heb ik doorgebracht op het toilet. Tot overmaat van ramp raakte het toilet op onze kamer halverwege de nacht verstopt en was ik genoodzaakt, nadat ik te laat was opgestaan, om het toilet van de kamer langs ons te gebruiken en me daar dan ook maar te douchen. Als ’n dweil klim ik vanmorgen uit bed. Het liefst zou ik in Barlad naar een ander hotel gaan en daar weer in bed gaan liggen. Toch stem ik even later in om toch maar gewoon aan de geplande route naar Galati te gaan beginnen. De weg loopt echter continue omhoog en na zo’n 25 km trek ik het niet meer en moet ik in een klim van 8% van de fiets. Ik heb totaal geen kracht meer in de benen. Ik wil en kan eigenlijk niet verder. Bij een winkeltje drinken we wat fris water en overleggen we wat we kunnen doen. Op de kaart zien we wel een spoorlijn lopen van Barlad naar Galati. Als we aan de overige gasten op het terras vragen of zij misschien weten waar het dichtstbijzijnde station voor die lijn is krijgen we tegenstrijdige antwoorden die ons niet verder helpen. We besluiten daarom om toch maar weer terug te fietsen richting Barlad omdat dat in ieder geval bergafwaarts is en maar te bezien of er  ergens een station is. De temperatuur loopt ondertussen al aardig op en ik word steeds beroerder en moet langs de kant om over te geven. We vinden geen station en moeten dus helemaal terug naar Barlad. Total loss ga ik daar op de trappen bij het station zitten terwijl Wytze gaat kijken of hij ergens een trein naar Galati kan vinden. In eerste instantie lijkt dat niet goed te lukken maar ineens komt hij terug gerend en blijkt de trein al klaar te staan op het perron. Opschieten dus! Er is geen tijd meer om nog wat drinken te halen. Het wordt voor mij een 3 uur durende barre tocht. De temperatuur in de trein is verschrikkelijk en tussen het zuchten en steunen door probeer ik op de harde banken nog wat te slapen. Er is gelukkig wel een toilet aan boord. Om 15.00 uur komen we in Galati aan. Op zoek naar een hotel fietsen we een rondje door Galati en komen dan uit bij hotel Alex. Ik vind het allang prima maar Wytze heeft nog even zijn bedenkingen als hij de prijs van € 44,00 per nacht hoort. Eenmaal op de kamer ploffen we beiden doodmoe en uitgepierd op bed. Ik chat nog even met het thuisfront om wat tips op te doen. Voor hen is het wel duidelijk dat ik voedselvergiftiging opgelopen heb. ORS en cola is het advies. Ik zoek in mijn medicijnentasje naar de nodige herstelmiddelen en ga aan de slag met Norit en ORS. Wytze wordt nu op zijn beurt steeds beroerder maar vraagt nog wel wat we morgen zullen gaan doen. Nou, zeg ik, dat lijkt me niet zo moeilijk als ik naar onze gesteldheid kijk. Ik blijf in ieder geval hier totdat ik een fatsoenlijke maaltijd binnen kan houden. De nacht komen we vooral wandelend van bed naar toilet en v.v. door. Ik steeds minder frequent, Wytze steeds meer. Het lijkt erop dat we beiden voedselvergiftiging opgelopen hebben.

Dag 42:        Vrij.   30 Juni 2017
Galati

Zoals afgesproken met de receptie melden we ons om 08.00 voor het ontbijt. Wytze is doodop, ik voel me ietsjes beter. Voor we gaan eten geven we aan dat we ziek zijn en daarom nog een nacht langer willen blijven. De receptioniste snapt er echter niet veel van en wil eigenlijk alleen maar weten of we een gebakken of een roerei willen. We leggen nog een keer uit dat we helemaal geen ei hoeven en dat we ons ontbijt wel meenemen naar de kamer zodat we het later als we ons wat beter voelen alsnog op kunnen eten. Zo gezegd zo gedaan, maar om 12 uur belt ze toch naar de kamer om te waarschuwen dat we er op tijd uit moeten zijn. Na wat uitleg begrijpt ze eindelijk de situatie en schrijft ons alsnog voor een extra dag in. Een uur later belt ze echter weer met de mededeling dat we wel mogen blijven maar dat we om 14.00 uur moeten verkassen naar een andere kamer op een etage hoger. We sjouwen alles naar boven en gaan daar verder met waar we gebleven waren nl. in bed liggen en af en toe eruit om naar de WC te gaan. In de loop van de middag begin ik me iets beter te voelen. Ik ben niet meer zo moe en krijg zelfs een beetje trek in wat eten. Ik neem nog wat ORS en loop dan even later de stad in om te kijken of ik ergens wat te eten kan kopen. Bij een bakker koop ik 3 broodjes en bij de supermarkt edammerkaas, wat yoghurt en een paar appels. Terug op de kamer eet ik 1 broodje en 1 appel. Wytze moet nog van geen eten horen. Peet en Faas melden zich via de Whatsapp video. Ik moet cola gaan drinken en morgen weer bellen.  Wytze belt nu ook even met Catrien. Daarna krijgen we telefoon van de receptie of we de kamerhuur willen komen betalen.Wytze gaat dat doen, maar als hij weer boven komt zakt hij bijna door z’n knieën. Hij heeft de kracht niet meer om op zijn benen te blijven staan en is kletsnat van de zweet.  Liggen dus maar weer. Of we morgen ook nog mogen blijven is niet zeker want alle kamers zouden verhuurd zijn. Rustig afwachten dus.

Dag 43:        Za.   1 Juli 2017
Galati

De juffrouw van de receptie komt ’s morgens bij het ontbijt vertellen dat als we nog ’n nacht langer willen blijven wel weer naar een andere kamer moeten verhuizen. Minder luxe, geen bar , geen TV. Ook goed als er maar een bed is. Deze keer bestellen we allebei wel een omelet.Wytze propt die helemaal in zijn mond; ik zover het me smaakt. De thee smaakt eigenlijk nog het best. Ik proef in ieder geval weer iets. Nu maar hopen dat het erin blijft. En dat blijft het. Ik voel me na het ontbijt zelfs steeds fitter worden en ga maar een wat actiever aan mijn blog werken. Tegen de middag heb ik de achterstand op het blog en facebook zelfs helemaal weggewerkt en weten onze volgers ook wat er met ons aan de hand is. ’s Middags ga ik maar weer eens wat brood en kaas kopen in de supermarkt. Het smaakt me weer lekker. Bij Wytze is de smaak er nog niet maar hij propt het er toch in. Ik hoef ook niet meer naar de WC maar Wytze kan het nog steeds niet lang binnen houden en voelt zich steeds slapper worden. Als de grootste hitte wat weg is wandelen we ’s avonds toch maar even door het parkje achter het hotel naar de stad. Bij hotel Danube staan een heleboel stoelen voor een podium opgesteld. We gaan maar zitten en zien wel wat er gaat gebeuren. We krijgen een optreden van een orkest dat  harmoniemuziek speelt. Het stelt niet zo veel voor maar we zitten er goed en hoeven in ieder geval niet te lopen. Het is er om 21.00 uur nog steeds 36°. We lopen dan nog een rondje langs de boulevard en weer terug naar hotel Alex. Het is weer tijd om te rusten. Afwachten wat de nacht ons op gaat leveren.

Dag 44:        Zo.    2 Juli 2017
Galati – Tulcea
84 km

Als we naar het ontbijt gaan spreken we af dat als we het ontbijt binnen houden we weer op de fiets zullen stappen. Vol verwachting bestellen we beiden een omeletje. Dit keer eten we het ook allebei op. Het begint me steeds beter te smaken en ik voel me al weer een heel eind opgeknapt. Wytze daarentegen is nog steeds aan de diarree en voelt zich zo slap als een tod, maar het ontbijt blijft er in en dus inpakken die tassen. Hoe ver we gaan fietsen weten we niet. Dat zal afhankelijk zijn van hoe onze lijven op de inspanningen zullen gaan reageren. Het hotel en onze eigen stank zijn we behoorlijk beu. We willen weg al is het maar 25 km. We nemen afscheid van de receptie en bedanken het personeel dat we zolang hebben mogen blijven. Nog even water kopen in de supermarkt en dan op naar de Donau waar we met het veer naar de overkant gaan. Wytze heeft het moeilijk op de boot maar haalt gelukkig toch ‘droog’ de overkant. Na 25 km bereiken we nietszeggend fietsend over  kleine klimmetjes net voor Lucevita de eerste mogelijkheid om er mee te stoppen. We nemen er een lekkere cola en vinden dat het te goed gaat om al te stoppen en rijden dus door. De route die onder langs de Donau Delta loopt is mooi maar wordt ook wel wat zwaarder. Als we klimmetjes tot meer dan 10% voor de wielen krijgen voelen we toch wel dat onze lijven toch wel behoorlijk uitgewoond zijn en de conditie flink afgenomen is. We passeren in Isaccea de grens naar Oekraine op een paar kilometer. Op een terras drinken we nog maar eens een colaatje en zoeken we op booking.com de dichtstbijzijnde overnachtingsmogelijkheid. Het wordt Vila Pelican in Tulcea die ons voor   € 20, 00 onderdak kan bieden. 
Via een steile weg met kinderkoppenbestrating komen we behoorlijk kapot bij het pension aan. Ik haal het fietsend, Wytze moet er af en komt te voet omdat hij door het getril de zaak niet meer binnen heeft kunnen houden. Het is een mooie locatie maar de kamer valt enorm tegen, maar voor € 20,00 mag je misschien ook niet meer verwachten. Op zoek naar een restaurant in de stad komen we natuurlijk toch weer in een pizzeria terecht. Ik bestel een pizza die me nog niet echt smaakt en krijg die ternauwernood naar binnen gewerkt. Wytze bestelt zelfs 3 gerechten want ‘er moet wat in’ en moet dat natuurlijk even later weer vrij snel bekopen. Hij is wat betreft hars leers. Na het eten maken we nog een wandelingetje over het centrale plein en rusten even zuchtend uit op een bankje bij een fontein. We drinken ergens nog maar eens een cola en kopen water voor op de kamer van onze Vila Pelican waar het nog steeds bloed heet is . De ventilator blaast wel maar koelt ons niet. De slaap is moeilijk te vatten. Hebben we misschien toch te ver gefietst?

Dag 45: Ma. 3 Juli 2017
Tulcea – Jurilovca
55 km

Het heeft hard geregend vannacht en alle twee hebben we slecht geslapen. Wytze  moest nog vaak naar de WC . Hij is bang dat het vandaag nog meer zal gaan regenen en dat hij dan, door zijn verminderde weerstand, niet in staat zal zijn om zich warm te houden. Hij wil het liefst nog een nacht bijboeken. Ik wil niet blijven en zou het liefst een stukje gaan fietsen maar als dat niet kan dan wil ik in ieder geval naar een ander fatsoenlijk hotel waar ik wel aan slapen toe zal kunnen komen. Wytze zegt geen ja of nee maar gaat z’n tas inpakken. Waarom hij niets zegt weet ik niet maar ik denk toch dat hij niet naar een ander en waarschijnlijk duurder hotel wil. We gaan dus verder. In het centrum eten we bij de bakker als ontbijt een lekkere apfelstrudel en een stuk chocoladegebak en als we dan nog 2 liter water gekocht hebben zijn we klaar om op weg te gaan naar de eerst volgende overnachtingsmogelijkheid op zo’n 20 km. We kiezen voor de routeverkorting Tulcea – Agighiol. Dit scheelt ons zo’n 50 km en brengt ons toch weer een beetje terug op de planning. De weg om Tulcea uit te fietsen bestaat uit kinderkopjes en gaat natuurlijk stijf omhoog. Onze fysieke gesteldheid wordt dus meteen goed op de proef gesteld. Tegen de verwachtingen in gaat het eigenlijk helemaal nog niet zo slecht. Wytze hangt in het begin nog een tijdje in het wiel maar als de eerste klimmetjes zich aandienen komt hij me al weer snel voorbij getrapt. Hij kan dat gewoon niet laten. Ik blijf in mijn eigen tempo omhoog klimmen. We fietsen opnieuw door een heel mooi heuvelachtig landschap. Even voorbij Agighiol zitten we weer op de hoofdroute en komen we vrij snel bij een binnenwater uit dat bij het natuurreservaat van de Donau Delta behoort. De met kort gras begroeide hellingen houden het water buiten. Tijdens de cola pauze besluiten we door te fietsen naar Jurilovca. Ik ben bang dat we onze fysieke mogelijkheden daarmee overschatten en vind het een beetje riskant maar Wytze wil morgen in Constanta zijn en dan moeten we vandaag dus toch wel voldoende kilometers gemaakt hebben. Aangezien Wytze nog het meest last heeft van diarree laat ik hem beslissen. Dus … we gaan nog even door. We ontmoeten bij de cola ook nog een Duitse jongen die naar Istanboel aan het fietsen is. Hij volgt de Europa Radweg, fietst zo’n 120 km per dag en wil vandaag nog in Constanta aankomen. Wytze geeft een beetje aan dit toch wel als het echte wereldfietserswerk te vinden en onze manier maar een beetje te soft te vinden. Ik heb dat gevoel niet en vindt het fijner om het fietsen te combineren met contacten leggen en dingen te bekijken zodat je meer kunt genieten van de omgeving en haar bewoners. Hoewel Wytze nog wel even achter een boom moet gaan zitten komen we zonder ons te moeten forceren in Jurilovca aan.Bij Pension Anastasia vinden we onderdak. Het is een beetje aan de dure kant maar we krijgen dan ook wel de beschikking over een heel huis inclusief woonkamer en keuken. In het dorp kopen we ons eten en pin ik 400 Leu.  Wytze loopt nog even naar het haventje van Jurilovca. Ik heb bij het lopen weer veel last van mijn linker enkel en ga terug naar het pension en doe daar nog wat kleren in de was en hang die buiten onder het afdak te drogen. Wytze kookt rijst met wat gemende diepvries groenten. Ik doe er nog wat reepjes gekookte ham (Praga) bij. Als toetje natuurlijk nog ons dagelijks bekertje yoghurt en we sluiten af met koffie. Goed gegeten dus maar de vraag is: Hoe lang houden we het bij ons? Ik chat nog even met Peet en Faas. Het waait hard dus de was zal morgen wel droog zijn en .. het is goed slaapweer. Morgen naar Constanta??

Dag 46: Di. 4 Juli 2017
Jurilovca – Constanta 
93 km  

Met wat gekookte eitjes en verse koffie maken we voor onszelf een heerlijk ontbijtje. Het waait nog steeds flink en vannacht heeft het ook nog veel geregend maar als we om goed 9 uur wegfietsen is het droog. Met de wind in de rug is het eigenlijk best goed fietsweer. Even moetende regenjasjes aan. Na zo’n 20 km gaan we bij de afslag in Mihai Viteazu koffiedrinken. We zitten nog maar net of er komt een Spanjaard bij ons aanschuiven die uit de richting van Constanta komt. Hij heeft flink tegen de wind, die ons zo goed gezind is, in moet trappen. Hij vertelt dat hij gisteren een Duitser ontmoet heeft die hem vertelde dat hij 2 Nederlanders voorbijgefietst is die onderweg zijn naar Burgas om daar de boot naar Georgiëte nemen en dat hij blij is dat hij ons gevonden heeft en dat hij heeft vervelend nieuws heeft voor ons. De ferry in Burgas neemt deze maand namelijk vanwege onderhoudswerkzaamheden geen passagiers mee. Ik kan hem niet geloven! Terwijl Wytze nog met hem verder praat probeer ik een reservering te doen bij de bootmaatschappij waar ik eerder contact mee gehad heb. Bij dat eerdere contact verzekerde de maatschappij mij dat het geen probleem zou zijn om met de fiets de overtocht te maken maar als ik toch wilde reserveren dat dat dan pas vanaf 2 weken van tevoren mogelijk is. Eenmaal op de website van de maatschappij zie ik dat reserveren niet mogelijk is omdat de hele maand juli ineens ontbreekt. Ik stuur daarom maar een email met de vraag hoe het nu zit.Vrijwel meteen krijg ik het antwoord dat het verhaal van de Spanjaard bevestigt. Dju!!! Wat nu?? De Spanjaard die via Georgië naar Iran wil fietsen en per se niet via Turkije wil fietsen heeft ervoor gekozen om naar Odessa in  Oekraine te fietsen en daar de boot te nemen naar Georgië. Voor ons is dat nu nog geen mogelijkheid want wij moeten in Constanta eerst onze paspoorten nog op gaan halen. We wisselen wel nog even elkaars telefoonnummers uit. (Juan Miguel Montilla Pabon 12-05-1977 +34 687909859 ) Dan komt er ook nog een Oekraïense motorijder bij ons aangeschoven die vertelt over hoe mooi het wel niet in Georgië is. De ellende wordt daarmee alleen maar erger. Goed van slag nemen we afscheid van Juan en de Oekraïner en fietsen in een ruk door naar Constanta. Onze eerste zorg is nu om onze paspoorten op te halen die we post restante naar Constanta op hebben laten sturen. Het postkantoor vinden we vrij snel maar het is er druk dus moeten we in een lange rij aansluiten. Als we eindelijk aan de beurt zijn laten we onze ID kaart zien en vragen naar de voor ons binnengekomen post. De juffrouw kijkt even op de ID kaart, geeft hem terug en zegt dan zonder ook maar ergens te kijken dat er voor ons niks binnen gekomen is. Als we vragen willen stellen luistert ze niet en wenkt de volgende in de rij. We begrijpen er niets van. Op mijn mobieltje zoek ik naar het inleverbewijs dat Sanne me gestuurd heeft. Eerst wil ze niet kijken maar na wat aandringen doet ze dat dan gelukkig toch. Ze spreekt geen Engels maar roept iets tegen ons waar wij geen snars van verstaan. Gelukkig ontfermt haar collega van 2 loketten, door ons te wenken, zich dan verder over ons.  We moeten eerst wel weer aansluiten in de rij, maar als we dan aan de beurt zijn tovert zij ineens 2 aan mij geadresseerde brieven boven tafel. 1 met ja hoor onze paspoorten met daarin opgenomen onze visum voor China en de andere met de remblokjes die Catrien nog nagezonden heeft. Het derde pakket dat de kinderen als verrassing naar me opgestuurd hebben is jammerlijk genoeg niet in Constanta gearriveerd. De weg naar China is geopend maar de vraag is nu hoe komen we er.Met gemengde gevoelens staan we buiten bij het postkantoor met de paspoorten in de hand een selfie te maken om het thuisfront gerust te stellen. We gaan opzoek naar het in het boekje getipte hotel Tineretului. Voor 100 Leu per nacht hebben we een kamer. De kwaliteit is niet best maar het is te doen. 
Om te vieren dat we onze paspoorten in ons bezit hebben en even de tegenslag van de boot te verdringen stel ik voor om ergens op een terras wat te gaan drinken. Wytze is allergisch voor terrassen en wil liever eerst nog wat door het stadje lopen en naar de zee gaan kijken. Okay gaan we eerst naar de zee kijken. Eenmaal van het zicht op zee genoten te hebben stel ik voor om nu dan een terras te gaan zoeken. Wytze wil eigenlijk nog steeds niet, gaat liever eerst nog naar de haven kijken maar als ik aangeef daar echt geen zin meer in te hebben en dan wel op het terras op hem zal wachten loopt hij toch maar met me mee. Ik heb echt behoefte om de ontvangst van de paspoorten eens lekker te gaan vieren en bestel dus een lekker glas bier. Heerlijk! Wytze bestelt dan maar een alcoholvrij biertje maar kan het gevoel van euforie om de paspoorten niet vinden en dus smaakt het hem in het geheel niet. Ik wil mijn heerlijke gevoel over het bereiken van Constanta en het binnen hebben van de paspoorten nog even vasthouden en bestel gewoon nog een bier. Wytze wil niets meer en gaat dan maar zitten wachten tot ik mijn biertje op heb. Hij heeft honger en wil gaan eten. Prima, zeg ik, dan gaan we eten. Het maakt mij niet uit waar en wat we gaan eten als we maar niet de hele stad door gaan sjouwen en uiteindelijk nog nergens gaan zitten. Het stikt hier natuurlijk van de eetgelegenheden maar het resultaat is natuurlijk toch dat we aan het einde van de straat nog steeds geen keuze gemaakt hebben. Ik wil me niet weer opdringen en wacht wel af wat Wytze gaat doen. Zullen we hier dan maar zegt hij dan. En zo komen we dan uiteindelijk toch terecht in een vrij duur restaurant, met lange wachttijden en waar Wytze na 3 kwartier te horen krijgt dat zijn bestelde soep niet opgediend kan worden. De sfeer was al slecht maar zakt nu naar diep onder nul. Gelukkig smaakt het hoofdgerecht van Wytze hem wel. Dat van mij helaas veel minder. Na het eten gaan we maar meteen terug naar het hotel om ons te douchen en om te kleden want we lopen nog steeds rond in onze fietspakken. De aankomst in Constanta, een mijlpaal waar ik me best wel op verheugd had, valt me ontzettend tegen. Ik had het einde van de Limesroute en het bezit van de paspoorten ondanks het niet doorgaan van de bootreis vanuit Burgas gezellig willen vieren. Helaas was Wytze niet in dezelfde ‘mood’ te krijgen en onder het douchen besef ik dat dat nog wel eens een heel moeilijk punt in onze reis kan gaan worden en vraag ik me af of ik dat dan wel volhoud. Ook heb ik het gevoel dat hij mij verwijt dat ik het plan om met de boot de zwarte zee over ter steken niet goed uitgezocht heb. Al eerder heeft hij de opmerking gemaakt twijfel te hebben over het doorgaan van de bootreis over de zwarte zee. Als hij uit de douche komt laat ik hem dan ook weten dat ik toch wel twijfel over de zin van het verder fietsen. Als reden geef ik het niet doorgaan van de boot en dat het me maar niet lukt om via het internet een goed alternatief daarvoor te vinden. Wytze schrikt maar lijkt even later door mijn opmerkingen toch bevrijd om met zijn irritaties over mij op de proppen te komen. Ik zou voor een wereldfietser niet uit het juiste hout gesneden zijn. Daarvoor heb je de kwaliteiten nodig waarover hij wel beschikt namelijk soberheid en doorzettingsvermogen. Gelukkig kunnen we even later toch weer samen kijken naar de mogelijkheden die er zijn om net als de Spanjaard Juan via Odessa de Zwarte Zee over te steken. We spreken af om morgen in alle rust te bespreken of we er helemaal mee gaan stoppen, of we terugfietsen naar Galati en vandaar naar Odessa, of we ipv  de boot iets met een vliegtuig of trein kunnen overbruggen.

Dag  47:        Wo.   5 Juli 2017
Constanta

Hoewel het natuurlijk goed is om irritaties uit te spreken heeft het voor ons alle twee toch een slapeloze nacht opgeleverd. Tegen de morgen val ik pas in slaap en moet Wytze me om kwart voor 8 wakker maken om te gaan ontbijten. ‘We gaan ontbijten’ maar waar? Ik realiseer me de opmerking van Wytze dat ik niet sober genoeg ben om een goede wereldfietser te kunnen zijn en blijf dus maar wat achter Wytze aanlopen zodat hij maar moet kiezen waar we zullen gaan eten.  Hij loopt alle eettentjes voorbij, gaat bij de supermarkt naar binnen en wijst daar een soort van cake aan. Die maar doen? Ik kijk hem wat geschrokken aan en zeg, maar zullen we niet ergens rustig gaan zitten met een bakje koffie erbij en dan bespreken hoe het met ons en onze reis naar China verder moet? Wytze gaat gelukkig, zij het met tegenzin, om en even later zitten we op een terrasje aan ons ontbijt. Daar spreken we nogmaals onze irritaties naar elkaar uit. Ik vind het onzin om constant op zoek te zijn naar soberheid omdat je anders geen wereldreiziger zou zijn. Zeker nu onze lichamelijke conditie na de voedselvergiftiging nog steeds niet op het goede niveau is lijkt het mij verstandiger om rustig aan te doen en nu we de omstandigheden er zijn goed te eten en te drinken. Er zullen nog genoeg trajecten komen waar we tot soberheid gedwongen zullen worden. Wytze vindt dat ik te vaak mijn zin door drijf en dat ik te veel met mijn mobieltje bezig ben waardoor ik hem het gevoel geef het derde wiel aan de wagen te zijn. Hij neemt zich voor niet langer alles te pikken wat ik wil en adviseert mij om te proberen om het thuisfront los te laten. Het uitspreken van de irritaties geeft aan dat we nu weten wat er allemaal speelt en maakt ons duidelijk dat we alle twee heel verschillend van aard zijn en het op reis zijn heel verschillend in willen vullen. Toch levert het gesprek voldoende vertrouwen in elkaar op om te besluiten dat we samen verder zullen gaan. We kiezen ervoor om terug te fietsen naar Galati en vandaar te proberen om in Odessa te komen en net als Juan daar de boot naar Georgië te nemen. Na het ontbijt gaan we eerst een kijkje nemen in de moskee aan het einde van de straat en wandelen daarna door naar het strand. Terug op de kamer reserveren we meteen online booking voor 12 juli de ferry van Odessa naar Batumi en hebben we via Whatsapp nog contact met Juan over de route die hij aan het fietsen is. Als de plannen vast liggen informeren we het thuisfront over de tegenvallers en hoe onze nieuwe route naar China er uit zal gaan zien. Voor de lunch wordt het dan toch een bezoek aan de supermarkt waar we wat appelkoeken halen om de honger te stillen. Op een bankje met zicht op de zee eten we de koeken op waarna we nog over het strand wandelen waar hard gewerkt wordt aan de bouw van podia voor een komend muziekfestival. Via een soort van boulevard langs de zee maken we nog een rondje over de landtong Tomis. Een opvallend en beetje vervallen gebouw is daar het Cassino.  We lopen nog een kerk binnen waar volop gebeden en gezongen wordt. Op de terugweg naar het hotel stelt Wytze voor om nog ergens wat te gaan drinken. Natuurlijk wil ik dat wel. Graag zelfs ik wilde al wel eerder maar durfde het niet meer voor te stellen. Ik neem een lekker pilsje, Wytze een fruitmix. Om goed 20.00 uur gaan we eten bij een soort van shoarmatent en daarna is het tijd om te gaan slapen want we willen morgen al vroeg vertrekken.

Dag 48:        Do.   6 Juli 2017
Constanta – Tulcea   
132 km 

Het is half zeven als we de boel al aan het inpakken zijn. Over 5 dagen moeten we in Odessa zijn en er ligt nog een heel traject met veel onzekerheden zoals de grensovergangen in Moldavië en Ukraine voor ons. De route om Constanta uit te komen verloopt vlotter dan bij binnenkomst toen we voor onze paspoorten nog op zoek waren naar het postkantoor. Ook de weg langs Mamaia is vandaag veel minder druk dus het schietgoed op. Er staan wel heel veel mensen langs de kant van de weg met sleutels te rammelen. Ze proberen hierdoor de aandacht te trekken van de toeristen die nog op zoek zijn naar een logeeradres. De concurrentie is groot. Om de route zo kort mogelijk te houden fietsen we vandaag zo veel mogelijk over de E87.  Het schiet aardig op. Geen zware klimmen en rond 16.30 uur zijn we dan ook al in Tulcea bij het hotel dat we onderweg via Booking.com vastgelegd hebben. Het hotel ligt op een mooie locatie aan een grote vijver, kost met € 29,00 wel wat meer dan Vila Pelican waar we een paar dagen geleden logeerden en waar ik onder geen voorwaarde nog naar toe wilde. We kunnen er ook eten dus hoeven we ook de stad niet meer in. Onze vriend Juan appt dat het gelukt is om zowel de grens van Moldavië als die van Oekraine over te steken en dat hij onderdak gevonden heeft in een hotel in Reni. Morgen fietsen we richting Galati. Of we ook in Reni kunnen komen?

Dag 49:        Vrij.  7 Juli 2017
Tulcea – Reni
107 km

We hebben al weer vroeg op de dag een discussie die gaat over betalen we het hotel met cash of met de card. Ik stel voor te pinnen zodat we voor onder weg nog voldoende cash overhouden en wat reserve hebben. Wytze wil echter cash betalen en zo weinig mogelijk geld overhouden omdat dat als we eenmaal over de grens zijn niets meer waard zal zijn. Als hij afgerekend heeft begint hij op mij te mopperen. Hij heeft toch gepind omdat ik dat perse zou willen hebben maar ik heb dat helemaal niet gezegd. Ik heb alleen gezegd het fijner te vinden om wat geld achter de hand te houden omdat we niet zeker weten hoever we zullen komen en wat we nog op ons pad tegenkomen. Het een en ander is afhankelijk van hoever we vandaag gaan komen. Blijven we in Galati overnachten of gaan we vandaag toch de grens al over? Het gaat hier dan over ca. 200 Leu (€ 50,00). Het eerste deel van de etappe gaat moeizaam omdat we over enkele klimmetjes van 10% heen moeten. Daarna gaat het wat makkelijker en schiet het goed op. We stoppen alleen om nog ergens om wat koeken te kopen en op te eten en nog een keer om op een terrasje wat te drinken. Om goed 3 uur staan we te wachten op de ferry die ons naar Galati moet brengen en zijn we weer terug bij af. We bellen allebei even naar huis om te zeggen dat we de EU direct zullen gaan verlaten en vannacht waarschijnlijk al in Oekraïne zullen overnachten. Dit betekent dat de communicatie wat moeilijker zal gaan worden en we alleen nog maar kunnen appen als we over WIFI beschikken. We boeken via booking.com meteen ook maar een overnachting in het eerste beste pension dat we in Oekraïne zullen passeren. Met wat moeite en hulp van de GPS vinden we in Galati de E87 terug die ons naar de weg naar Moldavië moet brengen. We hebben het er zo druk mee dat we vergeten om een bank te zoeken waar we ons Roemeens geld kunnen wisselen. Over een lange smalle slechte weg van zo’n 8 kilometer bereiken we de grens. Roemenië uit stelt niet veel voor dat is een kwestie van zwaaien en glimlachen. De grens van Moldavië gaat anders. Een vrouwelijke beambte neemt onze paspoorten in maar komt ze even later gestempeld en wel terug brengen met de mededeling dat we door mogen fietsen. Net over de grens zijn er opvallend veel nieuwe benzinestations gebouwd. Ons verblijf in Moldavië is maar van korte duur want een paar kilometer verder staan we alweer bij een grenspost. De douanebeambte wenkt ons en stempelt ons op het paspoort het land weer uit. We kunnen door naar de Oekraïense grenspost. Een jonge politieagent legt uit hoe zij het georganiseerd hebben. Loket 1 controleert het paspoort en stopt er een briefje in met enkel stempels. Loket 2 vraagt of we bagage bij ons hebben. Ja is goed en dan mogen we terug naar de politieman, die dan een streng gezicht op zet vragen gaat stellen zoals: Waar gaan jullie naar toe? Hoe lang blijven jullie in de Oekraïne? Hebben jullie een groot mes bij? Als ik nee zeg wijst hij maar mijn gereedschapstasje dat aan het frame hangt. Open maken zegt hij. Op het moment dat hij het zegt besef ik ineens dat ik daar na de lunch mijn eetmes in gestopt heb. Er zitten 2 ritsen in het tasje. Zit het mes links of rechts? Ik gok rechts dus doe ik de linker rits open en ben nog maar halverwege als het mes er al uit valt. Ik begin meteen verontschuldigend uit te  leggen dat het een eetmes is maar dat ziet de agent natuurlijk ook wel. Hij knikt : No problem en gaat verder met zijn vragenlijstje. Of we misschien een stroomstok bij ons hebben om ons tegen de honden te beschermen?  Ik zeg nee geen stroomstok maar wel een dazer. Hij wil dat ding wel eens zien. Ik geef hem mijn dazer en leg uit hoe het werkt. Hij lacht en vraagt of hij de dazer even mag hebben. We have a dog, zegt hij nog als hij met wat collega’s het kantoor in duikt. Lachend komen ze terug dus waarschijnlijk heeft de hond de dazer wel gehoord. Hij wenst ons vriendelijk goede reis. We kunnen de Oekraïne in! Op naar het 6 km verder gelegen Reni waar we een kamer gereserveerd hebben. Bij de afslag naar het stadje zien we onder aan de oprit een klein huisje met de opschrift “Hotel”. Zouden we daar iets gereserveerd hebben? Voor het huis staat een oude vrouw en haar man. Ze zien dat we zoekende zijn en wenken ons. Of we bij hen een kamer gereserveerd hebben weten ze niet. Ze bellen de dochter die dat voor hen op de computer in de gaten houdt. Even is er nog verwarring omdat we voor 4 personen gereserveerd zouden hebben maar uiteindelijk is 2 ook goed en mogen we blijven. De oude mevrouw vindt dat we, omdat we zo ver gefietst hebben, eerst maar eens een bordje eigengemaakte soep moeten eten voordat we de spullen uit gaan pakken. Okay, we willen haar niet teleurstellen dus dan doen we eerst maar soep. Even later komt haar schoonzoon en tevens buurman over de huur van de hotelkamer praten. Hij heeft het over 5 duizend UAH (Grivna)! Dat kan toch niet! Dus laat ik hem de aanbieding op Booking.com zien waar duidelijk 550 UAH staat. Hij knikt en zegt 5 duizendvijftig. Maar goed we hebben nog geen Grivna’s en zullen eerst maar eens in het dorp gaan pinnen en wat gaan eten. Wewillen 2000 UAH (ca, € 64,00) pinnen maar dat gaat de automaat te ver. 1000 UAHlukt wel dus doen we dat dan maar 2x. Vlakbij de pinautomaat is een restaurantje met terras. We zitten nog maar net of we krijgen een voor ons onleesbare menukaart aangereikt. Alles is in het Russisch en we hebben het wie,wat waar boekje vergeten mee te nemen. Een woord kennen we wel nl. Pizza!! Dus bestellen we Pizza maar wat moet erop. De ober kent gelukkig een paar woordjes Engels en knikt begrijpend bij onze wensen vegetables and cheese. Met een goed glas bier erbij smaakt de pizza zelfs nog lekker ook en maken we er een gezellig etentje van. De nieuwe omgeving en de nieuwe ervaringen hebben ons duidelijk wat uit de mineur stemming gehaald. We hebben het gevoel weer dichter bij ons doel gekomen te zijn. Op de terug weg naar het pension kopen we bij 2 winkels brood met beleg voor ons ontbijt. De penningmeester van het pension staat al op ons te wachten als we aankomen. Zijn vrouw is er nu ook bij. Ze hebben de rekening opgemaakt en willen geld zien. We moeten 220 UAH (ca. € 7,00) meer betalen voor de soep die moeder ons aangeboden heeft. Wytze schiet meteen in de aanval. Maar we hebben net in het dorp 2 pizza’s gegeten en 4 consumpties gedronken voor 237 UAH ! (ca. € 7,60) die soep kan toch niet zo duur zijn!!Bovendien hebben we die soep niet eens besteld maar kregen we hem als ware door de oude vrouw voorgezet. Het helpt ons niet. De rekening dient betaald te worden. De oude vrouw krijgt van dochter op haar kop dat ze niet tegen ons gezegd had wat de soep zou gaan kosten. Even later komen de 2 Zwitserse meisjes die tegelijk met ons bij de grens waren ook bij het pension aangewaaid. Zij waren van morgen ook nog in Tulcea en eergisteren ook in Constanta. Ze reizen met bus of liften zomaar wat rond. Ze hebben ons vandaag al wel eerder zien fietsen. Goed half 11 is het voor ons alweer bedtijd.

Dag 50: Za. 8 Juli 2017
Reni –  Izmajil
70 km

Ik heb slecht geslapen. Waarom weet ik niet, misschien ben ik toch te moe geweest of te gespannen voor wat Oekraïne ons zal gaan brengen? Tegen de morgen val ik pas in slaap. We eten ons ontbijtje voor het pension en fietsen om half negen al naar de winkel in Reni om voldoende water in te slaan. Vanwege de taal kunnen we nog niet meteen ‘plat’ water vinden. De kleur van de dop geeft ons geen duidelijkheid en ook de bediening heeft geen idee wat we nou eigenlijk willen. We kopen dan maar op de gok. Door het gedoe vergeten we om ook brood of koek in te slaan.  Even buiten Reni krijgen we ineens een hele meute wilde honden achter ons aan. Zeker 6 à 7 honden zitten ons blaffend en grommend achter de hielen. Ik pak snel de Dazer maar het lijkt wel of de honden allemaal doof zijn, ze staken de achtervolging pas als Wytze een flinke brul laat horen.  Gelukkig maar, want het voelde echt bedreigend aan. De verwachting dat we toch nog ergens een winkeltje zullen passeren blijkt echter niet uit te komen. De weg gaat nergens echt door een dorpje heen. Geen lunchpauze dus vandaag. We stoppen pas als we al in een voordorpje van Izmajil zijn en drinken daar een cola met een koek. Izamajil ligt dan nog verder weg als we dachten. Uiteindelijk komen we in het echte centrum terecht en nemen we onze intrek in Hotel Old Town. Een simpel, beetje oubollig hotelletje waar we via een smalle trap onze bagage naar de kamer moeten sjouwen. We wandelen daarna even door het winkelcentrum met heel veel kleine winkeltjes en doen daar alvast onze inkopen voor morgen. Het is lekker weer en gaan nog even op een terrasje zitten voor een kopje koffie en een chocomelk meteen lekker stuk chocoladetaart. Terug op de kamer bereiden we op de wegen kaart de route van morgen alvast voor. We zullen ook morgen weinig voorzieningen aantreffen dus is het belangrijk dat we voldoende voedsel en drinken mee gaan nemen. Ook onderdak vinden zal morgen misschien niet meevallen. Voor het avondeten lopen we langs een pretpark een heel eind de stad uit naar een restaurant aan het water. Het restaurant blijkt niet open te zijn maar iets verder is er een Piknik restaurantje met een mooi terras. Er is zelfs livemuziek van een soloartiest.  Als we de kaart niet kunnen lezen krijgen we gelukkig al vrij snel hulp van een Engelssprekende mevrouw een paar tafeltjes verderop. We bestellen bij haar in het Engels wat we zouden lusten en zij vertaalt dat weer in het Russisch naar de bediening.  Het duurt even voordat we ook eten op tafel krijgen maar wat we krijgen is goed. Terug op het hotel schrijf ik nog even wat ervaringen op het blog.

Dag 51:         Zo. 9 Juli 2017 
Izmajil – Tatarbunary  
96 km

Om 7 uur staan we al langs het bed en eten even later op de kamer onze boterhammen op. Om 8 uur trappen we al weg. Het is even zoeken om op de goede weg naar Tatarbunary te komen, maar met een paar keer vragen lijkt het dat we goed zitten. Na zo’n 19 km passeren we warempel een benzinestation met een barretje en een winkel. Hoewel het nog vroeg is maken we er graag gebruik van, want we verwachten niet veel meer mogelijkheden te zullen passeren. Toch lekker koffie met mariekoekjes. Het landschap is eentonig. Veel uitgestrekte akkers met koren en zonnebloemen.  De weg is zeer slecht en zit vol met diepe gaten en aan elkaar gesmolten asfaltranden. Als je in de verte de vrachtauto’s slingerend hun weg ziet zoeken dan weet je dat er weer een stuk slechtwegdek aan zit te komen en dat je op moet gaan passen. In een winkeltje bij een kruispunt in de buurt van Strumok gaan we op het terras nog wat drinken. 2 jongens van een jaar of 12 schuiven bij ons aan.  Eerst lijkt het dat ze willen weten waar we vandaan komen en zo maar vrij snel beginnen ze te schooien en wordt duidelijk dat ze geld willen hebben. Ze worden daar zo brutaal in dat we ze maar genegeerd hebben en weer weggegaan zijn. Goed half 4 komen we in de geplande eindplaats Tatarbunary aan. Op Google.maps hebben we gisteren gezien dat er in het centrum een hotel zou kunnen zijn. Zover hoeven we echter niet te gaan want nog voor het centrum komen we bij een bord tegenover een groot gebouw waarop staat dat er daar een camping, een hotel en een restaurant in gevestigd is. Wytze gaat eens kijken wat ze ons te bieden hebben. De camping lijkt niet meer te bestaan en of ze een hotelkamer over hebben is niet helemaal duidelijk. Als we buiten nog aan het overleggen zijn komt er een Oekraïense man naar ons toe die het gesprek tussen Wytze en de receptie gehoord heeft en biedt ons aan om te helpen omdat het in de Oekraïne volgens zijn zeggen de gewoonte is om buitenlanders op te lichten. Hij spreekt Engels en heeft een tijdje in Den Helder gewerkt. De man gaat met Wytze mee en treedt op als tolk. Er is nog een kamer voor ons en de fietsen kunnen achterom bij het hotel gestald worden. Prima. De man gaat nog even met ons mee om te checken of alles goed gaat en wenst ons dan nog een goede reis. Achter het hotel worden we door de vrouw van het hotel opgevangen. Om aan ons verblijf in het hotel zo weinig mogelijk ruchtbaarheid te geven loodst ze ons via allerlei gangetjes en kamertjes binnendoor naar onze kamer. Eenmaal op de kamer adviseert ze ons om zoveel mogelijk op de kamer te blijven zodat zo weinig mogelijk mensen van onze aanwezigheid op de hoogte zijn. Ze wil zelfs dat we op de kamer blijven om te eten. Dit gaat ons echter te ver. We bestellen alleen wat te drinken en zeggen dat we straks toch graag gewoon beneden op het terras zouden willen eten. Ze gaat akkoord en laat even later een lekker Amerikaans Bud biertje brengen. Later nestelen we ons op het terras en bestellen we met behulp van het pictogrammenboekje wat we willen eten. Het werkt prima. Aan belangstelling geen gebrek. Een jong serveerstertje probeert af en toe een paar woordjes Engels met ons te spreken. Ze kan het wel maar durft nog niet zo goed. Andere gasten horen dat en beginnen dan ook in het Engels vragen ter stellen. Ze zijn trots als het lukt om een paar woordjes met ons te wisselen. Morgen hebben we een kort ritje gepland naar de badplaats Kurortne en hebben daar al een pensionnetje gereserveerd. Er lijkt volgens de GPS een weg naar toe te gaan die vlak langs de kust van de Zwarte Zee loopt. Of die weg ook goed te fietsen is zal morgen nog moeten blijken.

Dag 52:        Ma.  10 Juli 2017
Tatarbunary – Kurortne 
67 km

Ons ontbijt gebruiken we nog in het restaurantje van het hotel. Veel ‘soeps’ is het niet maar met wat koeken en koffie zijn onze magen genoeg gevuld om op pad te gaan. Met de reservering van een pension in Kurortne is ons einddoel voor vandaag gisteren al vastgelegd. De route ernaar toe is nog niet helemaal duidelijk omdat onze kaart dat stukje van Oekraïne niet weergeeft.  We zullen het dus moeten doen met de GPS en Google Maps. Na nog zo’n 5 km over de M15 gefietst te hebben verlaten we de hoofdweg en gaan we rechtsaf verder over de T1610. Een wit weggetje dat helemaal in Kurortne uit zou moeten komen. In het begin is de weg redelijk en lekker rustig maar even voorbij het eerste dorpje dat we passeren moeten we net als het vele vrachtverkeer al slingerend de vele gaten in het wegdek zien te passeren. Na zo’n 18-19 km komen we uit bij een winkeltje annex café. We leggen even aan en vragen er de weg maar dat helpt ons niet echt. De weg die we uiteindelijk volgen kunnen we niet terugvinden op de kaart maar staat wel op de GPS. Onze tweede stop van de dag is bij een winkeltje net voor dat we via een dijkje tussen 2 wateren door fietsen. We kopen er een cola en wat koeken schuiven voor de winkel aan bij een tafel waar 3 dames en de winkeljuffrouw vrij onsmakelijk aan een bevroren vis zitten te kluiven. Af en toe ontdooien ze een stukje vis met een aansteker en snoepen dat stukje er dan af. We proberen een gesprekje maar dat gaat door de taalbarrière niet lukken bovendien schuift er een vieze dronkenman aan die wel aandacht van de vrouwen krijgt dus gaan wij maar weer verder. De route loopt niet zoals gedacht dicht langs de kust van de Zwarte Zee maar er zover vandaan dat we het water nauwelijks te zien krijgen. In Kurortne dat we rond een uur of 2 binnen fietsen is het druk met badgasten. Er zijn veel overnachtingsmogelijkheden maar een verwijzing naar het adres dat wij geboekt hebben kunnen we niet vinden. We laten het adres op ons mobieltje lezen aan 3 vrouwen die hun pension aan staan te prijzen. Ze sturen ons naar het einde van de straat waar een poortje open staat. We spreken een man aan die in de tuin bij het poortje staat. Hij blijkt de eigenaar van het pension te zijn en neemt ons door de moestuin mee naar de receptie van het pension. Of we ook blijven eten is de vraag. Omdat we bang zijn een vet stuk vlees op ons bord te krijgen zeggen we dat als we een vegetarische maaltijd kunnen krijgen we dat wel willen doen. De kamer stelt niet veel voor, 2 bedden, een tafeltje met een deur die je op de gang met een hangslot af kunt sluiten. Over dag staan vanwege de hitte alle deuren open en hangt er slechts een vies gordijntje voor. Er is geen douche en ook geen toilet. Daarvoor moeten we naar beneden naar het douche- toilet gebouw met vieze hurktoiletten. We wandelen door het poortje aan de achteruitgang naar het strand. Het pad loopt tussen vele vieze kraampjes,maar het strand ligt er op een strook zand onder een hoge duin mooi bij. Wytze gaat zwemmen terwijl ik liever op de spullen pas en met een lekker pilsje van het mooie uitzicht over de zee geniet. We willen nog wel wat langer blijven maar het is etenstijd en dus moeten we terug naar het pension. De maaltijd die we voorgeschoteld krijgen, gierst met een groentepapje van ui en tomaat en een kopje thee, stelt echter niet veel voor. Het smaakt nergens naar en we hebben ook nog steeds honger. We lopen daarom na het eten nog even terug richting strand waar we eerder ook een winkel gezien hebben. We kopen er nog wat koek, een toetje, een banaan en een blikje bier en nemen dat mee naar het terras op de binnenplaats van het pension. Als we dat lekker naar binnen zitten te werken komt de eigenaar van het pension langsgelopen en kijkt ons verbaasd aan. Met een wat schuldig gezicht zegt hij: “Hungry??” en maakt zich uit de voeten. Een Russisch gezelschap dat zich eerder ook al bewonderend over onze fietsplannen uitsprak nodigt ons nog uit om bij hen aan tafel wodka te komen drinken. We slaan dat toch maar af want voor ons is het dan alweer bedtijd. Het is nog wel heel warm op de kamer dus proberen we met de deur open en de ventilator aan toch de slaap te vatten.

Dag 53:        Di.   11 Juli 2017
Kurortne – Odessa
100 km

Het is al vroeg rumoerig in het pension. Om half 6 beginnen de buren al herrie te maken. Wytze heeft slecht geslapen, ik toch wel aardig. Om 8 uur gaan we naar ons inclusief ontbijt. Pasta met olie en net als gisteren weer zo’n groentepapje van tomaat en ui. Om half negen fietsen we de moestuin uit en zijn we op weg voor een kort ritje naar de haven van Chronomorsk waar de boot naar Georgië vertrekt. Maar dit pakt anders uit. Door een verkeerde afslag worden het toch 100 km. Bij het vertrek stel ik al voor om ergens een wegenkaart te gaan kopen maar Wytze vindt dat niet nodig en zegt dat het toch niet zo moeilijk kan zijn. We hoeven alleen maar de kustlijn te volgen. Maar zonder een goede wegenkaart is het blijkbaar toch moeilijk om de juiste weg te vinden. Op de GPS kan ik het gelukkig een beetje volgen maar de kwaliteit van de weg is niet altijd duidelijk. Zo kan het gebeuren dat een weg met redelijk wegdek even verderop een onverharde weg wordt vol kuilen en gaten of soms zelfs doodloopt en we weer terug moeten. Tot Zatoka een bruisende badplaats gaat het nog goed. Hoewel ik weet dat Wytze allergisch is voor terrasjes stel ik toch voor om er even te pauzeren en een kop koffie te gaan drinken en kies een terras uit met een mooi uitzicht over de zee en het strandleven. Om gemopper te voorkomen ga ik maar snel naar binnen om onze bestelling door te geven. Ze hebben ook gebak. Ik lust wel en stuk maar loop toch nog maar even naar Wytze om te vragen of hij ook gebak lust. Ik weet dat ik niet moet vragen of we er gebak bij zullen nemen want dan hoeft dat natuurlijk niet. Dus zeg ik dat ik er gebak bij neem en vraag of hij dat ook wil. Meestal wil hij nl. evenveel bestellen als ik doe. Koffie met gebak dus. Ik geniet ervan, maar bij Wytze wordt de ergernis over ons ‘decadent gedrag’ zichtbaar groter. Terwijl ik nog drukdoende ben om op de GPS de juiste weg te vinden fietst Wytze bij Karolina al links af. Ik stop nog even en roep nog “moeten we hier niet rechts af” maar krijg geen tijd om de GPS opnieuw goed af te stellen. Omdat ik toch twijfel of we wel goed rijden stel ik voor om bij een benzinepomp te gaan kijken of ze een wegenkaart hebben. Wytze wuift dit weg maar ik ga toch even kijken. Helaas ze hebben er geen. Eerder op de dag heb ik ook al voorgesteld om te proberen om ergens een wegenkaart te kopen maar Wytze vindt dat niet nodig. Hij vindt de weg wel! Als ik op mijn GPS ver uitzoom zie ik echter dat we steeds verder van de kust wegfietsen. Het duurt even voordat ik Wytze met google.maps overtuigd heb dat we op de P70 aan het fietsen zijn en we  op zoek moeten naar afslag M27. Met af en toe een blik op mijn mobieltje komen we uiteindelijk dan toch in het havengebied van Chronomorsk aan en proberen we daar de kade te vinden waar we morgen op de boot naar Georgië aan moeten monsteren. Helaas dat lukt ons niet. We besluiten om eerst maar eens op zoek te gaan naar een hotel zodat we wifi hebben en kunnen kijken of we al meer informatie hebben ontvangen van de bootmaatschappij. Langs de weg zien we een bord staan met een bed erop en gaan die verwijzing maar achterna. Het hotel ligt nog op 6 km van ons vandaan net voor Odessa. Ze willen alleen maar cash dus moeten we eerst nog 2 km verder naar Odessa om te gaan pinnen. Dat lukt in een grote supermarkt waar we echter wel provisiegeld moeten betalen. We drinken er nog wat en gaan dan terug naar het hotel. We hebben geen zin meer om Odessa in te gaan en daar een restaurant te zoeken dus fietsen we voor het avondeten terug naar het hotel. Ze maken voor ons aardappelen met kip en rauwkost klaar. Smaakt goed maar een beetje te weinig. Via whatsapp krijgen we contact met Spanjaard Juan die wel een bevestiging van de bootmaatschappij ontvangen heeft en het adres van de plaats waar hij zich morgen moet melden. Aangezien wij niets ontvangen hebben is de vraag of we wel op de passagierslijst zullen staan morgen. Ik stuur nog een paar emailtjes naar de bootmaatschappij met de vraag om bevestiging maar krijg niets meer retour. Gelukkig stuurt Juan ons een kopie van wat hij ontvangen heeft en weten we in ieder geval waar we morgen naar toe moeten om ons aan te melden. Ik chat nog even met Peet want als we morgen op de boot zitten dan zullen we een paar dagen niet over wifi kunnen beschikken. Peet meldt een nieuwtje. Faas heeft misschien wel verkering met een Vessems meisje dat Sara heet!! Morgen moeten we vroeg op want het inchecken kan van 09.00 tot 14.00 uur en we willen er vroeg bij zijn. Als we nou maar op de passagierslijst staan!

Dag 54: Wo. 12 Juli 2017
Odessa – Chernomorsk  
22 km

Ook vandaag worden we weer vroeg wakker gemaakt. Om half 6 is er al flink wat lawaai op straat. Honden blaffen, bouwvakkers timmeren er al op los. Voor 8 uur zijn we dan ook al op weg naar Odessa op zoek naar de pinautomaat van de Raifeissenbank. Op de plaats die aangegeven staat op Maps.me kunnen we de bank echter niet vinden. Als we het aan het winkelend publiek vragen sturen ze ons naar een grote Metrowinkel. Helaas met onze pasjes is het niet mogelijk om daar geld uit de automaat te krijgen. Er zit niets anders op dan weer terug te fietsen naar de supermarkt waar we gisteren zij het met betaling van provisie wel konden pinnen. Nu we toch weer in de supermarkt zijn kopen we daar ook maar meteen maar ons ontbijt en wat voor de lunch. Dan kunnen we eindelijk naar het check-in adres dat we van Juan toegestuurd hebben gekregen. Het blijkt in de torenflat te zijn waar we gisteren voor de deur gestaan hebben omdat we dachten dat er misschien wel een hotel in gevestigd was. Vandaag hangt er een oranje doek met het opschrift “ticket for ferry”! Voor we aan de beurt zijn moeten we nog even in de rij onze beurt afwachten. Ik voelde spanning aardig oplopen. De man achter het loket vraagt om mijn paspoort en grijpt daarna zonder iets te vragen naar een stapeltje tickets. Bladert er doorheen en warempel we zitten erbij!!! Niks geen gedoe over de email-confirmation die we niet gehad hebben, maar hij wil ons nog wel 4000 Grivna bij laten betalen voor onze motorfietsen. Dit blijkt al snel een misverstand door de omschrijvingen bike en bicycle te zijn. Alles is dus goed en al betaald. Hij wijst ons de weg naar de boot waar we ons tussen 12.00 en 14.00 moeten melden. We hebben dan ineens nog tijd genoeg om nog wat lekkers te kopen voor de tijd dat we op de boot zitten en in een cafeetje nog een bakje koffie te drinken. Om half 1 zijn we bij het kantoor in de haven waar we ons moeten melden. De check-in tijd is echter verschoven naar 14.00 uur dus we klappen onze stoeltjes maar eens uit en doden de tijd door korte gesprekjes met wat medereizigers en wat rond te kijken. Juan komt pas tegen half 2 aangefietst. Hij was verkeerd gereden en is opgelucht dat hij toch nog op tijd is. We eten nog een boterham. Juan praat en lacht honderd uit maar is duidelijk zeer vermoeid. Hij wil tijdens de bootreis eens goed uitrusten. Om kwart over twee gaat dan eindelijk de incheckbalie open. Onze passen en de tickets worden gecontroleerd en dan mogen we door naar de douane. Een hondje snuffelt aan onze tassen en fietsen. We mogen door naar het stempelkantoor van de douane en krijgen daar onze uitreisstempel van Oekraïne. Onze fietsen en de bagage worden met een heftruck naar de boot gebracht, wij gaan met een busje aan boord. Op de boot halen we de tassen van de fiets en melden we ons bij de receptie waar we de sleutel krijgen voor de 3-persoons hut 8044 en een briefje met de tafelindeling. Wij mogen eten in de eerste groep en hebben een plaats aan tafel 8. We krijgen verder geen passagiers op de hut dus is die lekker alleen voor onszelf. Om 18.00 staat het vertrek gepland maar er gebeurt niets. Na het douchen en omkleden worden we om 18.30 in de eetzaal verwacht, maar ook daar is de deur op die tijd nog dicht. Om 19.30 worden we dan toch opgeroepen om naar de eetzaal te gaan. Aan tafel 8 blijken alleen maar Engelssprekende toeristen te zitten. Juan de Spaanse fietser, 2 Duitse meiden die in Odessa Duits leren aan studenten die in Duitsland willen gaan studeren, een Canadese jongen uit Quebec die wat rondreist, nog een Duits meisje die liftend naar Azerbeidzjan wil en die Russisch spreekt, Wytze en ik.  Juan heeft continue het woord en lacht veel. Hij vergeet zelfs te eten. We eten rijst met een sausje, enkele worstjes, rauwkost en nog wat brood met een kop thee. Als toetje krijgen we een pakje lange Froufrou koekjes. Het smaakt allemaal wel maar is voor de fietsers een beetje te weinig. Gelukkig lusten de meisjes de worsten niet en mogen wij die opeten. Om half 8 moeten we van tafel omdat groep 2 al hongerig voor de deur staat. Als we de eetzaal uitlopen pikken we de koekjes van de tafels die de andere passagiers hebben laten liggen. Ik zet mijn horloge van 22 naar 23 uur op de Georgische tijd maar we zijn nog steeds niet vertrokken. Ik ga maar even in de bar zitten en probeer er een film te volgen. Ineens komen er wat medewerkers aan de afstandsbediening prutsen en wordt er een instructiefilm over veiligheid opgestart. Vervolgens worden alle passagiers via de omroepinstallatie opgeroepen om naar de bar te komen om naar de instructiefilm te komen kijken.Terwijl de oproep herhaald wordt is de instructiefilm al afgelopen en schakelt de TV over naar de film die er daarvoor al draaide. Als de passagiers van tafel 8 in de bar aankomen is er dus geen instructiefilm meer te zien. Als ik zeg dat die al geweest is geloven ze me pas als er na een half uur nog niets te zien is.  De film is ook niet meer te volgen dus wordt het tijd om te gaan slapen. Om een uur of 1 valt de deur van de kast met een klap dicht en zijn we dus, zij het 7 uur later dan gepland, vertrokken. We zijn onderweg en kunnen dus gerust gaan slapen. Morgenvroeg om 08.00/09.00 uur staat het ontbijt gepland.

Dag 55:        Do.   13 Juli 2017
De Zwarte Zee

Ik heb aardig geslapen tijdens onze eerste nacht op de Zwarte Zee. Ben wel af en toe even wakker geweest. De zee is rustig en de boot vaart dus heel stabiel. Om 8/9 uur is het tijd voor ons ontbijt dat bestaat uit: warme pap, een yoghurtdrankje, een omelet, een knakworst, 2 plakjes kaas, boter, een sneetje brood en nog thee met wat koekjes. Na het ontbijt maak ik van Nescafe en warm water dat verkrijgbaar is bij de receptie een kopje koffie en schrijf ik in mijn dagboek. Verder dood ik de tijd door wat rond te lopen, koffie te drinken en nog maar eens wat te eten. Er is geen WIFI aan boord dus kan ik niet het net op om te bloggen of om wat op te zoeken. Verder mis ik nu toch wel een boek of E-reader. Van grote afstand zien we de contouren van de Krim liggen. Op de Garmin kan ik de vaarroute goed volgen en kan ik ook de geïnstalleerde route door Georgië en Azerbeidzjan laten zien. ’s Middags gaan we in de bar zitten en proberen we de GPS-route op de wegenkaart van Wytze na te lopen. Wytze wordt echter meteen afgeleid door een gesprek aan een andere tafel waar een Zwitserse motorrijder met 2 Tsjechische motorrijders ook drukdoende is om een route uit te stippelen. Aangezien Wytze geen aandacht meer voor de door mij uitgezette GPS route heeft ga ik maar even naar buiten om een luchtje te scheppen. Als ik terugkom zijn de Tsjechen weg en zit Wytze met de Zwitser aan de tafel. Die vindt mijn GPS-route niks. We moeten een zuidelijkere route nemen door de bergen. Wytze is al helemaal om en zegt al dat we dat gaan doen. Ik vind het best, maar het irriteert me wel dat steeds meer blijkt dat Wytze helemaal niets met mijn informatie en geplande route gedaan heeft. Het stoort me vooral omdat hij tijdens de voorbereiding vaak vroeg hoe het met de routeplanning ging en ik er best veel tijd in gestoken heb. Maar goed ik neem me voor om zijn zin maar te doen omdat ik niet nog een keer het verwijt wil krijgen dat ik per se mijn zin wil hebben. De route door de bergen lijkt mij ook wel mooier maar gaat ook over een pas van meer dan 2000 meter. Volgens de motorrijder goed te doen maar die hoeft niet te trappen. Bovendien is onze tijd beperkt maar goed we zien wel hoe het gaat. Na het avondeten gaan we opnieuw even naar de bar en raken we weer in gesprek met de Zwitser. Over Kazachstan heeft hij geen goed woord over. Ook nu gaat Wytze gelijk met hem mee en zijn zijn reacties voor mij een bevestiging dat hij zich nauwelijks op onze tocht heeft voorbereid. Ik leg me op om me daar maar niet meer aan te storen en te proberen me daar niet meer over op te winden. Ik merk wel dat ik steeds vaker probeer om niet de hele dag  in de buurt van Wytze te zijn. Dan nog liever alleen. Ik zoek Juan op als ik zie dat Wytze niet bij hem in de buurt is en merk dat we dan een fijn en open gesprek met elkaar kunnen voeren. Omdat ik het beu ben om de hele tijd met Wytze op te trekken ga ik om 10/11 uur al naar bed. Helaas komt Wytze dan ook al naar de hut en vraagt of ik het goedvind als hij in bed gaat lezen. Je leest maar, ik ga slapen! Tot morgen.

Dag 56:        Vrij.  14 Juli 2017
De Zwarte Zee – Batumi

Opnieuw goed kunnen slapen, zelfs de regenbui die er gevallen is heb ik niet gehoord. Het ontbijt van vandaag bestaat uit griesmeelpap met 3 halve eieren, worstjes, een rolletje met iets, thee met koekjes en … een yoghurtje. Wytze is zo blij! Na het ontbijt was ik nog wat ondergoed en hang dat in de patrijspoort te drogen en drink om de tijd de doden nog maar eens een bakje Nescafe. We hebben geen idee van onze aankomsttijd. Om half 10/11 is er nog steeds geen land in zicht en om half 1 worden we ook nog gewoon uitgenodigd om aan te schuiven voor het middageten. Na nog maar eens een kort middagdutje klinkt ineens het reeds lang verwachte “Land inzicht”! Het eerste zicht op Batumi is heel verrassend. Grote protserige glazen torens en een groot reuzenrad. We gaan de tassen inpakken en krijgen bericht dat we onze paspoorten bij de receptie op kunnen halen. Alle passagiers popelen duidelijk om aan land te gaan en verzamelen zich met hun bagage in de kleine ruimte bij de receptie. Het is echter wat voorbarig want het duurt nog een hele tijd voordat de douaniers aan boord zijn en zich met computers passagierslijsten in de bar genesteld hebben. Wij zijn vrij snel aan de beurt en krijgen zonder problemen het inreisstempeltje van Georgië in ons paspoort gedrukt. Het duurt echter nog tot 18.00 uur voor we met onze fietsen tussen de vrachtwagens manoeuvrerend uiteindelijk van de boot af kunnen en aan land gaan. Samen met Juan fietsen we Batumi in. We kijken onze ogen uit en passeren op zoek naar een pinautomaat niets dan grote kantoorgebouwen. Tijdens het pinnen buurten we nog even met een zeer in onze reis geïnteresseerde Japanse toerist en nemen daarna afscheid van Juan die al naar een reeds in Oekraine gereserveerd pension fietst. Wij moeten dan nog op zoek naar onderdak. Wytze gaat hiervoor informeren bij een toeristenbureau bij de haven. Even later komt er al een door het bureau opgebelde vrouw naar ons toegelopen die nog wel een kamer voor ons over heeft. Ze leidt ons door het drukke verkeer naar de woonwijk achter de grote imposante gebouwen. Daar komen we in een wereld die we wel verwacht hadden. Een onoverzichtelijk verzameling van oude slecht onderhouden en met ontelbare stroomdraden aan elkaar geknoopte gebouwen. Onze kamer is op de eerste verdieping van een houten hoekhuisje waar we via een steile trap onze bagage naar boven sjouwen. Boven is er geen mogelijkheid om te douchen. Hiervoor kunnen we beneden terecht in een toiletruimte met een doucheslang.  Onze fietsenstallen we bij de buren in de schuur, ik chat nog even met het thuisfront en dan is het hoog tijd om wat te gaan eten. Een geschikt restaurant is zo gevonden in deze toeristenstad. Na het eten maken we nog een flinke wandeling door een soort van attractiepark. We kijken we onze ogen uit. Het stikt er van de casino’s met knipperende reclamepanelen en de hoge gevels zijn mooi aangelicht met van kleur wisselend licht. Het lijkt Glow of Las Vegas in het klein wel. Een groot waterorgel en de kermisattracties trekken veel belangstelling. Overal is het druk met wandelende en fietsende toeristen. Met moeite vinden we ons pensionnetje weer terug, waar onze gastvrouw al op ons zit te wachten. De deur naar onze kamer is nog even geblokkeerd door haar man die er aan een tafeltje een computerspelletje aan het spelen is. Wytze belt nog even naar zijn jarige dochter. Het is dan echter al 23.00 uur en de buren, die we nog niet ontmoet hebben,  kloppen op de kartonnen scheidingswand omdat ze willen slapen. Als Wytze daar nogal boos op reageert herinner ik hem even aan het gedicht dat hij in Duitsland aan een tent van wat luidruchtige buren hing.

Dag 57:         Za.  15 Juli 2017
Batumi – Kuhlo 
90 km 

Ik heb prima geslapen, Wytze niet. Ik denk dat hij nog teveel gepiekerd heeft over zijn boze reactie op het geklop van de buren. Bij de haven eten we op een bankje nog wat oud brood op en vullen we onze waterflessen. Batumi is een uitgestrekte stad en het contrast tussen de buitenwijken en het havengebied is groot. We fietsen de stad uit en passeren veel rommelige en vieze huizen, winkeltjes en garages.  In het stof en uitlaatgassen zijn er veel open fruit- en meloenenstalletjes waar ook de koeien los tussendoor lopen. Maar.. de langzaam klimmende route wordt wel steeds mooier . We stoppen nog even bij een waterval en een oude historische brug waarna de weg wat steiler wordt en we van grote hoogte op de rivier terugkijken. Vlak voor Kuhlo wordt de beklimming echt menens en zitten we vrij snel op een hoogte van zo’n 1000 meter. In Kuhlo is er zelfs een toeristenbureau dat ons voor een overnachting verwijst naar een hostel in het centrum van het bergdorp. Hostel 13, Rustavelist 4 Khulo, 6600 Khulo, Georgië. Om in het centrum te komen moeten we even naar het kleinste verzet en toch nog flink trappen. De deur van het hostel is open maar er is binnen niemand te vinden. Als we het hostel uitkomen staat er buiten een agent op ons te wachten. Hij gaat even naar binnen maar kan ook niemand vinden.  Hij belt naar iemand en zegt dat we binnen mogen wachten op iemand die ons zo verder zal helpen. Dat doen we.Even later komt er een andere agent die we ook niet verstaan maar die ook gaat bellen en dan de telefoon aan mij geeft. Ik heb een Engels sprekende vrouw aan de lijn die de eigenaresse van het hostel blijkt te zijn. Ze is er niet en kan ook niet komen, maar we mogen wel blijven. Ze legt uit welk stapelbed we moeten gebruiken, waar we de douche kunnen vinden en als we morgen vertrekken moeten we de huur van 15,00 Lari (€ 5,00) maar op de keukentafel leggen.  Dat is wat je noemt vertrouwen hebben in de mens. Voor het avondeten melden we ons bij de overburen die een restaurant hebben. We krijgen salade, frites en een soort van brood/kaas pizza voorgezet waar ik de naam van kwijt ben. Met nog 2 glazen bier erbij laten we het ons goed smaken. We hebben geen wifi in het hostel dus is er geen mogelijkheid voor facebook, blog of WhatsApp. Ik stuur nog wel een sms-je naar Peet.

Dag 58: Zo. 16 Juli 2017
Kuhlo – Adigeni  
56 km

Het ontbijt bestaat vanmorgen uit koek met chocolade en koffie. We leggen de 15 Lari op de keukentafel en trekken de voordeur van het hostel achter ons dicht. Voor water, brood en chocopasta kunnen we al in een winkeltje aan het plein in Kuhlo terecht. Als we het bergdorp uitfietsen is het meteen gedaan met de wegverharding. Eerst dalen we nog een paar kilometer hobbel de bobbel over een zeer slechte weg en dan begint over een nog slechtere weg een klim van zo’n 30 kilometer. Het is eigenlijk gekkenwerk. Het advies van die arrogante Zwitserse motorrijder valt precies uit zoals ik toen al verwachtte. Voor een off the road motorfiets is dit misschien nog te doen maar voor ons met onze zwaar bepakte trekking fietsen vind ik het eigenlijk geen doen. Toch komen we nog een fietser tegen! Een jonge man uit Minsk. We stoppen en proberen even een praatje te maken maar buiten de taalbarrière maakt zijn doofstomheid de communicatie toch wel heel moeilijk. Ik geef hem mijn facebookadres. Het uitzicht is hier en daar prachtig maar het slechte wegdek vraagt zoveel aandacht dat er te weinig tijd is om daarvan te genieten. Wytze fietst flink door en zegt het helemaal prachtig te vinden terwijl hij in Duitsland al begon te klagen als we over een stukje gravel moesten fietsen. Hij camoufleert daarmee volgens mij dan ook het feit dat hij zich door de Zwitserse motorrijder op heeft laten naaien om deze route te gaan fietsen. Bij een zijweggetje naar een guesthouse willen we even in de schaduw wat uitpuffen als de hele familie naar ons komt toegerend. We zien er waarschijnlijk dermate moe en dorstig uit dat ze ons ijswater komen brengen. We hebben wel dorst maar ijswater lijkt ons toch niet verstandig dus slaan we dat af. Er wordt gewoon water gehaald en we worden meteen uitgenodigd om bij het huis in de schaduw te komen zitten. Zoveel gastvrijheid kunnen we niet afslaan dus gaan we met ze mee en daar ons brood op eten. Even later wordt er al een kop bruine bonensoep, een kopje met koffiedrap en als toetje ook nog een stukwatermeloen gebracht. We laten het ons op de koffiedrap na goed smaken. Een neefje van de familie die er op vakantie is en wat Engels spreekt schuift aan en blijft maar buurten en vragen stellen. Hij legt ons ook uit dat we niet voor het eten mogen betalen omdat zijn tante dat als een belediging zou opnemen. We bedanken haar dan maar met een hand, maar omdat die zo twijfelend aangenomen wordt is het maar de vraag hoe dat door haar, als moslima, ervaren wordt. De weg wordt daarna alsmaar steiler. Mijn voorwiel slipt af en toe weg waardoor ik stil val en veel moeite moet doen om weer op gang te komen. Bij een waterbak frissen we ons met het koele water wat op.    We zien de top zien liggen maar zijn we er nog lang niet. Ik stel voor om als er een hotel op de top is om dan daar te overnachten. Lijkt me een mooie plek om wat langer van het uitzicht te genieten. Wytze reageert niet. Hij voelt zich superieur in de klim en wil door. Eenmaal boven blijkt er bar weinig te beleven. Een paar huizen en een café met een terras. Een van de huizen is volgens mij een hotel maar Wytze heeft geen zin omdat mee uit te zoeken en loopt fotograferend bij me weg. Gelukkig mogen we nog wel naar het terras voor een ijsje en een cola maar daarna wil hij toch echt wel van die berg af. Ik maak ook nog wat foto’s en dan beginnen we maar weer aan de afdaling. De kwaliteit van de weg is gelijk aan die van de klim, nl bar en boos. Wytze daalt heel voorzichtig en langzaam. De rollen zijn nu omgekeerd. Dit vind ik nog wel leuk en heb dan ook vrij snel al een behoorlijk voorsprong. Wytze zegt liever te klimmen dan te dalen waarop ik met een superieur gevoel antwoord dat dalen ook een kunst is, maar waarschijnlijk daalt mijn fiets wat gemakkelijker door de brede ballonbanden. Als we eenmaal uitgedaald zijn en weer op een verharde weg fietsen begint het te regenen. Met de hoop dat we in Aldigeni onderdak kunnen vinden trappen we nog even flink door. Bij het binnenrijden van het dorp is er op de hoek van een plein meteen een winkel annex hotel en ja hoor ze hebben nog een kamer vrij. We moeten door een poortje achterom en met een trap naar de eerste verdieping. Er is nog geen elektra en ook nog geen water dus gaan we eten kopen dat we niet hoeven te koken. Het wordt een maaltijd van erwtjes, mais, worstjes, tomaten, sinaasappels en heel veel toetjes. We hebben honger dus in een mum van tijd is alles op. ’s Avonds gaat ineens de lamp aan en de kraan lopen. De nutsvoorzieningen zijn weer op orde. Er is een grote badkamer maar echt schoon is het er niet. Veel kalkaanslag op de kranen en op de toiletpot denk ik zelfs wat bloed te zien? Na een uur valt het licht weer uit en komt de pensioneigenaar een kaars brengen. Bij het kaarslicht drink ik nog een lekker flesje bier op en ga daarna vroeg op bed. Voel me toch wel een beetje moe van al dat geklim van vandaag.

Dag 59: Ma. 17 Juli 2017
Adigeni – Borjomi
78 km

Ik heb redelijk kunnen slapen maar ben toch alweer vroeg wakker. Wytze heeft, sinds Galati, nog steeds diarree en maakt zich wat zorgen omdat hij bloed bij zijn ontlasting ziet zitten. Dit klinkt niet goed en moet snel beter worden anders kan het onze reisplannen weleens vervelend gaan dwarsbomen. Ontbijten doen we op de kamer waarna we beneden in de winkel de kamer afgaan rekenen en nog wat water bij kopen. We kunnen weer op pad. De weg is heerlijk glad, het is mooi weer en de omgeving is prachtig! Eindelijk is er door deze omstandigheden ook tijd om er van te genieten. Op ons gemak peddelen we door de Kaukasus. We fietsen een rondje door Achaltsiche en leggen daar dan aan bij een café met terras voor een kopje instantkoffie. Er is daar ook wifi dus kan er een foto van het kruispunt op Facebook geplaatst worden. Langs de rivier de Koera, die we tot aan Tblisi zullen gaan volgen, fietsen we door een prachtig gebied met hoge kale rotsen. Op een bord wordt een klooster aangekondigd. We zijn er voor in de stemming en volgen de aanwijzingen. Het is een klein klooster op een prachtige plek. In een kapel liggen wat schedels van naar ik aanneem wat overleden monniken. Je ziet wel vaker dat er overblijfselen ge-etaleerd worden in kloosters en kerken maar wat daar de betekenis van is, is me niet duidelijk me. In Borjomi willen we gaan overnachten en volgen daar een bord met de hotel-aanduiding. We komen dan echter bij hotel Motion uit. Een ander hotel dan we voor ogen hadden en eigenlijk veel te duur voor ons maar zeg maar eens nee als je eenmaal voor de balie staat en je net hartelijk welkom geheten bent. Bovendien is het eten er niet zo duur dus blijven we er toch maar. In afwachting van het avondeten werk ik in de tuin nog even aan mijn dagboek en het blog en ben dan weer helemaal bij. Het eten is er goed. Er staat een lopend buffet waarvan we royaal opscheppen. Later blijkt dat het stadje Borjomi eigenlijk nog iets verder ligt en dat daar nog veel meer overnachtingsmogelijkheden waren. 

Dag 60 :      Di.  18 Juli 2017
Borjomi – Gori
91 km

Niet zo goed geslapen! Misschien toch te laat nog koffie gedronken gisteren? Wytze heeft wel goed nieuws. Er zit geen bloed meer bij z’n ontlasting. Na wat googlewerk op internet wijdt hij het bloedverlies nu aan een mogelijk scheurtje in z’n anus dat hij wellicht opgelopen heeft bij het kracht zetten tijdens de klim van eergisteren!? We hopen maar dat het dat is en dat het snel geneest. In Borjomi kopen we een paar belegde broodjes en eten die ter plekke op. Voelt toch beter om met een goed gevulde maag op pad te gaan.  We beginnen de dag met een paar stevige klimmetjes in een bosrijke omgeving. Heel mooi, maar gisteren was het toch mooier. We passeren wel veel terrasjes maar zoals ondertussen wel gewend leggen we niet aan. Dat doen we pas na Kashuri bij een tankstation langs een hele drukke weg. Langs die drukke weg wordt veel handelswaar aangeboden. De concurrentie op het gebied van gevlochten tuinstoelen en hangmatten is groot. Gelukkig kunnen we de drukke weg verlaten en op een parallel weggetje gaan rijden. De bergen zijn we uit maar het is heel heet vandaag. Het glooiend landschap is weidser. We bezoeken een nonnenklooster dat we al van ver op een bultje zien liggen en fietsen door vele kleine dorpjes waar de pijpleidingen voor het gas opvallend alle huisjes aan elkaar knoopt. Bij elke inrit gaat de buis even de hoogte in waardoor er een soort poort ontstaat. Mooi op tijd zijn we in Gori. De geboortestad van Jozef Stalin. Wytze heeft zo’n dorst dat we bij aankomst eerst maar eens wat gaan drinken. Na de verfrissende cola vragen we op het terras waar we het eerder op de dag gereserveerde guesthouse Sweet Home kunnen vinden. Echt duidelijk zijn de aanwijzingen niet dus ragen we het nog maar eens bij het terras van een eettentje pal achter het Stalinmuseum. De man kijkt naar het adres en begint meteen te bellen. Even later komt er een vrouw in een auto aangereden die ons naar het guesthouse zal brengen en die we dus moeten volgen. Als we bij het guesthouse aankomen echter geen Sweet Home maar Anna op!? Anna laat ons enthousiast haar pension zien. Omdat ze niets van onze reservering bij Booking.com afweet vragen we toch nog maar even of we echt bij Sweet Home zijn. Ze begrijpt ons niet en belt eerst naar een vriend die Engels spreekt maar dat brengt ons niet verder. Dan wordt de buurvrouw ingeschakeld en dan wordt het vrij snel duidelijk dat we niet goed zitten. Guesthouse Sweet Home moeten we kunnen vinden in de straat achter het Stalinmuseum. We waren dus eerder al een keer dicht in de buurt. Het guesthouse is nu snel gevonden. We kwartieren in en gaan bij het Stalinplein geld pinnen, en daarna eten in het restaurant waar we eerder de weg vroegen. Tijdens het eten discussiëren we over de zin van het leven en wie daarvoor verantwoordelijk is. Daarna wandelen we nog even over het Stalinplein naar het daar opgebouwde geboortehuis van de kleine Jozef. Bij de foto van Stalin plaats ik op Facebook de kwisvraag: Wie weet er waar we zijn?

Dag 61:       Wo.    19 Juli 2017
Gori – Tbilisi
90 km

We beginnen de dag met een ontbijtje op het Stalinplein waarvoor we net daarvoor bij een supermarkt wat broodjes gekocht hebben. De hond die ons gisteravond ook een hele tijd gevolgd heeft is er ook weer en komt vol verwachting bij ons onder de bank liggen. Hij heeft pech er blijft niets voor hem over. Via de brug over de Koera fietsen we Gori uit. Door het eenrichtingsverkeer is het even zoeken naar onze route richting Mtskehta. We passeren weer veel kleine dorpjes met het opvallende gasbuizennet en grote waterreservoirs. Hoe dichter we bij de bergen fietsen hoe zwaarder het wordt. Aan de noordkant van de Koera kijken we tegen hoge besneeuwde bergtoppen. Even voor Mtskheta stel ik voor om  het stadje  in te fietsen en daar wat te gaan eten. Wytze heeft de hele dag nog niets gegeten en heeft ook nog steeds geen trek.  Voor hem hoeft de stop dus niet, maar ik heb wel honger en wil wel weer eens even iets anders dan fietsen. Mtskheta blijkt een heel toeristisch stadje te zijn met een paar kloosters en een kathedraal als trekpleisters. Tussen de vele toeristen door slingeren we naar het einde van de winkelstraat en vinden daar een bankje tegen de muren van de Svetitschoveli-kathedraal. Ik eet wat boterhammen met kaas maar Wytze kan nog geen eten zien en wil alleen maar wat drinken. Hij zit er een beetje doorheen en wil eigenlijk zo snel mogelijk de drukte weer uit. Ik wil daarna toch nog graag even bij de Georgisch-orthodoxe kathedraal gaan kijken. Wytze heeft daar eigenlijk geen zin in maar gaat gelukkig toch maar even mee. Het wordt dus maar een kort bezoekje. Na Mtskheta komen we al vrij snel op de drukke weg naar Tbilisi uit. Kilometers lang fietsen we op een soort van 6 – baanse snelweg. Met af en toe de weg vragen komen we uiteindelijk bij het Verapark uit waar we eerst maar eens wat gaan drinken. Ons reeds gereserveerde Guesthouse K17 in de Kostavastraat  is vlakbij dit park en dus snel gevonden. De fietsen kunnen achterom in een binnenplaatsje gestald worden en wij mogen over een imposante trap naar onze kamer op de eerste verdieping. Na het douchen wandelen we terug naar het Verapark en eten daar een hapje op een terras. We besluiten om morgen niet in Tblisi te blijven. We hebben ons te weinig verdiept in wat de stad te bieden heeft en het is er veel te warm om er zo maar wat doorheen te slenteren. Na het rustige eten in het park lopen we nog wat verder door een wat drukker deel van de stad. Het uitgaansleven begint een beetje op gang te komen. We horen ineens luid piepende remmen en zien een baby uit een open deur van de auto over de straat rollen. Een vrouw komt gillend uit de auto, rent naar de baby, raapt het op, klemt het in haar armen en springt weer in de auto die dan met hoge snelheid wegrijdt. We schrikken ons te barsten. Alles gebeurt in een mum van tijd. Beduusd kijken we elkaar aan!  Hebben we alle twee het zelfde gezien?? We lopen nog wat rond door het uitgaansgebied van deze grote stad. Zoals in de meeste toeristische steden  met veel op kleedjes uitgestalde prullaria en souvenirs. Veel buurtende mensen op terrasjes en trappen en een grote wachtrij bij een groot restaurant van de McDonalds. Met de rollende baby nog steeds op ons netvlies gaan wij terug naar ons Guesthouse. Tijd om wat uit te rusten.

Dag 62:     Do. 20 Juli 2017
Tbilisi – Telavi
99 km

In de keuken van het guesthouse zetten we koffie en gaan we ontbijten. Het is er nog stil, het lijkt wel of iedereen al weg is. We pakken onze tassen in en verzamelen die onder aan de ronde trap. Als we de bagage naar de fietsen willen brengen blijkt de deur nog op slot te zitten en …… we hebben geen sleutel. We zoeken de hele ruimte af maar vinden niks. Dan gaan we roepen maar krijgen geen reactie. Waar is iedereen toch?? We kijken nog of we niet via een raam bij onze fietsen kunnen komen maar dat blijkt niet te kunnen. Potverdomme opgesloten!! We kunnen geen kant in!! Wat nu? Nog maar eens geroepen en warempel ineens horen we wat gestommel. De eigenaar komt met een slaapkop verontschuldigend de trap afgelopen. Het is laat geworden gisterenavond en heeft daar duidelijk nog wat last van. Gelukkig weet hij de sleutel nog wel te liggen en kunnen we er uit. Het duurt weer een paar uur voordat we ons via de 6-baanse snelweg uit de drukte van Tbilisi hebben gefietst. Daarna kunnen we via de GPS over een parallelweg de drukke weg een beetje ontlopen. Dit gaat niet altijd even makkelijk want via het gele parallelweggetje fietsen we ons  vast tegen een dijkje met daarop een dubbel treinspoor. Er zit niets anders op dan de fietsen er overheen te tillen en aan de andere kant een via een grintpaadje naar de hoofdweg te fietsen. Bij het optillen voel ik dat mijn voorwiel los zit!! Gelukkig is het alleen de snelspanner maar en is dat snel verholpen. Ik draai meteen ook maar wat losgetrilde inbusboutjes aan. Dan gaan we beginnen aan de beklimming naar een pas van 1260 meter die als we boven zijn 1620 blijkt te zijn. Het is hard werken. Wytze heeft ook vandaag weer bijna niets gegeten en moet op het laatste steile stukje van de fiets af en te voet naar boven. Vanaf de top loop ik hem tegemoet en help hem de zware fiets naar boven te duwen. Na een bakje koffie bij een hutje op de top kunnen we aan een lange afdaling beginnen. Net voor Telavi komt er echter nog een pittig bultje. Als we in Telavi aankomen heeft Wytze zo’n dorst dat we voordat we naar ons gereserveerde guesthouse gaan maar eens een colaatjes gaan drinken. Een Canadees stelletje spreekt ons aan en helpt ons bij het zoeken naar het adres van het Tamari Guesthouse. Als we van het terras wegfietsen zak ik met mijn voorwiel door de spijlen van een rooster. Even schrikken maar gelukkig heb ik toch geen slag in het wiel. Het is een mooi guesthouse met balkon en een mooie tuin en heel aardige mensen. We eten ‘s avond in het toeristische centrum op een terras waar we ook het Canadese stel weer ontmoeten. Omdat de vakantie er voor hen op zit krijgen we hun noodrantsoenen mee. Voorlopig hebben we die niet nodig want we eten onze buik goed vol. Om half 12 zoeken we een beetje moe ons bedje op.

Dag 63:        Vrij.    21 Juli 2017
Telavi – Lagodehki
88  km

Als we bij het guesthouse de straat uitfietsen voel ik dat mijn achterband wat slap is. We stoppen daarom even op de grote parkeerplaats bij het fort en zien dan dat de zijkant van de band gescheurd is. Dit moet gisteren gebeurd zijn toen ik met mijn achterwiel tussen de spijlen van een rooster zakte. We zetten de fiets op zijn kop en plakken een versteviging in de binnenkant van de buitenband. De binnenband controleren we door ‘m in een half doorgezaagde plastic fles onder water te houden. We zien geen bubbels! Dus leggen we de band weer op het wiel en dan kunnen we met wat vertraging toch aan de dagetappe beginnen. Maar niet voor lang want een paar kilometer verder voel ik al dat de achterband zijn druk begint te verliezen. Er zit niets anders op dan zowel de buitenband als de binnenband te vernieuwen. Het achterwiel moet er dus uit. Na een half uurtje is het karwei geklaard en de band weer opgepompt. We kunnen verder. Na 2 km merk dat ik de oude buitenband heb laten liggen en fiets weer terug om ‘m toch maar op te halen als zijnde mijn reserve band.  Van de zuidelijke route naar Lagodehki steken we over naar de noordelijke route. We fietsen door een gebied met veel fruit- en groenteteelt en ook wel wijngaarden. Langs de weg stikt het van de meloenenverkopers. De auto’s zijn helemaal volgepropt met meloenen en zakken bijna door de vering. De verkopers liggen lui achterover of buurten wat met de concurrent. Kopers zien we er niet. De armoedige dorpjes zijn langgerekt. Op de rijweg ligt het bonenrijs te drogen en hier en daar zitten wat oudere mensen op een bankje de bonen eruit te polen. Ook hier verbazen we ons weer over het volgens ons levensgevaarlijke buizengasnet. Het is heet vandaag en de klimmen zijn vaak lang en zwaar. We drinken veel warm water en af en toe een lekker koud colaatje. En zo koersen we op Lagodehki aan waar we bij guesthouse La Deka een kamer gereserveerd hebben. Het ziet er goed uit en de beheerders zijn heel aardig. In het stadje eten we op een wat winderig terras een hamburger met Mexicaanse aardappelen en salade. Terug bij La Deka worden we nog verwend met een meloen en een karaf witte wijn en kletsen we nog wat met een Italiaanse gaste die met haar moeder door Azerbeidzjan gereisd heeft en nu aan Georgië gaat beginnen.

Dag 64:   Za.    22 Juli 2017
Lagodehki – Cumay (A)
103 km

Voor we bij het Guesthouse La Deka wegfietsen krijgen we nog een heerlijk kopje koffie aangeboden van de eigenaar. Ontbijt is niet inbegrepen dus fietsen we na de koffie eerst naar een winkeltje langs de doorgaande weg om daar wat broodjes te kopen die we voor de deur opeten. Toen we gisteren Lagodehki binnenfietsten zag ik dat er een fietsenzaak was die misschien wel een 28’’ buitenband heeft liggen. Ik wil daar nog even langs voor we het dorp uitrijden. Voor we bij de winkel zijn passeren we echter al een bandenzaak die ook fietsbanden verkoopt. Even kijken dus. En .. warempel er liggen inderdaad 28’’ fietsbanden. Ik koop er 2 voor 30 Lari    (€ 9,75) per stuk. Aangezien de verkoper contant geld wil hebben moet ik eerst aan de overkant van de weg nog 60 Lari gaan pinnen. Met 2 reserve banden onder mijn bagagenetje fietst het toch wat geruster. Na 5 km zijn we al bij de grens. Met een stempeltje worden we door de Georgische douane uitgeschreven en kunnen we ons iets verder aan gaan melden bij de hun Azerbeidzjaanse collega’s. Dat voelt toch een beetje spannend. Voor Azerbeidzjan moeten we nl. een visum hebben en dat hebben we met de aanschaf van een pre-visum via een bureau op internet online geregeld. De vraag is of we een geldig pre-visum gekocht hebben of … is het nep en zijn we besodemieterd. Bij de eerste douanier moeten we onze paspoorten en pre-visa inleveren. Zonder commentaar worden we doorgestuurd naar loket 1 waar we voor een cameralens moeten gaan staan die duidelijk niet op lange Europeanen is ingesteld. Bukken dus! Alles lijkt in orde. We krijgen onze paspoorten en een briefje en worden doorgestuurd naar de grote ijzeren poort naar Azerbeidzjan. Daar worden we echter teruggestuurd omdat we blijkbaar een stempeltje te kort komen. We fietsen terug naar het douanekantoor krijgen er alsnog het gemiste stempeltje en kunnen dan zonder problemen door de ijzeren poort de grens over. “Good luck” zijn de welkomstwoorden van een jonge militair. Yes!! We zijn er! Het gekochte pre-visum was dus echt geldig!  Azerbeidzjan verrast ons meteen bij binnenkomst. De huisjes zien er goed uit en de meeste zijn voorzien van een strak nieuw dak. De percelen zijn niet langer omringd met ijzeren schuttingen maar door nieuwe met stenen gemetselde muren. Overal wordt er aan de weggewerkt en worden er voetpaden aangelegd. Steile klimmen zijn er niet maar wel heel lang ‘vals plat’ en dat hakt er met de hitte van vandaag toch ook wel behoorlijk in. Er wordt weer veel geclaxonneerd en de hele dag door moeten we zwaaien en uitleggen waar we vandaan komen. Soms worden de mensen wat brutaal een zitten ze aan onze fietsen te prutsen. Wytze heeft gisteren een kamer gereserveerd bij hotel Shaki maar is vergeten om goed te kijken naar de precieze ligging van dat hotel. Het blijkt later zo’n 25 km verder dan gedacht en bovendien niet Shaki te heten maar Shelale Ailevilstirahet Merkezi. Omdat we opzoek waren naar Shaki zijn we het dan ook voorbijgereden en moeten we even terug. De hotelkamer blijkt een blokhut te zijn. Omdat de airco niet werkt klim ik op de rand van het bed om te proberen of aan/uit misschien helpt. Ik zak dan echter met mijn rechter been pijnlijk langs het matras en een niet splintervrije  lattenbodem met als gevolg dat mijn scheenbeen lelijk knel komt te zitten. Gevolg dikke bloeduitstorting en ontvelt scheenbeen. Balen! Er is wel een restaurant bij het ‘hotel’ met een dagmenu. We krijgen Piti, een Azerbeidzjaans gerecht, voorgeschoteld dat bestaat uit een kom kippenbouillon met daar in brokken schapenvlees, kikkererwten en vet geserveerd met brood en salade. Als toetje krijgen we nog een appel en 2 stukjes pittige kaas. Met 2 flessen Turks bier erbij is het nog weg te krijgen ook. Ik speel nog een partijtje dam met de uitbater maar heb geen schijn van kans. Het is nog steeds warm, de airco werkt nog steeds niet, dus dat wordt zweten vannacht. Morgen naar Sheki is het plan.

Dag 65:       Zo.    23 Juli 2017
Cumay – Sheki
55 km

Hoewel de airco het niet deed toch aardig geslapen vannacht. Met het raam open ging het wel, maar als om halfacht de waterbuffel begint te loeien is het toch gedaan met de nachtrust. Het ontbijt is vandaag inclusief dus op naar het terras. Het is er een drukte van belang met de voorbereiding van een huwelijksfeest. De kok maakt voor ons een lekker ontbijtje. We zijn klaar om door de brandende zon naar Sheki te fietsen. Sheki ligt natuurlijk weer aan het einde van een lange klim waar we ons op een lekker ijsje trakteren. Het gereserveerde pension, House on Ashiq Cuma Street 8, is moeilijk te vinden. We maken opnieuw de fout om naar het adres te vragen in plaats van naar een café of terras te gaan waar ze wifi hebben. Twee jongens denken te weten waar we naar op zoek zijn en brengen ons via een lange klim naar het centrum van het stadje. Daar blijkt dat we toch niet goed zitten en rijden ze weer helemaal naar beneden. Omdat ze toch gaan twijfelen naar waar we eigenlijk naar toe moeten draaien ze weer om en fietsen we weer terug naar het centrum. Het Engels van de jongens is zo slecht dat we er maar niet achter kunnen komen waar ze ons eigenlijk naar toe willen brengen. Als we het vermoeden krijgen dat ze ons naar het paleis van Shaki Kahns willen brengen stoppen we maar met ze achter na te rijden. Wifi begrijpen ze wel en dus vragen we ze om ons naar een terras met wifi te brengen. Dat lukt wel. De jongens bieden ons zelfs een kop thee aan. Op ons mobieltje kunnen we nu laten zien waar ons gereserveerde pension ligt. Aha!! Nu begrijpen ze waar we naar toe willen. Een van de jongens woont daar nota bene zelfs vlakbij. Het pension ligt aan een onverharde weg in een woonwijkje vlakbij de winkel waar we een uur eerder een ijsje gegeten hebben. Er is helemaal geen verwijzing naar toe dus zonder de hulp van de jongens waren we er waarschijnlijk nooit gekomen. We slapen in een grote kamer. Voor de douche moeten we door het keukentje en de WC is in een hokje buiten op het erf. We mogen er ook blijven eten en dat gebeurt heel gezellig met de hele familie, eigenaresse en haar moeder, tante,  man en zus in de schaduw van een fruitboom. De eigenaresse van het pension is lerares Engels, maar ze heeft toch wel moeite om een vlot gesprek met ons te voeren. Hoeveel uren ze per week op de school werkt weet ik niet maar ze verdiend er 200 Manat per maand mee (ca. €100)., dus een vetpot is dat niet. Uiteraard worden er foto’s gemaakt. De zusjes vinden het wel leuk maar de man doet er een beetje nukkig over. Zus wordt wel vriend op facebook en noemt zich daar Deutschland Turkei. We eten weer salade met soep met schapenvlees. Na het eten lopen we nog even naar het parkje waar we op het terras van een theetuin een paar lekkere biertjes drinken. In het pikkedonker terug naar het Guesthouse is bijna niet te doen.

Dag 66:    Ma.   24 Juli 2017
Sheki – Ismayilli 
122 km 

Oma heeft voor ons het ontbijt met een vet roerei, brood en kaas klaar gezet. Hoewel het nog een beetje bewolkt is, is het heerlijk ontbijten in de tuin. Omdat er maar weinig goedkope overnachtingsmogelijkheden zijn hebben we vandaag een lange etappe op het programma staan. Om goed half negen zijn we weg en dalen we Sheki uit. Na zo’n 25 km is het tijd voor een colaatje op het theeterras van een hotel. De eigenaar vindt ons bezoekt wel interessant en komt bij ons zitten. Hij komt uit Baku en vertelt vooral over de corrupte president, die vele bouwprojecten gunt aan het bouwbedrijf waar zijn vrouw eigenaresse van is. De man is van plan om binnenkort met  Nederlandse bedrijven wat handel op te gaan zetten en hoopt met ons zijn netwerk wat uit te breiden. We wisselen onze WhatsApp gegevens uit en hoeven daarvoor in ruil onze cola niet te betalen. Er is weer veel handel langs te kant van de weg. Kramen vol met snoep of ronde platte broden die ter plekke door zigeunerachtige vrouwen op een houtgestookte oven gebakken worden. Maar ook stalletjes met weckflessen met voor ons onbekende vruchten en veel vers fruit. De wegen zijn uitgestrekt en er moet weer veel geklommen worden. Als we in Balacan omhoog fietsen is de zon op z’n heetst. Af en toe zoeken we de schaduw van wat bomen op om wat uit te puffen. De entree van Balacan is met zijn brede boulevard en imposante straatlantaarns overweldigend maar door de hitte gunnen we ons niet voldoende tijd om het eens goed te bekijken.  Ook het centrum van Balacan laten we daarom jammer genoeg aan ons voorbij gaan. Ik zeg tegen Wytze  dat ik het toch jammer vind dat we  vanmorgen besloten hebben om  voor € 10,00 meer door te gaan fietsen naar Ismayilli. Deze opmerking valt volgens mij niet goed bij Wytze en dat laat hij dan ook duidelijk merken als we ’s avonds op zoek gaan naar een eetgelegenheid. Maar eerst moeten we nog op zoek naar ons Ismayilli  Guest House. Ook dit pension ligt net als dat van gisteren in een achterafwijkje met onverharde bestrating. En opnieuw komen we terecht bij heel aardige mensen die een aantal kamers van hun groot huis verhuren. Wij krijgen een kamer op de eerste verdieping. Het huis is lang niet af en lijkt dat ook nooit meer te worden. Op de looppaden liggen wat kleden maar voor de rest kijk je overal nog op de beton. In de grote lege ruimte die moeten passeren voordat we bij onze kamer uitkomen staan 2 grote schilderijen van Lenin en liggen er op de vensterbanken een heleboel boeken. Ik leen er alvast 1 definitief zodat ik straks op de boot naar Kazachstan wat te lezen heb. Voor het avondeten zoek ik met maps.me naar de mogelijkheden en fietsen we dus terug naar het centrum. Het is al laat en er zijn niet veel mogelijkheden. We stoppen eerst bij een afhaalpunt waar we wel wat kunnen eten maar waar de keuze maar klein is. Wytze zit er een beetje doorheen is mijn gevoel want hij wordt dan plotseling heel erg humeurig en fiets wat van mij weg.  Het volgende restaurant in een parkje is ook al gesloten en dat maakt de sfeer niet beter. Uiteindelijk komen we bij een groot terras uit waar het wel druk is maar waar iedereen al aan de thee zit. We kunnen er wel eten maar daarvoor moeten we wel binnen in een apart kamertje gaan zitten. Ook hier is de etenstijd al voorbij maar de mensen zijn bereid om nog wat voor ons in elkaar te prutsen. We kunnende menukaart niet lezen dus is het afwachten wat er op tafel komt. Uiteindelijk krijgen we toch weer een soepje met schapenvlees erin en gegrilde stukken vlees met veel bot en vet eraan voorgezet. Veel eten doen we dus niet en daarom drinken we onze honger maar weg met een paar flessen perensap. Het brengt als bijvangst tot mijn opluchting ook mijn stoelgang weer op orde want ik was weer eens een paar dagen niet meer geweest. 

Dag 67:   Di.   25 Juli 2017
Ismayilli – Qobuland (pretpark) 
84 km

De gastvrouw heeft voor ons een heerlijk ontbijt klaar gemaakt met koffie, thee, gekookt ei, worstjes, tomaat, komkommer, brood,boter, kaas, warm droog broodje, koek, chocotof. We laten het ons goed smaken en na zo’n 20 minuten hebben we alles op. De eerste 25 km fietsen we over korte niet te steile klimmen en schiet het dus goed op. Op een theeterras bij een boscafé gaan we een colaatje drinken. De aanwezigen gasten zijn zo nieuwsgierig naar die rare fietsers dat we niet lang alleen aan de picknicktafel zitten. Waar vandaan en waar naartoe zijn de geijkte vragen en ook onze fietsen moeten van alle kanten bewonderd worden. Na de pauze krijgen we een paar serieuze passen voor de wielen. De eerste is nog redelijk goed te doen maar de tweede is wat mij betreft mede door de hoge temperatuur iets te heftig. Ik moet er dan ook een paar keer af en loop dan soms een stukje. Goed kapot kom ik uiteindelijk toch boven. Wytze is bergop veel sterker en is er dan al een tijdje. We drinken ieder 2 flesjes ijsthee. De verkoper is onder de indruk van onze inspanning en zegt dat we nu alleen nog maar hoeven te dalen. Maar dat klopt niet. Eenmaal over de top verandert het landschap snel van kleur. Ineens is alles om ons heen geel/bruin en dor. Ook de temperatuur loopt heel snel op en dan is er verdorie toch nog een klim. Gelukkig niet zo steil als de vorige maar toch wel zodanig dat het kleinste verzet gezocht moet worden. En dan is daar ineens midden in de woestijn het pretpark Qobuland, waar zich ons gereserveerde hotel zou moeten bevinden. We fietsen door het park heen en melden ons bij de balie van het eigenlijk iets te dure hotel. Ik vind het prima. Wytze daarentegen voelt zich in dit soort gelegenheden schuldig en niet op zijn gemak. Het is zelfs nog even spannend of er nog wel iets te eten is in het park. Uiteindelijk vinden we nog een restaurant met een groot terras met een prachtig uitzicht over een grote vijver. Ook hier kunnen we echter de menukaart niet lezen. We mogen meekomen naar de keuken en uit de vrieskist kiezen wat we willen eten. Het wordt een spiesje met lamsvlees, een spiesje met kip, salade, tomaat, komkommer, kaas, brood, sausjes, een bosje selderij en dan nog een toetje van fruit en watermeloen. Ze hebben er zelfs perensap voor Wytze en .. een heel lekker pilsje voor mij. Het uitzicht met de ondergaande zon boven de vijver en de goudgele bergen op de achtergrond is sprookjesachtig prachtig. Als we weer terug gaan naar ons hotel ziet Wytze bij de ingang ineens een schorpioen lopen. Ik dacht dat het een soort vogelspin was maar volgens Wytze is het een gevaarlijk beest met een dodelijke steek. De jongen van de receptie komt naar ons toe en bevestigt dat het een gevaarlijke schorpioen is en trapt ‘m dood. We kunnen gerust gaan slapen.

Dag 68:   Wo.   26 Juli 2017
Qobuland – Baku
105 km

Om 8 uur gaan we zoals gisteren met de receptie afgesproken hebben voor ons ontbijt naar vloer 6 van het hotel maar er is helemaal niemand te zien of te horen. We melden ons dus maar even bij de balie beneden. Ze zijn onze afspraak vergeten maar er wordt wel meteen actie ondernomen en in no time staat ons ontbijt op tafel. Zonder al te veel vertraging kunnen we aan onze laatste etappe in Azerbeidzjan beginnen. We beginnen met een lekkere afdaling maar even later volgt er toch weer een stevige klim die er door een stevige noordenwind niet makkelijker op wordt. Het waait zo hard dat we de hele dag tegen de wind in hangen en onder een hoek van zo’n 100° fietsen. Het woestijnlandschap is prachtig, de zon is heet. Hoe dichter we bij Baku komen hoe drukker het wordt. Omdat we niet weten in welke wijk ons gereserveerde hotel staat stoppen we op een pleintje met wat de terrassen met de hoop dat er daar wifi is en dan even met google.maps of maps.me verder kunnen. We worden allerhartelijkst ontvangen maar ons echt verder helpen kunnen de mensen ons niet, maar het is wel duidelijk dat we nog maar in een voorstadje van Baku zitten en we nog een heel eind verder moeten naar het Naftalan Guest House. Dan drinken we er eerst maar wat. We moeten richting haven dat is wel duidelijk, maar hoe? We vragen het nog een paar keer en worden zelfs een tijdje begeleid door een jongen op een brommer. We fietsen over drukke brede boulevards door een zeer modern ogende stad. Dan krijgen we via Maps.me ons gereserveerde hotel in beeld in kunnen we de routeaanwijzingen volgen. De route loopt dan zo gericht mogelijk door een volkswijk, waar de onderkomens van de bewoners een groot contrast vormen met de hoge glazen kantoorflats die we eerder passeerden, en waar de op staat levende mensen verbaasd opkijken als daar ineens twee zwaar bepakte fietsers voorbijkomen. Ons guesthouse staat midden in die volkswijk en zou volgens maps.me een 5 sterren hotel moeten zijn maar dat moet toch wel een zware overschatting zijn want de tent waar wij arriveren is totaal uitgeleefd. We worden er wel verwacht en krijgen voor € 10,00 een kamer waar verder alle comfort ontbreekt. Er is wel een douche /wc ruimte maar er komt nauwelijks water uit de leidingen. In de douchebak staan wel wat emmertjes waar je wat water in op kunt vangen en op die manier nog een soort van koude stortdouche kunt maken. Vanwege de warmte werkt zo’n opfrisemmertje echter maar kort. Met de hygiëne van ons nieuwe onderkomen is het bedroevend gesteld en in combinatie met het feit dat Wytze nu al weken aan de diarree is maak ik me zorgen over hoe lang dit ongestraft ‘goed’ blijft gaan. Mede vanwege het feit dat Wytze een pacemaker heeft adviseer ik hem om via ’n emailtje z’n huisarts eens om advies te vragen, Onze fietsen mogen wel mooi binnen op een kamer waar het personeel zo af en toe een dutje doet. Op internet zoeken we naar de vertrektijden van de boot naar Kazachstan en wat de mogelijke vliegende alternatieven zijn. ’s Avonds gaan we op zoek naar een restaurant en dat is zoals meestal weer een heel gedoe. Alles wat er als net restaurant uitziet valt bij Wytze vanwege de te verwachte rekening namelijk al af. Uiteindelijk lukt het toch en drink ik er ook nog mijn gebruikelijke dagbonus nl. een lekker pilsje.

Dag 69:     Do.   27 Juli 2017
Baku

Vandaag maken we er maar eens een rust- en bezinningsdag van. Om 8 uur schuiven we in het kleine barretje bij de ingang van het hotel aan voor ons ontbijt.  Broodje, eitje en zoveel thee als je maar wil. Wytze heeft opnieuw zeer slecht geslapen en schiet terwijl hij zegt te twijfelen over of we nog wel verder moeten gaan ineens in ’n emotionele mode. Ik zeg hem dat ik fit genoeg ben om verder te gaan en dat ook het liefst zou doen maar als zijn gezondheid het niet toelaat er maar 1 keuze is en dat is stoppen. Samen uit, samen thuis was het devies toen we vertrokken, dus.. gaan we een maal terug op de kamer eens kijken welke mogelijkheden we hebben om over de Kaspische zee te geraken. De hele ochtend zijn we op internet weer op zoek naar vertrektijden en kosten van de boot naar Aqtau en van de bestemmingen die we met een vliegtuig zouden kunnen bereiken. Een vliegreis naar Almaty lijkt gunstig uit te pakken maar het is onduidelijk op welke voorwaarden we onze bagage en de fietsen mee mogen nemen. We leggen onze vragen per email voor aan de vliegmaatschappij en wachten op antwoord. Dat komt natuurlijk niet meteen dus gaan we toch maar eens wat frisse lucht opsnuiven. Hoewel dat nog niet zo meevalt in de hitte van Baku. We hebben het gevoel dat we voor wat frisse lucht naar de haven moeten en beginnen die richting in te lopen. Als we even op weg zijn kijken we toch maar eens even op maps.me of wel wel de goede richting in lopen. We lopen goede kant in maar. …. het is zeker nog wel 5 km voor we bij het water zijn. Dat is met deze hitte geen doen, dus gaan we maar weer terug. We drinken nog wat op een bankje en zoeken de schaduw op in onze kamer van het hotel. Wytze slaapt vrij snel in en ik ga nog wat schrijven voor m’n blog. ’s Avonds pakken we de fiets en rijden dan over de brede 6-baans wegen naar de haven. Bij de haven moet een McDonalds zijn en we hebben eigenlijk wel weer eens trek in een Westerse hap. Deze Mac. blijkt echter boven in een groot gebouw te zijn en er is geen mogelijkheid om onze fietsen veilig te stallen. Iets anders dan maar.  Uiteindelijk vinden we bij de haven nog een terrasje met ’n eetgelegenheid. We zijn duidelijk te laat want wij zijn de enige gasten die nog wat willen eten. De rest zit al lang en uitgebreid aan de thee. Het is al donker als we uit gegeten zijn. Het uitzicht over de haven is mooi. De hoge torenflats beginnen in allerlei kleuren op te lichten. Op de brede strandboulevard en de paden in het park wordt veel gewandeld en gespeeld. In het donker fietsen we terug naar het hotel en maken dan gedeeltelijk gebruik van het Formule 1 circuit van Baku.

Dag 70:       Vrij.  28 Juli 2017
Baku

’s Morgens bij het ontbijt bespreken we de mogelijkheden voor het vervolg van onze reis. Het oorspronkelijke plan, dat we dacht ik toch redelijk voorbereid hadden, nl. om met een vrachtboot naar Acktau in Kazachstan te varen wuift Wytze meteen weg. De onzekerheid over de vertrektijd van die boot ziet hij als een te groot risico en dus komt dat plan te vervallen. “Het wordt vliegend naar Kazachstan of anders ….. naar huis. ” Wytze zegt bovendien dat hij het gevoel heeft dat ik het fijn zou vinden als hij vanwege zijn aanhoudende diarree en slap gevoel besluit om er mee te stoppen, omdat ik dan de schuld van het mislukken van de droomreis bij hem neer zou kunnen leggen. Ik vind dit een heel vervelende opmerking en reageer daarop met te zeggen dat dat beslist niet het geval is. Hoewel ik wel degelijk besef dat er nog een heel zwaar traject te gaan is voel ik me fit genoeg om door te gaan. Ik wil alleen niet verder als hij niet eerlijk is over zijn gezondheid en onverantwoorde risico’s gaat nemen. Ik adviseer hem dan nogmaals om contact op te nemen met zijn huisarts en daar advies te vragen. Dat wil hij echter niet doen. We gaan door! Of het verstandig is zal later wel blijken. Terug op de kamer gaan we weer aan de slag met het zoeken op internet naar een geschikte vlucht. De mogelijkheden die er gisteren nog wel waren zijn er vandaag al niet meer dus er is haast geboden. Er zit niets anders op dan 1 dag later te vertrekken. We boeken uiteindelijk een vlucht op 30 Juli naar Tbilisi en gaan vandaar op 31 Juli verder naar Almaty. Hoe het allemaal met de bagage en de fietsen moet blijft nog een vraagteken. Hopelijk kunnen we dat op het vliegveld nog op tijd regelen. Nu de kogel door de kerk is nemen we even de tijd om onze fietsen wat te poetsen. Wytze legt de banden om en legt er een nieuwe ketting op. Ik poets de fiets wat, maak de ketting schoon en doe er wat verse olie op. Op onze gepoetste fietsen rijden we aan het eind van de middag weer over de drukke weg naar de haven en over het Formule 1 racecircuit naar het parkje tegenover de Oude Stad. Met de fiets aan de hand steken we over en lopen we via de winkelstraat door de poort naar de Oude Stad. Wel aardig die oude nauwe straatjes en trappetjes maar toch ook weer niet echt verrassend. Er is een oud slot. Ik stel voor om er toch maar even in te gaan. Hoewel er entree betaald moet worden gaat Wytze toch maar even mee. Heel boeiend is het interieur niet maar nu we er toch zijn wil ik toch maar alles even bekijken. Wytze loopt er snel doorheen en ben ik al vlug kwijt. Ik raak ook nog even verdwaald omdat er een deur naar buiten afgesloten is. Als ik bij de uitgang aankom staat Wytze daar al een hele tijd bij de fietsen te wachten. Hij vond het binnen te warm en te vochtig. Op een terras in de winkelstraat eten we nog een hamburger met een salade en fietsen daarna door het donker weer over de drukke weg terug naar het hotel. Bij de market in de buurt halen we nog een fris yoghurtje en wat te drinken. Ik chat nog even met thuis en ga dan proberen om te slapen.

Dag 71:         Za.     29 Juli 2017
Baku 

Mijn horloge heeft volgens Wytze de hele nacht gepiept! Ik heb er met m’n hardhorende oren niks van gehoord maar zie op het display wel ‘clean’ staan. Ik maak ‘m dus schoon en hoop maar dat ie vannacht stil blijft want , ..oei!!. Na het ontbijt met het gebruikelijke eitje en brood met zure room en een paar tassen thee bekijken we nog maar eens hoe we vanaf Almaty verder zullen gaan fietsen. Wytze heeft op internet over een route gelezen die via Bishkek over een onverharde weg en een klim naar het meer Son Kul gaat. Gezien zijn fysieke toestand ben ik er wat huiverig voor. Ik wil liever China en Peking bereiken dan te veel forceren op zware klimtrajecten en dan alsnog op te moeten geven. Terwijl ik nog lig te tobben over welke route we zullen gaan volgen en wat het verstandigste is gaat Wytze ducktape kopen om zijn achtertassen wat te verstevigen. Ben benieuwd of ze daarmee de eindstreep gaan halen. We zijn het binnen zitten beu en pakken in de middag de fiets en rijden weer over het Formule 1 autocircuit naar de Oud Stad. Het is weer heel warm. Wytze wil niets meer gaan bekijken maar lekker op een bankje aan de haven onder de schaduw van een boom een boek gaan lezen.  Dat vind ik toch iets te saai en dus wandel ik nog een keer op mijn gemak door de Oude Staden drink op mijn gemak een lekker pilsje op het terras van het Hard Rock Café. Na een uur ga ik weer terug naar het parkje en ga ook maar lezen in het  boek dat ik in het Guesthouse in Ismayilli gejat heb. Deze keer fietsen we nog voor het donker terug naar onze hotelwijk. We kopen in de super nog wat te eten en drinken op een terras een potje thee. Op de kamer is het nog heel warm. Een lekkere douche zou verfrissend kunnen zijn maar helaas daar komt geen water uit. Ook na een uur wachten komt er niet meer als een klein koud pisstraaltje uit de douchekop. Dat wordt niets meer vandaag.

Dag 72:      Zo.    30 Juli 2017
Baku –luchthaven  
22 km
Luchthaven– Tbilisi(vliegen)

Om goed 8 uur zitten we aan ons laatste ontbijtje in het Naftalan Guesthouse. We melden ons daarna bij de receptie om onze 3 extra dagen af te gaan rekenen. Deze dagen hebben we niet via booking.com geregeld dus vindt de baas dat hij ook een hoger bedrag mag vragen. In plaats van de 20 Manat (ca. $ 12,00) moeten we nu $ 20,00 per dag betalen! Rond kwart voor 10 zijn we weer gepakt en gezakt en fietsen we naar de hoofdweg. De route naar het vliegveld gaat er via 1 rechte weg naar toe. Het is weer een hele drukke 4-baans weg en we hebben een stevige wind recht op kop. We moeten na die rustdagen weer even wennen aan het gewicht van de bepakking. Na een dik uur zijn we bij het vliegveld. Het is een modern ogende airport met een grote glazen vertrek hal. Om de hal binnen te mogen moeten onze tassen van de fietsen alles inclusief wij zelf door de scanner. Onze fietsen passen er niet in dus die worden dan maar met het oog gecontroleerd. Bij de balie van Azerbaijan Airlines vragen we nog of we een e-ticket nodig hebben om in te kunnen checken maar dat is niet nodig. Met onze paspoorten hebben ze voldoende informatie. Ineen hoekje van de hal gaan we onze fietsen en tassen prepareren. De fietsen pakken we in de meegenomen plastic hoes in en de tassen stoppen we bij elkaar in 1 grote tas en laten die daar met een wikkelmachine door twee handige wikkelaars met plastic folie verstevigen. Ruim op tijd hebben we alles klaar staan. De bagage is wel wat zwaar ik heb 24 kg en Wytze 21 kg. Hoeveel gewicht is toegestaan weten we niet maar we zullen wel bij moeten betalen. De incheckbalie gaat pas om 17.00 uur open dus hebben we nog tijd genoeg om met onze Manats bij de McDonalds nog een hamburger te kopen. Als de incheckbalie open gaat sluiten we met onze fietsen en bagage meteen in de rij aan want als er nog iets met de fietsen moet gebeuren hebben we daar dan nog genoeg tijd voor. Als we de medewerker onze fietsen laten zien schudt hij echter meteen het hoofd. Onze fietsen zijn niet goed genoeg verpakt!! Het voorwiel moet eruit en moeten eigenlijk in een doos verpakt zijn. We worden doorgestuurd naar een vrouwelijke collega die vervolgens overal naar toeloopt, veel belt maar niets aan ons terugkoppelt. Is ze nu wel of niet met onze fietsen bezig? Wytze is op het moment dat de fietsverpakking afgewezen werd van paniek helemaal in de stress geraakt en weet zich geen raad meer. Ik loop maar weer eens terug naar de balie waar we ons eerder gemeld hadden. We worden nu doorgestuurd naar de balie voor uitzonderlijke bagage. Daar krijgen we opnieuw de opdracht om onze fietsen beter te verpakken. Het voorwiel moet er in ieder geval uit en volgens de voorschriften zou er een doos om de fiets moeten zitten maar omdat er die geen is raadt ze ons aan om aan de mannen van de plastic- folie-wikkelaar te vragen of ze de fietsen in willen sealen. Hun eerste reactie is dat ze dat niet willen doen en dat we maar op zoek moeten gaan naar een doos. Als ik dan verslagen uitleg dat dat niet meer gaat lukken en we dan onze vlucht niet meer kunnen halen pakt 1 van de mannen de rol plastic folie uit de machine en zegt dat hij het wel wil proberen. Ik haal vlug mijn voorwiel uit de fiets en bind dat provisorisch aan het frame vast. De man begint te wikkelen. Wytze is nog steeds helemaal van de kaart en heeft nog niet in de gaten dat het waarschijnlijk allemaal toch goed gaat komen. Hij gelooft er nog niet in. Even later heeft de man mijn fiets helemaal stevig ingepakt. De fiets van Wytze is aan de beurt maar die heeft het voorwiel er nog niet uit. Hup actie roept de man want zolang hij met onze fietsen bezig is kan de inpakmachine niet gebruikt worden. Als een bezetene pakt de wikkelaar nu ook de fiets van Wytze in en staat er even later behoorlijk van ter zweten. Gelukkig hebben we nog wat Manats over om het inpakwerk te betalen. Wytze geeft de man 10 Manat (normaal bedrag voor 2 koffers)  maar de man neemt het niet aan en maakt een afwijzend gebaar waarop Wytze denkt dat het gratis is en het biljet weer in zijn zak steekt. We brengen de fietsen snel naar de incheckbalie. Bij de inpakmachine maakt de inpakker het gebaar van ‘waar blijft mijn geld’!! Ik stuur Wytze terug en dan blijkt dat de man 25 manat wil hebben.Opnieuw bij de incheckbalie krijgen we in verband met overgewicht  van de bagage (5 kg voor mij en 3 kg voor Wytze) en het vervoer van onze fietsen een rekening van 320 Manat (ca. €160,00) per persoon gepresenteerd! Wytze ontploft zowat en laat aan de baliedame een e-mailtje zien waarin staat dat de fietsen voor € 50,00 per stuk meegenomen zouden worden. Volgens de dame is dat echter de prijs voor Azerbaijan Airlines tot aan Tbilisi en moeten we nog bijbetalen aan Astana Airlines voor het traject van Tbilisi naar Almaty. We hebben geen keuze! Betalen dus. Ik betaal mijn deel met m’n visakaart en Wytze wil dat doen met zijn bankpasje, dat echter niet door het betaalsysteem geaccepteerd wordt waarna ik dat deel ook maar met mijn Visakaart afreken. Wat een toestand, maar we kunnen door. Nog even onze laatste Manatten opmaken aan wat drinken en dan moeten we op gaan schieten om ons op tijd bij de douane te melden en te gaan boarden. Bij de douane moet ik mijn schoenen uit doen en de scanner ontdekt mijn zakmes dat nog in mijn stuurtas zit. Dju ..inleveren dus! Maar we kunnen door. Eenmaal in het vliegtuig ziet Wytze door het raampje hoe er met onze fietsen om gegaan wordt en raakt weer helemaal in paniek. “Er valt een fiets!!  Er wordt meegegooid!! Als er even later over de band weer een fiets uit het vliegtuig komt heeft hij het helemaal niet meer en zou zo het vliegtuig uit willen stappen. Ik ben blij als we even later de lucht in gaan. Het is maar een korte vlucht naar Tbilisi. Tekort om Wytze helemaal tot rust te brengen. In Tbilisi worden we doorgestuurd naar de transferafdeling en moet onze handbagage nog maar eens een keer gescand worden. Deze keer ontdekt men een nagelschaartje in mijn badtas!! Ik mag ‘m wel meenemen maar krijg een waarschuwing van de douanebeambte!? Bij de transferbalie wordt onze boardingpas voor de vlucht naar Almaty in orde gemaakt.Onze bagage en fietsen hoeven we niet zelf in te checken. Die worden automatisch naar de volgende vlucht doorgestuurd. Wytze wil echter zijn fiets zien omdat hij, als er iets mis is gegaan, dat op de vliegmaatschappij wil verhalen. De medewerkster zegt dat het voor ons niet mogelijk is om naar de opgeslagen fietsen te gaan maar belooft dat ze zal gaan kijken of ze goed zijn aangekomen en dat ze de vervoerders zal vragen er netjes mee om te gaan. Wytze berust maar is niet gerust en wordt zeer in zichzelf gekeerd. Hij staart strak voor zich uit en kijkt heel woest. Af en toe sluit hij krampachtig zijn ogen alsof hij zware hoofdpijn heeft. Ik weet niet goed hoe ik ‘m uit deze situatie kan halen en zeg maar even niets. Als we even later wat willen gaan eten wil Wytze met Georgisch geld betalen maar dat blijkt bij de kassa nog uit de Oekraïne te komen.  Als zijn pasje vervolgens niet werkt en dat van mij wel en de WIFI niet werkt en we dus ook niet kunnen internetten kunnen we toch wel stellen dat we er een dag met veel hindernissen op hebben zitten. Slapen dan maar? Vergeet het maar de luidsprekers in de hal staan zo hard dat dat niet mogelijk is. Het zal dus een lange slapeloze nacht worden met af en toe wat rondlopen en wat lezen in mijn gestolen boek “By the River Piedra I sat Down and Wept” van Paulo Coulo.

Dag 73.     Ma.     31 Juli  2017
Tbilisi – Almaty (vliegend)

Na een lange slapeloze nacht worden we rond 11 uur via de omroepinstallatie opgeroepen om naar boardinggate 102 te komen. Er staat een man op ons te wachten met een rekening voor het vervoer van onze extra bagage en fietsen van Tbilisi naar Almaty. Maar goed dat we in Tbilisi een betalingsbewijs gekregen hebben en dat ook nog bij de hand hebben. We laten dat aan de man zien die dan gaat bellen maar hij wil toch dat een van ons meegaat naar de incheckbalie om alles goed te regelen. Wytze gaat met de man mee maar blijft toch zeker een uur weg. Alles blijkt toch goed gegaan te zijn; we hoeven niets meer bij te betalen en hij heeft onze boardingpassen meegekregen. En .. Wytze heeft zelfs naar onze fietsen mogen kijken. Er is een klein stukje van z’n spatbord weg maar verder ziet alles er nog goed uit. Gelukkig! Wytze is duidelijk minder ongerust. Ons vliegtuig komt mooi op tijd aan en vliegt ook op de afgesproken tijd weer weg. De vlucht duurt 3 uur maar  in Almaty is het al 2 uur later dus de dag schiet al aardig op. Jammer dat ik niet naar buiten kan kijken anders had ik al een flink stuk van Kazachstan kunnen zien liggen. Echt relaxed verloopt de vlucht niet omdat er vlak achter ons een geestelijk gehandicapt kind zit dat verschrikkelijk kan krijsen. Rond 19.00 uur landen we in Almaty. De bagage en de fietsen zijn allemaal in z’n geheel meegekomen. Met hier en daar wat rechtbuigen, stuur recht zetten en de trappers er weer aan zijn onze stalen rossen weer rijklaar. De douaniers komen belangstellend kijken wat we allemaal aan het doen zijn. Als we door de aankomsthal naar de uitgang rijden komen we langs een restaurantje en gaan we maar meteen onze eerste Kazachstaanse maaltijd proeven. Het wordt een spinaziesoep- kip met rijst- brood-salade en een glas tomatensap. We kunnen er ook geld pinnen en dus op zoek naar het hostel dat we geboekt hebben. Als we de hal van de airport uitkomen is het al donker en worden we opgevangen door een horde taxichauffeurs die ons allemaal naar een hotel willen brengen maar als we het adres laten zien het door ons geboekte hostel niet weten te vinden. Ze worden zelfs wat opdringerig en dus rijden we wat gehaast weg in de richting van het centrum van Almaty. Het hostel moet vlakbij het vliegveld liggen maar toch kunnen we het niet vinden. We spreken 2 jongens aan op de fiets die het adres van het hostel simpel in hun mobieltje invoeren en ons dan met de fiets naar het hostel brengen. We zijn het hostel al gepasseerd en moeten dus weer terug naar de parkeerplaats bij het vliegveld. We worden er verwacht. Het is een simpele kamer met 2 bedden. Voor de WC en douche moeten we naar een schuurtje in de tuin. Geen luxe maar er komt dan toch water uit de douchekop. We kunnen bij de uitbaatster wat te drinken kopen en proosten op onze aankomst in Kazachstan. Het is een heel gedoe geweest maar we zijn er dan toch maar.

Dag 74:    Di. 1 Augustus 2017
Almaty – Samsi
95 km

We laten de 2 uren tijdsverschil met gisteren maar wat geleidelijk verlopen door pas om 8 uur op te staan. Om half 10 staan we klaar voor onze eerste etappe door Kazachstan. Wytze wil helaas perse niet door het centrum van Almaty dus proberen we er maar via een gele weg langs af te fietsen. De plaatsen op de aanwijsborden kunnen we echter niet lezen dus kunnen we de plaatsnamen, die op onze kaart staan niet terug vinden. Er zit niets anders op dan maar op het gevoel een richting te kiezen. Het gaat lang goed, maar op een gegeven moment komen we toch op de drukke A2 terecht. Voordeel van de A2 is wel dat de plaatsnamen daar vaak wel ook in het Engels aangegeven zijn  net als op onze kaart en kunnen we de geplande gele weg naar bijvoorbeeld Qaskelen toch vinden. Eenmaal op die weg worden we aangesproken door een passerende Rus uit st. Petersburg die zegt dat de weg verderop afgesloten is en dat we toch beter op de A2 kunnen gaan fietsen. We geloven hem maar en fietsen achter hem aan naar de A2. Vlak voor we de drukke weg op gaan laat hij ons even wachten en gaat hij bij een bedrijf 2 flessen koud bronwater halen voor ons. Geweldig toch! Als we toe zijn aan ons middageten zoeken we een plaatsje in de schaduw. In een soort van moestuin zien we een bankje met een tafeltje staan, mooi in de schaduw en er zit niemand aan, dus zijn we zo vrij om daar maar te gaan zitten. We zitten nog maar net  of er komen een paar mannen aanschuiven die daar in de moestuin aan het werken zijn. Het gesprek gaat moeizaam maar we zijn van harte welkom. Ze bieden ons meteen vers geplukte tomaten en komkommers aan. De vruchten worden wat afgespoeld, een beetje in partjes gesneden en bestrooid met zout. Lekker! Uit het huis komt ook nog een wat oudere vrouw polshoogte nemen en als ze hoort dat we uit Nederland komen raakt ze helemaal enthousiast. Haar kleindochter woont in Amsterdam! Ze rent terug naar haar huisje en komt even later terug met een tas vol verse groenten en haar mobieltje waarop ze foto’s en filmpjes van de verjaardag van haar kleinkind heeft staan. Heel gezellig en ze knuffelt Wytze als dank voor deze toevallige ontmoeting. Bij het weggaan worden we met zwaaiende kushandjes uitgeleiden gedaan. Mooie ontmoeting. In Samsi willen we gaan kamperen. Het is een plaatsje van niks maar heeft wel evenveel winkeltjes als inwoners. Dus eerst maar eens eten gaan kopen en bij een benzinestation brandstof halen voor onze kooktoestellen. Langs het benzinestation loopt een klein riviertje dus zoeken we daar in de buurt naar een plek om de tent op te zetten. Aan de overkant van de weg staan een paar huizen en een moskee met een grasveldje waar een hek omheen staat.  Bij de poort staat een man. We vragen of we de tent of het grasveldje bij de moskee neer mogen zetten Hij belt naar de imam maar die neemt niet op. “Doe maar”, zegt hij dan de imam zal het wel goed vinden. Het grasveldje ziet er bij nader inzien toch niet zo mooi uit maar we gaan het er mee doen. Even zoeken naar een vlak stukje en wat paardenmest op zij schoppen. Als we de tenten goed en wel hebben staan komt de imam op een oud fietsje aanzetten. Een goed gesprek is vanwege de taal niet mogelijk maar uit zijn gebaren en lichaamstaal begrijpen we dat hij het goedvindt. Af en toe komt er een auto met wat mannelijke gelovigen die de moskee ingaan en hun voeten gaan wassen bij de wasplaats. De wasplaats is een greppel met daarbij een plastic ton met water en een bonte verzameling van plasticgieters. Als de voetenwassers weg zijn gebruiken we ze ook maar om ons  ook een beetje op te frissen. We eten vandaag spaghetti met doperwten en als toetje voor elk maar liefst 4 bekertjes yoghurt. Om 21.00 uur is het al donker en gaan we d’r in. Voor het eerst sinds ergens in Roemenië slapen we weer eens in ons tentje.

Dag 75:    Wo.  2 Augustus 2017
Samsi – Algha
120 km

Het duurde even voordat ik gisterenavond in slaap viel. Ik moest toch weer wennen aan het dunne matrasje en de tent. Mijn rechterbeen had bovendien de neiging om bij een bepaalde houding in de kramp te schieten of noemen ze dat nou een restless leg?  Toen ik eenmaal de goede houding gevonden had viel ik toch vrij snel in slaap en  heb ik uiteindelijk toch nog redelijk goed geslapen. Voor ons ontbijt fietsen we bepakt en gezakt eerst een beetje terug naar een winkel in het dorpje waar we een soort van koekontbijt bij elkaar kopen en dat voor het winkeltje opeten. De winkelier schuift vriendelijk lachend nog een oud stoeltje extra naar buiten zodat we alle twee zittend kunnen eten. We verbazen ons over de manier waarop de binnenband van een oude Lada vervangen is. Het ventiel komt nl. door een gat aan de zijkant van de buitenband naar buiten. Onze route van vandaag is lang, recht toe recht aan en saai. Het is al vroeg erg warm. Meest opvallend zijn de met allerlei muurtjes omheinde begraafplaatsen. Verder is het landschap vooral geel en dor. Er ligt veel rommel langs de weg. Veel versplinterde autoruiten, dooie vogels, lege flessen, en zelfs het onderbeen van een koe! We komen een Spaanse fietser, uit Barcelona tegen die al 4 maanden onder weg is. Hij is de KaspischeZee wel met de boot overgestoken van Baku naar Aqtau. Hij had het plan om vandaar naar Turkmenistan te fietsen maar omdat hij daar geen toestemming voor kreeg is hij met de trein naar Tashkent gegaan. Hij is door het warme weer en veel tegenwind moe en denkt eraan om zijn oorspronkelijke einddoel Peking te wijzigen in Urumchi. Om de 25 km zijn er langs de A2 wegrestaurantjes, maar de meeste fietsen we voorbij. Bij Qenen (Kenen) verlaten we de A2 en gaan we richting Bishkek in Kirgizië en gaan we beginnen aan de pas waar we naar uitgekeken hebben. Het landschap verandert meteen. De pas is gelukkig niet te steil maar wel heel mooi. In de rook van de vuurtjes op de afgemaaide korenvelden fietsen we naar boven en komen dan de tussen prachtige geel/dorre heuvels te fietsenwaar we de hele dag al zicht op hadden. Het lijkt soms wel een maanlandschap. Hier en daar waaien droge distelbollen over de weg zoals je wel eens in cowboyfilms ziet. De pas ligt op 1232 meter. De ons tegemoet komende vrachtwagens dalen stapvoets. Eenmaal over de top beginnen we aan een heerlijke afdaling en hebben we in no time flink wat kilometers gemaakt. In Alga hebben we er 120 km opzitten en is het tijd om bij een winkel avondeten te kopen en een kampeerplek te zoeken. Tegenover de winkel zien we een school staan met een mooi grasveldje erbij. De schoolmeester komt toevallig net het gebouw uit gelopen. Wijzend op een stuk gras vragen we of we daar onze tent neer mogen zetten.  Maar op die plek mag het niet want dat is nl. het gazon, maar een eindje verderop, een beetje tussen de struiken ligt nog een grasveldje en daar mag het wel.  Het is een perfecte kampeerplaats en aan de overkant van het schoolgebouw stroomt ook nog een riviertje waar we ons enigszins op kunnen frissen. We koken in een prieeltje op het schoolterrein.

Dag 76:      Do.  3 Augustus 2017
Alga – Ivanovka (Kirgizië)
90 km

We zijn al vroeg wakker en omdat we geen eten meer hebben om te kunnen ontbijten fietsen we bepakt en gezakt eerst maar eens naar de winkel. Die is helaas nog gesloten dus  moeten we met een lege maag op pad. Na zo’n 10 km leggen we bij de eerste gelegenheid aan om wat te eten. We kopen wat koeken en een gebakken ei en eten die in de grote eetzaal op. Opvallend zijn de tafels met de ligbanken als zitplaats. Ik moet hoog nodig naar de WC. Daarvoor moet ik naar buiten en om het gebouw heen lopen. Ik passeer daarbij een gebouwtje en wordt ineens door een oud vrouwtje terug geroepen. Er moet betaald worden voor het toilet gebruik. Hoeveel weet ik niet maar met wat kleingeld gaat oma akkoord en krijg ik een stukje toiletpapier mee. Het toilet is ingedeeld in een mannen – en een vrouwen deel. Het is even schrikken. Moet ik hier poepen? Er zijn geen afgesloten toiletten maar een rij hurk-wc’s met een muurtje ertussen en geen deur ervoor. Door het rooster heen kijk je in de onderliggende kelder waar een hoop ontlasting ligt. Hoewel het allemaal verre van fris is lukt het toch om te ontlasten. Handen wassen kan niet op het toilet maar wel bij de ingang van het restaurant waar zoals bij alle restaurants een handenwasgelegenheid is. Dan komen we in de buurt van de grens en wordt het verkeer steeds drukker. Er zijn ook steeds meer winkeltjes en veel, heel veel stof. De grensovergang naar Kirgizië verloopt op zich heel soepel. Uiteraard moeten we met onze hoofden weer voor de camera maar verder is er geen gedoe met bagage controle of zo. Een Kirgizische militair vraagt lachend nog wel om Euro’s maar als we zeggen dat we die geen bij ons hebben is het ook goed en mogen we passeren. Vanaf de grens tot aan Bishkek is het overal druk maar kunnen we nergens een bank of pinautomaat vinden. Wytze wil helaas niet naar het centrum van Bishkek zodat ik na Almaty ook deze stad niet zal kunnen zien. In een voorstadje van Bishkek zoeken we op een druk kruispunt opnieuw naar een bank. We vinden wel een bank maar pinnen op de automaat lukt niet. Wytze kan met zijn pasje gelukkig wel geld halen bij de balie. We kunnen dus vooruit. Als we even later bij een winkel wat boodschappen doen zien we dat daar ook een pinautomaat staat. Met mijn pasje pin ik er daar nog  5000 KGS Som (ca. € 61,00) bij. Bishkek voorbij fietsend blijft het heel druk met vooral veel vrachtverkeer. Zo erg dat Wytze er tureluurs van wordt en in Ivanovka wil stoppen. Op een groot kruispunt  met veel winkels en stalletjes doen we eerst de nodige inkopen en gaan dan op zoek naar een riviertje met een mooie kampeerplek. Na wat heen en weer gefiets denken we een geschikte plaatsgevonden te hebben als er een auto aangereden komt. Eerst maar eens vragen of kamperen daar wel toegestaan is dus. Blijkt dat de man eigenaar is van een weiland aan de overkant van de weg. Hij vindt het geen probleem als we daar gaan kamperen en dus verhuizen we naar de overkant. Als we de tent nog aan het opzetten zijn komt hij weer met de auto aangereden en vraagt op we misschien iets willen eten. Omdat we net eten hebben ingekocht  bedanken we de man vriendelijk voor zijn sympathieke aanbod.  We zitten even later echter nog maar net in onze stoeltjes voor de tent als hij weer terug komt en 2 tassen vol warm eten bij zich heeft. Spaghetti met groente, broodjes, frisdrank en 2 meloenen. We eten het maar meteen op en de man blijft even buurten. Hij vertelt dat hij van Chinese afkomst is en voor een deel Oeigoersbloed heeft en dat hij moslim is. (misschien heeft zijn gastvrijheid daar iets mee te maken?) Als de man nog maar net vertrokken is krijgen we bezoek van 3 jongetjes uit de buurt. Wytze probeert ze uit te leggen waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Een rode pick-up is al een paar keer met een zwaaiende chauffeur voorbijgekomen. Deze keer stopt hij en brengt hij ons 2 flessen water , 2 flessen melk en nog wat frisdrank. Zijn drankpakket staat nog maar amper in de schaduw bij de tent als er door de wei nog 2 mannen aan komen lopen. Zij hebben ook warm eten bij zich voor ons. We zeggen dat we al gegeten hebben en niets meer hoeven maar  dat vindt geen gehoor. Ze zetten het eten inclusief bestek gewoon bij de tent neer. We proberen nog een gesprek op gang te brengen maar dat komt toch ook nu weer niet verder dan waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Met een tevreden gezicht laten ze ons even later met het eten achter. We krijgen het niet allemaal opgegeten natuurlijk. Om de gastvrije gevers niet teleur te stellen zoeken we in de omgeving naar mogelijkheden om de overschot van al dat eten met de natuur te delen. Onze magen zijn goed gevuld en de gevers gaan de bonus voor hun goede daad waarschijnlijk bij Allah claimen.

Dag 77:   Vrij.  4 Augustus 2017 
Ivanovka –Kok Moyrok Bir
124 km

Echt goed geslapen heb ik niet vannacht. Er kwamen nog laat veel auto’s over de weg die vaak even remden als ze vlakbij de tent waren en soms even stopten. Ik was er niet gerust op. Waarschijnlijk vooral door de vraag van de jongeman in zijn rode pick-up of we niet bang waren om daar te overnachten en dat we altijd bij hem terecht konden als er problemen zouden zijn. Deze morgen hebben we geen gebrek aan eten voor het  ontbijt. We krijgen het niet op dus pakken we in wat we mee kunnen nemen en gooien de rest toch maar weg. Wytze brengt de borden en het bestek terug naar de boerderij. De route gaat ook vandaag over een zeer drukke weg met veel stinkende vrachtwagens, die vaak grote brokken steenkool vervoeren.  Wytze wordt er niet goed van en dus gaan we op zoek naar een alternatief. Iets voorbij Kemin gaan we een oude parallel weg op en wordt het even wat rustiger. We komen uit bij een klein toeristisch gehuchtje met terrasjes en winkeltjes. Er wordt vooral veel thee gezet in de bekende zilverkleurige heetwaterpotten die hier  met steenkoolvuurtjes verhit worden. Na deze korte pauze wordt de route steeds mooier en komen we tussen hoge bergen te fietsen. Prachtig, maar het weer wordt wel steeds slechter. Plekken on te kamperen zijn er niet. We proberen het nog bij een Yurtenkamp maar  daar sturen ze ons door. Het begint steeds harder te regenen en te onweren maar we kunnen geen kant op. Aan beide kanten van de weg staat een hoge betonnen vangrail en aan de bergkant loopt er ook nog een spoorlijn langs. We passeren een fastfood restaurant dat helaas geen hotelfunctie heeft dus gaan we er alleen maar even eten. Hebben we dat in ieder geval gehad. Vervolgens komen we nog langs een restaurant dat volgens de aanwijsborden ook bedden verhuurt maar bij navraag krijgen we de melding dat alles vol zit!! We geloven het niet maar moeten toch in de stromende regen verder. Gelukkig gaat het bergafwaarts. We fietsen de doorgaande weg af en het dorpje KökMoyrok Bir in en vragen daar aan de eerste beste inwoner die toevallig in de voortuin van zijn huis staat of we onze tent bij hem in de tuin zouden mogen zetten. De man twijfelt even maar dan doet hij met een royaal gebaar de poort open. We mogen de tenten op een grasveldje achter het huis neerzetten. Hij gaat met zijn zoontje een pomp aansluiten zodat we ons een beetje kunnen wassen. De fietsen mogen in de schuur. Maar goed dat we al gegeten hebben want we hebben de tent nog maar amper staan als het al donker begint te worden en het buiten al behoorlijk fris geworden is. We gaan maar op tijd slapen. Ik lig nog niet of ik hoor een hoop gefladder in mijn voortent. Er is een gierzwaluw onder de zijflappen van de voortent binnengekropen en kan niet weg. Ik zet de ritsen open en jaag ‘m naar buiten. Omdat we geen Wifi verbinding hebben bel ik nog maar even met Peet en spreek ik af dat ik om de 3 dagen zal bellen en als er iets bijzonders is natuurlijk meteen.

Dag 78:       Za. 5 Augustus 2017
Kök Moyrok Bir – Kizil Tuu
78 km

Om half negen nemen we afscheid van de gastvrije familie en fietsen we zonder ontbijt richting het grote meer Isik Köl. Tegen Wytze  zeg ik dat ik liefst niet meer van die lange fietsdagen wil maar dat ik liever wat kortere etappes zou willen doen zodat we meer tijd hebben om wat te gaan bekijken en stel voor om vandaag bij het eerste beste hotel te stoppen zodat we tijd hebben om ons zelf en wat kleding te wassen. Wytze is enigszins allergisch voor  hotels dus reageert hij wat kribbig met de vraag waarom ik bij het eerste beste hotel al zou willen stoppen. Ik zeg dat er zo weinig voorzieningen zijn dat er waarschijnlijk geen tweede hotel zal zijn. Wytze wil namelijk nooit gebruik maken van een eerste mogelijkheid omdat hij denkt dat er later nog een betere is. Dat geldt trouwens voor alle voorzieningen zoals winkels, cafe’s, campings, hotels etc.. Als we bij Balikchi komen moet er een keuze gemaakt worden. Nemen we de noordkant of de zuidkant van het Ysyk Köl meer en als we de zuidkant nemen gaan we dan ook nog richting Naryn en het Song Kölmeer en dan via de bergen terug naar het meer. Dit laatste wil Wytze wel, maar ik wil dit niet. Ik ben bang dat deze route teveel steil klimwerk over slechte wegen heeft en dat we daar zoveel tijd en energie voor  nodig zullen hebben dat we onszelf kapot gaan jagen. Ik heb wat dat betreft m’n lesje wel geleerd toen Wytze in Georgië perse over de zuidelijke route wilde omdat ’n Zwitserse motorrijder dat de mooiste route vond. Bij de noord/zuid splitsing hebben we dus een routeprobleem dat opgelost moet worden. Kunnen we mooi doen als we ons ontbijtje nuttigen op een van de terrasjes. Maar ja dat moeten we het eerst ook nog eens zien te worden over de keuze van het terras. Ik wil naar de linkerkant van de weg waar een winkeltje/café meteen schaduwrijk terras is en Wytze wil naar de rechterkant waar een winkeltje is met een bankje in de zon. Ik stuur mijn fiets meteen naar het schaduwrijk terras, ga daar zitten en ga op zoek naar iets van een menukaart. Wytze is mijn gedram nu goed beu en vindt dat ik ook maar eens naar zijn voorkeuren moet luisteren.  Opnieuw krijgen we dan een korte discussie over welke route we zullen fietsen. Wytze blijft erbij dat we door de bergen moeten gaan omdat we anders Kirgizië niet gezien hebben terwijl mijn stelling is dat ons hoofddoel Peking is en dat we om dat te kunnen verwezenlijken niet op zoek moeten gaan naar trajecten die ons teveel energie kunnen gaan kosten. Wytze voelt waarschijnlijk dat hij mij niet kan overtuigen en wordt dan duidelijk teleurgesteld en boos. Hij zegt niets meer  wat ik heel vervelend vind met als gevolg dat ik mijn eigen frustraties begin op te noemen.  Ik verval daarbij waarschijnlijk wel in herhaling en verwijt hem opnieuw dat hij me bij de voorbereiding flink achter mijn vodden heeft gezeten om op tijd een route te maken.  Dat ik daar heel veel uren ingestoken heb en dat hij daar blijkbaar helemaal niets meegedaan heeft en nu zegt dat hij over mooie fietsroutes  in Kirgizië gelezen heeft maar daar nooit eerder met mij over gecommuniceerd heeft. Wytze reageert niet en geeft alleen aan niet op het door mij gekozen terras te willen eten maar deze keer echt voor zijn eigen keuze te gaan. We gaan dus naar de overkant en kopen in het winkeltje wat broodjes voor ons ontbijtje en een bekertje Mckoffie. Op het bankje in de hete zon wordt er geen woord meer gewisseld. Voor we vertrekken vraag ik aan Wytze of we er toch nog een gezellige dag van kunnen maken wat hij positief beantwoord. Toch merk ik wel dat mijn opgesomde frustraties hem nog de hele dag bezig houden. Met een peinzend gezicht kijkt hij naar de bergen. Vroeg in  de middag gaan we op zoek naar een overnachtingsmogelijkheid bij het meer. Het wordt natuurlijk toch weer niet de eerste de beste. Het is dan nog te vroeg en er zullen nog wel meer mogelijkheden komen. Niet dus! We fietsen nog wel een paar keer naar het zandstrand maar om onze tent in dat losse zand pal in de zon op te gaan zetten zien we toch niet zitten. We hadden verwacht dat er bij dit toeristische meer volop voorzieningen zouden zijn maar dat valt dus bitter tegen. Op het moment dat we het vinden van een geschikte kampeerplaats eigenlijk al opgegeven hebben zien we als we boven op een heuveltop staan beneden een riviertje stromen met aan beide zijden groene graslanden. Het ziet er paradijselijk uit. “Als de nood het hoogst is, is de redding nabij!”: zegt Wytse.   We dalen snel de helling van 12% af en zoeken een mooi grasveldje aan de oever van de snelstromende rivier. De tentjes staan er prachtig! We wassen ons en onze kleren in de rivier. Als we aan het koken zijn drijft een cowboy zijn koeienkudde gelukkig langs de tenten af en er niet doorheen. Hij groet ons vriendelijk. Na het eten wandel ik nog even terug naar de weg en koop daar in een restaurantje nog wat te drinken. Bij het terras staat een volgepakte tandem . De 2 fietsers uit resp. Frankrijk en Rusland zijn duidelijk heel moe en wachten op het eten dat ze besteld hebben. Ik maak even een praatje. Ze hebben onze tentjes al zien staan en zullen later op de avond hun kampement ook bij de rivier op slaan. Wytze zit heerlijk voor zijn tentje te genieten van het ruisende water en de ondergaande zon. Hij is hier duidelijk in zijn element. Ik hoop maar dat dit de pijn van de gemiste bergetappe wat zal verzachten.

Dag 79:  Zo.   6 Augustus 2017
Kizil Tuu – Tosor
74 km

Als de koeien weer naar de wei gedreven worden kruipen wij weer uit onze slaapzakken. De tandem met de Fransman en de Russin zijn net iets eerder weg dan wij, maar we treffen ze al weer bij het winkeltje bij de weg waar we ook brood gaan kopen. Het is al vroeg heel warm en we moeten meteen aan de bak met een lange klim. Het landschap is prachtig. Besneeuwde bergtoppen in de verte met daarvoor mergelachtige lichtbruine grillig gevormde bergen . Na zo’n 30 km komen we in Bokonbaev waar Wytze meteen op zoek gaat naar een winkel waar ze batterijen verkopen. Hij heeft al 2 keer batterijen voor zijn fototoestel gekocht maar die blijken bij een keer gebruiken zowat meteen leeg te zijn. Die hij nu koopt lijken wel goed gevuld te zijn en dus krijg ik de 2 eerder geleende batterijen weer terug. In een restaurant eten we frites met salade. De tandemberijders zijn er ook en er komt ook nog een fietsende Zweed aanschuiven. Na Bokonbaev is de weg hier en daar niet best maar het uitzicht is prachtig. Aan de linkerkant van de weg fietsen we langs een raar soort resort dat omgeven is met een hoge muur vol schilderingen. Tegenover het resort aan de rechterkant van de weg staat erboven op een rotspunt een groot Boeddhabeeld en staan er piramide-achtige stalen frames opgesteld. Wat het is wordt ons niet duidelijk. Ook niet als we het aan de Deense en Finse fietssters vragen die daar door een traliewerk staan te gluren om wat duidelijkheid te krijgen. De 2 hebben elkaar onderweg getroffenen zijn toen maar samen verder getrokken. Ze fietsen in de zelfde richting als wij maar willen niet ver meer gaan omdat ze een dagje aan het strand willen kamperen. Ze tippen ons nog wel dat er vlak voor Tosor een mooie canyon moet zijn met de mooie naam Fairy Tale. We zijn benieuwd en passeren inderdaad even later een bord met die aanduiding er op. Voor 50 Som p.p. (ca. 60 cent) mogen we de slagboom passeren en door het losse rulle zand naar de 3 km verderop gelegen canyon fietsen. Ik kan met mijn dikke ballon banden het hele traject fietsend naar boven afleggen maar Wytze moet een heel eind te voet wat opnieuw niet bevorderlijk is voor zijn humeur. Maar bij de canyon is het zo prachtig dat alle inspanningen snel vergeten zijn en we aan een mooie wandeling door de grillige bergen en spelonken beginnen. We zijn continue foto’s aan het maken want waar je ook kijkt, overal heb je een prachtig plaatje. Dit hadden we echt nodig om de motivatie wat op te krikken. Als we door het rulle zand weer bij de hoofdweg aankomen treffen we daar opnieuw de 2 Deens/Finse fietssters die bezig zijn om al giechelend hun fietsen door het losse zand naar het strand te duwen. Of we ook komen kamperen roepen ze nog. We overleggen even. Het is inderdaad wel een geschikte plaats maar dan moeten we  eerst in Tosor nog wat te eten gaan halen. Tosor blijkt echter toch verder weg te liggen dan we dachten dus van terugfietsen komt niets meer. We gaan na de boodschappen in Tosor bij het strand op zoek naar een mooi kampeerplekje en vinden daar vrij snel een hoekje waar zelfs nog wat gras op staat. Bij het opzetten van de tentjes hebben we meteen al veel bekijks. Een wat oudere man komt naar ons toe. Hij schudt het hoofd en gebaart dat we onze tenten beter wat dichter bij het water kunnen zetten. Nou dat lijkt ons geen goed idee want in dat losse zand is geen vlak stukje te vinden en blijft er geen haring vastzitten. We zitten lekker in onze stoeltjes voor de tent en gaan af en toe even afkoelen en zwemmen in de Izik Köl. Als de badgasten het strand verlaten hebben gaan we ons potje koken en genieten we onder het eten van ons mooie uitzicht over het meer.  Onze vaat wassen we af in het meer en als we terug lopen naar onze tenten zien we dat er 2 jongens op ons staan te wachten. Ze spreken ons in het Russisch aan wat we natuurlijk niet verstaan maar wat toch wel duidelijk is, is dat ze ons daar weg willen hebben. We moeten onze tenten inpakken en maar in het hotel in het dorp gaan slapen en anders … en dan laten ze hun vuisten zien. We halen onze schouders op en doen net op we het niet begrepen hebben.  Ze rijden in hun busje weg maar komen even later heel agressief terug. Met volle snelheid komen ze op onze tentjes afgereden en stoppen net voor de tent van Wytze. De jongeman is behoorlijk opgefokt en probeert ons met zijn bedreigende gebaren bang te maken. We houden ons van de domme maar knijpen ‘m stiekem toch wel. De jongen gaat bellen wat we niet verstaan en rijdt dan kwaad met zijn busje weg. Even later komt hij weer terug en heeft hij een Kazachstaanse man bij zich die eerder op de dag al een paar keer is komen buurten en die een eindje verderop in een hotel logeert. Hij spreekt wel wat Engels en zal als tolk fungeren. De jongeman was nl. door de hoteleigenaar op ons afgestuurd en had daar verteld dat hij ons niet weg had kunnen krijgen waarop de Kazachstaanse  man zich als tolk aangeboden had. Hij legt ons uit dat we inderdaad op een gedeelte van het strand staan waar het niet toegestaan is om te kamperen. Kamperen mag alleen 500 m vanaf het openbare strand en wij staan op het strand dat bij het dorp hoort. Als we uitleggen dat we er maar voor 1 nacht staan en morgenvroeg al weer weg zijn overlegt hij met de nog steeds boos kijkende jongeman. Het duurt even maar dan gaat hij bij hoge uitzondering voor 1 keer akkoord. Nu maar hopen dat het ook een beetje rustig blijft vannacht want terwijl ik mijn verslag aan het schrijven ben klinkt de discomuziek in het hotel steeds luider. Problemen zijn er gelukkig niet meer maar het is wel heel onrustig. We horen veel mensen langs onze tent naar het strand lopen waar tot laat in de nacht nog veel lawaai is. Van slapen komt dus nauwelijks iets.Opeens voel ik dat er een flinke plas water onder mijn tent staat. Waar komt dat in godsnaam toch vandaan? Het heeft niet geregend, we slapen niet aan zee maar aan een meer dus van vloed kan er geen sprake zijn. Het moet dus iets van kwelwater zijn. Nu begrijp ik wat de oude man eerder op de dag toen we de tentjes nog aan het opzetten waren ons wilde vertellen en waarom er op onze kampeerplaats wel gras groeit en anders nergens. Het kwelwater krijgt ’s nachts de kans om een plas te vormen en wordt overdag door de hete zon verdampt waardoor het weer weg is. Gelukkig is de onderkant van mijn tentje waterdicht en komt er nog geen water door de ritsen naar binnen. Stil blijven liggen dus maar.

Dag 80:   Ma.   7 Augustus 2017
Tosor – Saruu
67 km

Om goed 6 uur staan we maar op en leg ik mijn spullen te drogen. Een vrouw,  we denken de vrouw van de Kazachstaanse bemiddelaar, komt ons Russische koekjes brengen. Wat zwervers komen ons de hand schudden met de hoop dat we sigaretten in de aanbieding hebben of vuur om de gevonden peuken aan te stoken. We kunnen ze niet helpen dus druipen ze gelukkig snel af. Terwijl we wachten tot onze natte spullen droog zijn slaan we onze wegenkaart wat verder open en zien dan we toch al wel heel dicht bij de Chinese grens zijn en tellen de nog af te leggen etappes bij elkaar op. We komen op een afstand van 413 km waarvoor  we normaal gesproken een week vooruit kunnen trekken terwijl we nog 22 dagen hebben. Het probleem is dus dat als we rechtstreeks naar de Chinese grens fietsen we 2 weken eerder dan gepland in China zullen zijn. En dat we er dan na 60 dagen weer uit moeten zijn en dat ik dan Peet en de kinderen zoals de planning was niet in Beijing zal kunnen ontmoeten.  Om goed half negen zijn de tent en alle spullen droog en kunnen we vertrekken. Het zal een rotdag worden. We hebben slecht geslapen, ik ben mijn kilometerteller kwijt en de ‘2 weken over’ spelen de hele dag door mijn hoofd. Het landschap zal best wel weer mooi zijn, maar we hebben er vandaag geen oog voor. Buiten de paar Russische koekjes hebben we geen ontbijt gehad en de hoop dat we nog wel ergens een winkeltje zullen vinden blijkt ongegrond. De eigenaar van een nog gesloten terras wil wel een warme maaltijd voor ons gaan maken maar dat slaan we toch maar af en beperken ons tot het leegdrinken van een pak vruchtendrank. Hoewel onze route eigenlijk niet door Bourskoon loopt drijft de honger ons toch  via een klim van 2 km het dorp in. We kopen daar bij een winkeltje in de hoofdstraat wat te eten en eten dat daar langs de weg op een bankje op. Als we de hoofdstraat verder uit fietsen komen we weer op onze route naar Karakol uit. Het is warm en we lummelen maar wat. In wat struikgewas langs de weg moeten we alle twee onze behoefte doen. De route zal nog maar een paar kilometer langs het meer lopen dus besluiten we nu het nog kan om maar op zoek te gaan naar een rustige slaapplaats aan het strand waar we even lekker kunnen zwemmen en kleren uit kunnen wassen. We fietsen hiervoor een paar keer over hobbelige weggetjes naar het strand maar kunnen niets geschikts vinden. Er zit niets anders op dan kamperen aan het strand maar uit ons hoofd te zetten. Verder dus maar en maar zien wat we nog tegen komen. Boven gekomen na een klim van 12% zien we beneden langs een rivier een stukje groen grasland. Over een steil onverhard pad kunnen we er komen en dan blijkt het een voetbalveldje te zijn. De tentjes staan nog maar amper overeind of we krijgen al bezoek van 4 jongens waarvan er 1 het woord voert. Hij zit in Karakol op de middelbare school en spreekt een aardig woordje Engels. Het is een bij-de-hand-ventje en blijft maar vragen stellen. We wisselen onze telefoonnummers uit omdat hij met ons wil Whats-appen. Als we ze beu zijn sturen we ze weg zodat we rustig kunnen gaan koken en ons zelf en onze kleren kunnen wassen in een riviertje vlak achter onze tent. Later op de avond komen er nog 2 van de jongens terug en beginnen ze weer heel veel vragen te stellen. We maken ze duidelijk dat we geen tijd hebben om met ze te kletsen omdat we het vervolg van onze route willen bespreken en dan gaan ze gelukkig toch wel weg. We spreken af om morgen eerst naar Karakol te fietsen en daar te bekijken of  we van daaruit een extra lus door Kirgizië kunnen maken waarmee we de 2 weken die we over hebben nuttig kunnen besteden en we niet voor 29 augustus bij de grens zullen zijn. Een paar boeren komen  nog met hun koeien langs gewandeld en dan wordt het vrij snel donker en te koud om voor de tent te blijven zitten. Om half negen  liggen we al in onze tent en ga ik nog wat schrijven en door mijn routeplanning lezen om te zien hoe het toch kan dat we maar liefst 2 weken voorliggen op ons schema. Na even puzzelen is het me duidelijk. In de Excel sheet heb ik door kopieer- en plakwerk een verkeerde formule gekopieerd en daardoor is er bij  de berekening van de afstand tussen Bishkek en de grens met China maar liefst 1000 km te veel gerekend!!  Balen!!! Probeer vroeg te gaan slapen maar of dat nu nog wel gaat lukken??

Dag 81:   Di.   8 Augustus 2017
Saruu -Karakol
53 km

We hebben alle twee gelukkig toch goed geslapen en staan pas op als de zon onze tentjes te heet gemaakt heeft. Kwart over zeven is het dan. Ik was nog wat kleren uit en fris mezelf ook nog een keer lekker in het riviertje op. Op ons gemak pakken we in en duwen we even later onze fietsen tegen de steile helling omhoog. We komen op een slechte saaie weg te fietsen en drinken onderweg onze gebruikelijke drankjes. Vlak voor Karakol is de doorgaande weg voor het autoverkeer afgesloten. Wij mogen er wel door en dat is meteen lekker rustig. Even geen getoeter aan je hoofd. In Karakol kunnen we echter niet fietsen en moeten we een paar honderd meter met de fietsen door de bouwput lopen. Karakol zo hadden wij verwacht zou wel veel fietsenwinkels en een toeristenbureau hebben omdat er van daaruit veel mountainbike- en wandeltochten vertrekken. Dit blijkt toch niet zo te zijn. We vinden wel een particulier  reisbureautje dat wat nuttige informatie heeft zoals adressen van hostels en hotels en ons ook wel kan informeren over het extra lusje dat we zouden willen fietsen. We laten op de kaart van China NorthWest zien welke lus over de A364 we zouden willen fietsen. De man kijkt er naar en zegt dat we dan 2 permits nodig hebben omdat we op 2 plaatsen de Chinese grens heel dicht naderen. Hij wil dat wel voor $100,00 voor ons doen. We moeten dan wel 3 kopieën van onze paspoorten aanleveren. Hoe zwaar de route is kan hij niet zeggen. Hij heeft de route nooit helemaal rond gereden en kent alleen het begin en het einde omdat hij daar weleens met de auto geweest is. Hoewel er veel onzekerheden over de route zijn gaan we toch maar akkoord. In een winkel die echt van alles verkoopt zijn ze bereid om onze paspoorten in te scannen en wat kopietjes te maken. De $ 100,00 is wat problematischer en kunnen we pas in de derde bank pinnen. De permits kunnen we morgenmiddag op het bureau ophalen. We gaan wat  eten in een restauranttent in de buurt en gaan daarna op zoek naar het hostel waar ook gekampeerd kan worden. Het hostel bestaat uit 2 10-persoons yurts, een paar hele kleine grasveldjes en een gezellige gezamenlijke ontmoetingsruimte. We kiezen vanwege de drukte in de yurts voor onze eigen tentjes. Het past allemaal maar net! De scheerlijnen kunnen niet met haringen vastgezet worden maar hier en daar aan de schutting of op elkaar gestapelde betontegels. We buurten nog wat met een Nederlands groepje backpackers en met de Zweedse jongen die we eergisteren ook in Bokonbaev ontmoet hebben. Voor ons avondeten fietsen we terug naar het centrum van Karakol. Als we daarna weer terug zijn in het hostel gaan we in de ontmoetingsruimte nog wat drinken en ga ik chatten met thuis en schrijf op mijn blog dat ik dat niet langer meer zal bijhouden omdat dat teveel tijd neemt. Om straks in China te kunnen blijven chatten nodig ik de kinderen en Peet uit om Wechat ook te installeren. Wytze zoekt op internet naar meer informatie over de extra lus die we willen gaan fietsen en praat daar ook nog even met de Zweedse jongen over. Uit de informatie die ze vinden lijkt dat de route toch moeilijk te realiseren zal zijn. Er staat zelfs een verslag van Duitse motorrijders op die er een paar dagen vastgezeten hebben. Er moet blijkbaar 2 keer een rivierbedding overgestoken worden. Dat lukte bij de eerste nog net maar bij de tweede was de waterstand te hoog en konden ze er niet doorheen. Toen ze terugreden naar de eerste rivier was daar de waterstand door de aanhoudende regen ook zover gestegen dat ze daar ook niet meer doorheen konden en dus geen kant meer op konden. We zien wel. We gaan er morgen gewoon aan beginnen en als het onverantwoord dreigt te worden draaien we gewoon om. Wytze gaat naar bed ik drink nog een lekker pilsje en kruip er pas om half 11 in. Het valt niet mee om de ingang van m’n tentje te vinden want er is ondertussen nog een tentje bij gekomen die zowat in mijn voortent staat. Ik hoop maar dat het toch een beetje rustig is met zoveel mensen op een kluitje.

Dag 82:   Wo.  9 Augustus 2017
Karakol -Novovoznesenovka
54 km

Ik heb redelijk goed geslapen maar Wytze bijna niet en hij wil er zo snel mogelijk weg. Ik vind het er eigenlijk best gezellig en zou er wel een paar dagen langer willen blijven. In de ontmoetingsruimte is ook een ontbijt verkrijgbaar maar daar wil Wytze uit principe niets van weten. Eten en drinken koop je in een winkel en niet in restaurants of terrasjes want dat is altijd veel duurder!! Dus gaan we naar de winkel op de hoek en kopen daar voor een paar dagen een voorraadje spaghetti, noedels en kant-en-klaar maaltijden. Brood is er eigenlijk niet verkrijgbaar dus stel ik voor om dan toch maar bij het hostel wat te bestellen want daar serveren ze koffie en diverse soorten pancakes. Uiteindelijk gaat Wytze dan toch ook maar mee en dan moet hij toegeven dat dit ontbijt toch wel heel lekker smaakt. Ik ga op mijn gemak inpakken terwijl Wytze, hoewel hij zo snel mogelijk weg wil, zich prima vermaakt met gesprekjes met de jongelui. Wytze hoeft niet meer in te pakken die heeft alles al op de fiets zitten waarschijnlijk om aan mij toch maar duidelijk te maken dat hij echt niet langer wil blijven. Hoewel we nog tijd genoeg hebben, pas om kwart over 1 kunnen we bij het bureau het permit op gaan halen, fietsen we toch om half elf al bij het hostel weg. We hebben dus nog tijd genoeg om in Karakol nog wat te bekijken. We gaan eerst naar een oude geheel van hout gebouwde Koptische basiliek en daarna op zoek naar een fietsenzaak waar we misschien nog een extra buitenband kunnen kopen. Bij navraag worden we hiervoor naar een bazaar gestuurd. Als we de bazaar niet direct kunnen vinden vragen we het maar weer eens. De vriendelijke man neemt ons mee door de drukte van de bazaar en zet ons bij de kramen met fietsbanden af.  Banden genoeg en warempel ook nog in onze maat. We kopen alle twee een band. De geur van warme koek kunnen we niet weerstaan dus eten we even later gefrituurde koek met ei en bieslook. Het smaakt ons goed. We fietsen dan naar het toeristenbureau maar dat is nog niet open dus gaan we geld pinnen bij de bank. Terwijl Wytze gaat pinnen leg ik in het parkje aan de overkant de nieuwe band op mijn voorwiel.  De oude is nog niet versleten maar is een vouwband die ik makkelijker achter op de fiets kwijt kan.  We fietsen opnieuw naar het toeristenbureau maar we zijn nog iets te vroeg want precies op de afgesproken tijd komt de man met onze papieren aangezet. We kunnen vertrekken. Het eerste stuk is saai en gaat langzaam wat omhoog. Het zoeken naar een geschikte slaapplaats valt ook vandaag weer niet mee. Omdat de weg omhoog gaat fietst Wytze constant een stukje voor me uit en kunnen we dus niet overleggen. We komen plotseling bijeen slagboom uit. Waarom is ons onduidelijk en de boom gaat zonder dat we gecontroleerd worden omhoog. We mogen verder. De weg gaat daarna vrij steil naar beneden en brengt ons via een brug naar de overkant van de rivier. Er staat een imkerij waar een gezin druk doende is met het winnen van de honing. Ze vinden het prima als we daar onze tentjes opzetten. Als we de tenten hebben staan komen moeder en dochter zelfs twee bekertjes vers geslingerde honing brengen. Moeder wil heel graag buurten maar spreekt geen woord Engels. Dochter wel een beetje dus na enige tijd begrijpen ze toch waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Natuurlijk staan we ook vandaag weer precies op een stukje gras waar de koeien normaal overlopen om naar de stal te gaan. Een buurjongen en een -meisje op de ezel komen op bezoek en kruipen van nieuwsgierigheid zowat in de tent. Ze lopen de hele tijd met ons mee volgen alles wat we doen. Het doet me denken aan de tijd dat wij als kinderen de kermis mee op gingen bouwen. We eten vandaag noedels met een kruidenzakje en kruipen om 20.00 uur vanwege de kou de tent al in. We slapen op een hoogte van 2000 meter dus het zal wel wat fris worden vannacht. Ik lees op de Ipad nog een stukje Multatuli en kruip dan lekker diep in mijn donzen slaapzak.

Dag 83:   Do.  10 Augustus 2017
Novovoznesenovka – Jirgalang
50 km

Ik heb toch niet zo goed geslapen vannacht en wijt dat toch maar aan het kopje Nescafé wat ik na het eten nog gedronken heb. Vandaag gaan we proberen om over de pas te geraken dus moeten we op tijd weg zijn. Ook Wytze heeft niet goed geslapen en heeft een dikke harde bult in zijn knieholte. Het doet blijkbaar niet zeer maar Wytze is toch wel enigszins ongerust. En ik ook. Wytze heeft nog steeds last van diarree en nu komt er dit dus ook nog bij. Vrijwel meteen na ons vertrek voelen we dat we aan de klim naar de pas, die op 3822 meter ligt, begonnen zijn. De eerste kilometers gaan nog over asfalt maar daarna gaat de route over grof grind en wordt het behoorlijk steil. Om niet te forceren sta ik af en toe stil en loop ik een stukje. Ik krijg er een benauwd gevoel bij. Als we ons maar niet te barsten rijden net als op de klim van de zuidelijke route in Georgië. Als Wytze uiteindelijk een rustpauze neemt vraag ik hoe het met zijn knie gaat. De bult zit er wel maar hij heeft er ook tijdens het klimmen geen pijn aan. Ik geef dan al aan dat ik vandaag liever niet over de pas heen wil gaan omdat het daar veel te koud is en er meteen erna weer een klim volgt. Om elf uur lijkt ook Wytze z’n bedenkingen te hebben al zegt hij dat niet met zoveel woorden. Hij stelt voor om nog tot 12 uur door te fietsen. Dat doen we. En dat is maar goed ook want het landschap wordt betoverend mooi. We klimmen niet zo veel meer en fietsen door een prachtige vallei met hier en daar een yurt en kuddes met schapen, koeien en paarden. Prachtig!! Om 12 uur stoppen we en eten we op wat grote keien onze lunch op. Vanuit onze fietsrichting zien we ‘n  donkere onweerslucht op ons afkomen en die dwingt ons dan toch maar om de extra lus door Kyrgizie toch maar af te lassen. Na de lunch draaien we de fietsrichting om en moeten we ons flink haasten om niet in een ons achterna zittende onweersbui terecht te komen. We blijven ‘m net voor. Terugkijkend naar de inktzwarte lucht boven de bergen is Wytze blij dat we niet verder gereden zijn. Hij wil niet meer terug naar Karakol maar naar een andere vallei bij Jirgalang. Bij een winkel annex benzinestation op de splitsing in Novovoznesenovka drinken we elk een liter Pepsi en eten we Snickers met  zoete koekjes. Maar goed dat we de 5-daagse extra lus toch maar niet verder gefietst hebben want we hadden niet eens genoeg reserve eten bij ons. Als we de afslag naar de  vallei ingeslagen zijn zoeken we een kampeerplekje en vinden dat gelukkig vrij snel. Vlug tentje opzetten dus en ons opfrissen in het slootje. En dan barst het los!! De regen komt met bakken naar beneden, het weerlicht , het dondert en het stormt zo hard dat de tent het dreigt te begeven. Gelukkig blijft hij heel en is alles na het noodweer nog droog. Het is meteen ook flink afgekoeld. Met jassen en lange broeken aan koken we ieder een pannetje noedels. De wind, de lage temperatuur en de donkere lucht maken het samen wel tot goed slaapweer en dus liggen we er om kwart over acht al in.

Dag 84:  Vrij.  11 Augustus 2017
Jirgalang – Saldi Suu
97 km

Wytze heeft de hele nacht liggen piekeren en dus nauwelijks geslapen. Huilend zegt hij dat hij er sterk over denkt om op te geven en de reis niet verder af te maken. Het doelloos rondfietsen om niet te vroeg bij de Chinese grens te zijn heeft hem zeer gedemotiveerd. Buiten de diarree en de bult in zijn knieholte heeft hij ook al een paar dagen veel last van zijn rug. Bovendien heeft hij het gevoel dat hij thuis nuttiger kan zijn. Ik schrik hier enorm van. Dit had ik niet zien aankomen. Ik vraag of de motivatie terug te halen is als we niet langer tijd gaan rekken maar gewoon doorfietsen en eerder dan gepland de Chinese grens overgaan steken. Wytze denkt dat dat misschien wel zou helpen maar ziet nog veel meer beren op de weg. De lange saaie wegen die we nog moeten fietsen, de voorzieningen zullen alleen maar minder worden dus zullen we wel genoeg eten en drinken kunnen vinden. Zullen we wel goede slaapplaatsen kunnen vinden als we geen internet verbinding meer hebben? De omstandigheden worden alsmaar zwaarder. Ik beloof dat ik Peet zal bellen om met haar te overleggen over hoe zij er tegenover staat als we elkaar niet op de afgesproken dag in Peking zullen treffen. Opnieuw maakt hij de opmerking dat ik niet voor dit werk geschikt zou zijn en tja … als het op zijn manier moet dan is dat misschien ook wel zo. We verschillen op veel punten toch wel heel veel van elkaar. Vanwege de pijn in zijn rug wil hij ook niet meer verder de vallei in fietsen en dus draaien we weer opnieuw om, om koers te zetten richting Kazachstan. Het weer is nog steeds niet best en er komt weer een donkere lucht boven ons hangen. Nog net voordat de bui losbarst kunnen we door een openstaande poort bij mensen de plaats op fietsen en onder een afdakje schuilen. Ik klop even op de deur en vraag aan de vrouw of ze het goed vindt. Natuurlijk mogen we schuilen en even later roept ze ons zelfs naar binnen. We willen wel buurten maar we spreken niet dezelfde taal. Even later komt haar man binnen en die begrijpt als we de wereldkaart laten zien waarschijnlijk wel waar we vandaan komen en waar we naartoe willen. Vooral onze wegenkaart vindt de man heel interessant. Als we onze leeftijden opschrijven blijkt dat hij jonger is dan wij en dan lacht hij ons respectvol toe. Ik vraag of we een foto mogen maken en dan wordt de hele familie bij elkaar getrommeld om te komen poseren. Na een uur schuilen kunnen we eindelijk verder. We denken onderweg te zijn naar Keng Suu maar komen tot onze verbazing uit in Karakol!! Opnieuw overnachten in Karakol is absoluut geen optie voor Wytze dus fietsen we over de A363 door naar Tüp. Daar kunnen we echter geen hotel vinden dus doen we inkopen en gaan we buiten het dorp op zoek naar een kampeerplek. In Saldi Suu zien we een schoolgebouw met een speelterrein ervoor. Er is zelfs een waterpomp. Ideaal dus. Er passeert een jonge vrouw en haar vragen we of het goed is als we daar de tent opzetten. Geen probleem zegt ze dus kunnen we aan het opbouwen. Terwijl we druk bezig zijn komt er een bende schooljeugd op ons af die eerst heel voorzichtig komen kijken maar al vrij snel overal aan zitten. Een paar raddraaiers vragen zelfs al om “monney”!! Een vrouw uit de buurt stuurt de jongens weg. Zij is toezichthoudster van het terrein en vindt het prima als we daar willen kamperen als we maar geen vuur maken. Dat beloven we. Als de vrouw weg is komen even later de jongelui weer terug en gedragen zich nog vervelender. We proberen ze te negeren en gaan in de tent zitten. Dan begint het ook nog wat te regenen en komt de toezichthoudster weer terug in gezelschap van nog 2 moeders. Ze zegt dat het toch beter is als we daar niet kamperen omdat ze later op de avond problemen verwacht met de dronken opgeschoten jongeren van het dorp. Ze belt dan met haar nichtje en geeft haar mobieltje aan mij. Haar nichtje spreekt goed Engels en legt de problemen aan mij uit. Ik overleg met Wytze maar die wil niet verhuizen. Omdat de vrouwen en het nichtje toch blijven aandringen geef ik de telefoon maar aan Wytze die dan vrij snel om is. Ondertussen is het steeds harder gaan regenen. Om niet zeiknat te worden moet alles snel afgebroken en bij elkaar gepakt worden. De jongelui lopen met onze tassen en wij gooien de tent over onze fietsen.  In een grote optocht lopen we met 1 van de vrouwen mee die ons een slaapplaats beloofd heeft. We denken bij haar onze tent in de tuin op te mogen zetten maar dat blijkt niet het geval. Onze fietsen, tenten en bagage moeten we in een schuur stallen die dan met een groot hangslot veilig afgesloten wordt. Wij mogen nog even mee naar de 2 koeien want die moeten nog gemolken worden. De vrouw en haar dochtertje schuiven een emmer onder het uier en beginnen die behendig te melken.  Wij staan daar maar wat en dus neemt het zoontje ons mee naar de kamer waar grootmoeder en nog 2 kleinere kinderen voor een groot flat screen TV naar een bloedige  Amerikaanse horror film aan het kijken zijn. Als de koeien gemolken zijn worden we door de vrouw opgehaald en mogen we in de keuken aanschuiven voor het warm eten. Haar man is ondertussen ook gearriveerd. Hij heeft met een knechtje ergens een klein aanhangertje gras gemaaid voor de dieren. Beiden zitten al aan tafel op ons te wachten. Ook oma schuift bij ons aan. Midden op tafel staat een grote pan gebakken aardappelen. We eten er goed van terwijl de vrouw des huizes er voor zorgt dat iedereen toch wel thee in zijn kopje heeft. De vrouw belt ook nog met de Engels sprekende nicht en geeft af en toe de telefoon aan mij zodat zij het ‘gesprek’ voor het tante kan vertalen. Ze stuurt me via ’n smsje ook nog haar email adres en ik beloof dat ik contact met haar op zal nemen.  Na het eten is het tijd om te gaan slapen en dat mogen we in de kamer naast de keuken gaan doen. Er is daar voor ons op de grond een bed gemaakt van wat dekens en kussens. Echt zacht ligt het niet dus van slapen zal wel niet veel komen maar we liggen dan toch droog en warm. Ik probeer Peet nog te bellen om ‘het niet samen in Peking zijn’ te bespreken maar ze neemt niet op. Kan morgen ook nog wel.

Dag 85:     Za. 12 Augustus 2017
Saldi Suu- Kegen
94 km

Ik heb zoals ik al verwachte slecht geslapen. Het bed was te hard dus kon ik niet lang op een kant blijven liggen, maar ik heb toch ook wel heel veel gepiekerd over hoe het nu verder moet. Ik heb net als Wytze geen duidelijk beeld over wat ons in China allemaal te wachten staat maar dat het ingewikkelder gaat worden dan tot nu toe is wel duidelijk. Het vinden van overnachtingsmogelijkheden, eten en drinken gaat nu al steeds moeilijker dus hoe zal het zijn als we straks in China nog minder internet verbinding hebben. De vlucht van Peking naar huis zal nog omgeboekt of geannuleerd moeten worden. Het wordt een heel gedoe. Maar het meest demotiverend is toch wel dat de geplande ontmoeting met Peet en de kinderen niet door kan gaan. Ik vertel bij het opstaan mijn gepieker tegen Wytze. We worden er beiden heel emotioneel van en pinken een traantje weg. We nemen nog geen definitief besluit want we worden door de gastvrouw aan tafel geroepen voor ons ontbijt.  Pa zit er al,de kinderen en oma slapen waarschijnlijk nog. We krijgen een gebakken ei met brood, jam en natuurlijk heel veel thee. Ook nu houdt de vrouw goed in de gaten of we de thee nog niet op hebben. Zo gauw als de bodem in zicht is pakt ze het kopje, giet er wat melk in, dan thee uit de theepot en vervolgens wordt dat mengsel weer verdund met water. Pa slurpt er flink op los. Als ‘toetje’ is er nog melk met meel/gist. Het smaakt naar gist en wat zuur. Dan is het tijd om onze bagage die we gisteren maar wat bij elkaar gefrot in de schuur achtergelaten hebben eens fatsoenlijk in te gaan pakken. Wytze moet de tent 2 keer doen omdat hij denkt dat zijn fietssleuteltje nog in het binnenvakje zit. Hij vindt echter niets en dan blijkt dat zijn fiets niet op slot staat. Van al dat gepieker zijn we niet meer op zijn fitst. Als ik mijn fiets uit de schuur haal blijkt mijn achterband leeg te staan. Ik zag gisteren een van die vervelende kinderen wel aan het ventiel zitten maar heb toen niet gemerkt dat hij ‘m ook losgedraaid had. Oppompen dus en maar hopen dat ie niet lek is. We nemen afscheid van ons gastvrouw en haar man. Ze willen geen geld maar stoppende vrouw toch maar 1000 Som (ca. € 12,00) in haar hand, wat ze toch wel graag aanneemt. We worden hartelijk uitgezwaaid. We hebben een zeer bijzondere ontmoeting beleefd.  Het heeft de hele nacht overigens veel ge-onweerd en hard geregend maar als we weg fietsen is het droog. Maar niet voor lang. Het gaat weer zo hard regenen dat we een vies bushokje opzoeken om te schuilen. Meer dan 1 uur staan we daar al piekerend naar de donkere luchten te turen als ik tegen Wytze zeg dat ik naar huis wil als hij daar ook aan toe is. Hij hoeft niet lang na te denken. We vallen in elkaars armen en houden elkaar huilend stevig vast. Teleurgesteld maken we definitief een einde aan mijn droom waarin ik al fietsend in China en Peking aankom. We herhalen nog een paar keer wat de afweging voor het besluit is en zullen dat waarschijnlijk nog wel vaker gaan doen. De rug, knie, slaapachterstand en diarree van Wytze geven hem de onzekerheid over of hij bij wel doorfietsen zal kunnen genieten of veel af zal moeten zien, voor mij is dat vooral het gemis aan internet en het feit dat de ontmoeting met Peet en de kinderen in Peking niet door zal gaan. We zijn het er over eens dat we trots terug kunnen kijken op wat we al samen achter de rug hebben en dat het niet noodzakelijk is om ons te moeten bewijzen. De regen wordt ondertussen niet minder en dat lijkt voorlopig ook niet te veranderen. We doen de regenkleding aan en fietsen verder. Binnen de kortste keren zijn we zeiknat en we schieten ook nauwlelijks op. Tot overmaat van ramp  is het ineens ook gedaan met de asfalt verharding en moeten we verder over een zeer slechte modderige grindweg met veel gaten en grote keien. We twijfelen of we toch wel op de rode weg, de A362 aan het fietsen zijn. Als de weg meer naar het noorden buigt zijn we bij een soort van controlepost. Er is niemand. Het is wel droog dus daar nemen we even pauze voor onze boterhammen. Ik probeer daar Peet te bellen maar heb geen bereik dus zal ik het straks nog een keer proberen. We fietsen richting Kazachstaanse grens en de weg en het weer worden weer steeds slechter. De regenpakken moeten weer aan. Er lijkt geen einde aan de rotweg te komen en we krijgen het koud. Na een afslag naar links zien we in de verte de grenspost dichterbij komen. De grenspost wordt bemand door jonge militairen die heel ontspannen en gemoedelijke met hun taken bezig zijn. Geen problemen dus alleen wat stempelwerk. We komen er tegelijk aan met 3 jonge Belgische backpackers die vanaf Kazachstan naar Kirgizië willen. Hoe die in dat verlaten gebied aan een lift gaan komen is voor ons een raadsel, maar ze hebben er duidelijk nog wel zin in. Eenmaal in Kazachstan hebben we een paar kilometer mooi asfalt en komen dan in een verschrikkelijke troep terecht. De weg wordt verlegd en is eigenlijk een grote bouwput van modder en stenen. Wytze heeft het zwaar en zijn ketting trapt ineens door. Hij raakt een beetje in paniek omdat hij denkt dat zijn Rohloffnaaf het begeven heeft. Gelukkig blijkt dat niet het geval te zijn. Zijn ketting is wel te lang en ligt dus langs het tandwiel. Met het terugschuiven van het achterwiel is het probleem te verhelpen. Waar we precies moeten fietsen is soms niet duidelijk omdat er wel drie of meer rijsporen langs elkaar zijn. Het landschap, we fietsen door een soort van steppen over een uitgestrekte hoogvlakte,  lijkt wel aardig maar omdat het pijpenstelen regent kunnen we er niet van genieten.  Totaal verkleumt komen we in Kegen aan. We hebben geluk want er is daar wel een hotel. Een jongen rijdt op zijn fiets voor ons uit om de weg te wijzen. Het hotel stelt wel niet zoveel voor maar ik moet er niet aan denken om met dit weer in een natte koude tent te moeten liggen. Er is in het dorp geen restaurant meer open maar we kunnen nog wel in een winkeltje terecht. We eten dus op de kamer. Ik ga me nog even wassen in een zeer provisorisch in elkaar geknutselde douche en in mijn schriftje de dag bijschrijven. Ik bel dan naar Peet en vertel haar dan snikkend en snotterend dat we besloten hebben om de reis af te breken en niet naar China te gaan maar naar Almaty te fietsen en dan met het vliegtuig naar huis te komen. Peet vindt het verschrikkelijk en steunt me wel maar zal het nog niet definitief doorgeven aan de vrienden maar wel aan de kinderen. Ze heeft het er net zo moeilijk mee als ik. Gelukkig heb ik zojuist 2 grote blikken bier gekocht die me van een slapeloze nacht af moeten houden.

Dag 86:  Zo. 13 Augustus 2017
Kegen – Charyn Canyon
86 km

We hebben geen haast meer en staan dus wat later op vandaag. Wytze heeft veel last van zijn rug en  opnieuw niet goed geslapen. Het is al mooi weer dus gaan we buiten onze broodjes met chocopasta opeten. Er zit ook een Duits stel te ontbijten dat verse koffie aan het zetten zijn. We krijgen lekker ook een bakje. Zij zijn al 7 maanden met de fiets in Azië onderweg. Ze zijn gestart in Bangkok en hebben verschillende regio’s in China met trein en fiets aangedaan. Wytze had al eerder met ze gesproken en verteld dat we besloten hadden om te stoppen en naar huis te gaan. Hun reactie daarop was dat ze ons dat sterk afraadde. Zij hadden ook wel van die momenten gehad maar namen dan een paar dagen rust en dan kwam alles wel weer goed. Wytze lijkt daardoor op ons besluit terug te willen komen maar ik voel daar nog niks voor. Voor mij is er niets veranderd aan de redenen van ons besluit dus waarom zouden we daar nu op terugkomen?  Bij het bepakken van de fietsen geeft Wytze zijn fietshelm die hij al lang beu is, aan een meisje dat ook in het hotel logeert. Staat haar goed. Ik heb mijn helm ook nog niet opgehad en geeft de die aan haar vriendin.  Mooi plaatje van 2 gehelmde meiden aan een picknicktafel. We kunnen weg. Het weer en het landschap  zijn prachtig en dat geeft me een goed  humeur. Wytze rijdt zoals gewoonlijk voorop. Als we door het mooie Kazachstaanse steppen landschap fietsen begin ik toch te twijfelen aan het besluit om te stoppen en naar Almaty te fietsen. Waarom zouden we naar Almaty gaan? We kunnen toch ook naar Urümchi fietsen dan hebben we in ieder geval China gehaald. Vanuit Urümchi kunnen we immers ook naar huis vliegen of eventueel zelfs toch verder China in met de trein. De druk dat ik Peet en de kinderen perse in Peking wil treffen is er voor mij af en dat helpt me wel om positief voor een ander alternatief te gaan. Als ik naar voren kijk zie ik dat Wytze stevig piekert en nog niet van het landschap kan genieten. Ik wil ‘m nog niet vertellen dat ik misschien toch ook wel verder richting China wil, omdat ik hierover eerst met Peet gesproken wil hebben. Ik zeg ‘m wel dat ik aan het nadenken ben maar pas bij de Charyn Canyon zal zeggen waarover dat dan is. Dan belt totaal onverwacht Peet op! Ze hoort aan mijn ademhaling dat we op de fiets zitten en reageert daar heel blij op. Ik vertel haar dat ik misschien toch wel verder wil. Peet reageert zo opgelucht en blij op. Ze vindt dat we dat dan zeker moeten doen. Ook voor de kinderen zal het een opluchting zijn dat we niet opgeven. Ze zijn zo trots op mij. Nu weet ik het zeker! Ik wil door! In ieder geval naar China. Peet vertelt nog dat ze na mijn telefoontje van gisteren een kaars bij de foto’s van Pa en Ma Timmers heeft gezet en ook nog een kaarsje gebrand heeft in het Westelbeerse Kapelletje. Zou dat dan toch gewerkt hebben en mij de rust gegeven hebben om  op mijn besluit terug te komen? Na het telefoontje vertel ik Wytze meteen dat ik, als zijn rug en knie het tenminste toelaten, toch wel door wil naar China. Hij reageert opgelucht dat het met rug en knie wel goed komt, maar als ik hem op en van zijn fiets zie klauteren heb ik daar toch nog wel wat twijfels over. WE GAAN DUS TOCH NAAR CHINA!! Opzoek naar de hoofdattractie van de dag, de Charyn Canyon, trappen we met een opgewekt gevoel verder. Bij een winkeltje in het laatste dorpje voor de brug over de Charyn ontmoeten we een Duitse fietser, die in Mongolië gefietst heeft en nu via Kazachstan en Kirgizië richting Duitsland aan het fietsen is. We buurten even. Hij is natuurlijk ook al bij de canyon geweest. Even later komen we bij de brug over de Charyn bij een parkeerplaats uit met een mooi uitzicht over de rivier. Mooi!!, maar is dit het nou? Nee, dat kan niet, dus fietsen we door. Maar als we in een stevige klim steeds verder van de rivier af gaan rijden gaan we toch weer twijfelen. Ik houd een auto aan en vraag waar de Charyn Canyon is. Volg me maar gebaart de chauffeur. Hij gaat ook naar de canyon. We draaien om en dalen in een stevig tempo de berg weer af. Met veel moeite kunnen we de auto volgen en na een bocht zijn we ‘m ineens helemaal kwijt en staan we nota bene weer bij de parkeerplaats bij de brug. Aan 2 backpackers vragen we of zij misschien weten waar we de weg naar Charyn Canyon kunnen vinden. Ze vertellen dat ze er ook naar toe willen maar dat ze de afslag gemist hebben en nu proberen om een lift terug te krijgen. Op Maps.me laten ze zien waar die afslag moet liggen. Bij de afslag moet een bord staan dat naar de canyon verwijst. We moeten dus weer draaien en nog maar eens een keer weer dezelfde steile helling op. Na nog meer klimwerk vinden we inderdaad het bord en de afslag. Via een 10 km lang onverhard pad met veel steenslag en vervelende ribbels komen we bij een slagboom waar we ons moeten legitimeren en entree moeten betalen (ca. € 2,50). Een slingerend pad met wat steile stukken brengt ons naar de rand bovenop de canyon. Het uitzicht is prachtig!  Het is ondertussen al 18.00 uur en dus te laat om nog in de canyon af te dalen. We gaan we eerst maar eens op zoek naar geschikte kampeerplekken die we vinden onder 2 picknickhutjes. Onze noedelmaaltijd eten we met een mooi uitzicht op de bergen langs de canyon. Om half negen is het donker en rustig weer op de door iedereen verlate rand van de canyon. Tijd om te gaan slapen dus en door te (velo)dromen want we gaan toch naar China!!

Dag 87:  Ma.  14 Augustus 2017
Charyn Canyon – Shonji
103 km

Omdat het hier boven op de canyonrand stikt van de muizen had ik moeite om in slaap te vallen. Ik hoorde overal muizen ritselen en had op een gegeven moment zelfs het idee dat ze al in mijn voortent zaten. Ik maak me maar wijs dat het de wind is die ik hoor en val dan toch eindelijk in slaap. We zijn alle twee al wel weer vroeg wakker. Het is nog geen 7 uur als we met onbepakte fietsen over een steil keienpad naar beneden de canyon in fietsen. Even moet we zelfs te voet naar beneden omdat het toch te steil en te gevaarlijk is om te fietsen. Eenmaal beneden fietsen we zo’n 5 km door de prachtige canyon tot we uiteindelijk bij de Charyn uitkomen. Tot onze verrassing is er een klein vakantiedorpje met bungalowtjes, terrasjes en restaurantjes. We willen er gaan ontbijten maar alles en iedereen is nog in diepe rust. Op de oever bij de rivier ligt nog een groepje backpackers onder de blote hemel te slapen. Terwijl ik foto’s van het mooie ‘resort’ maak filtert Wytze rivierwater voor onze bidons. Op de terugweg hebben de zon in de rug en is de canyon nog mooier als toen we er infietsten. We duwen onze fietsen over een trap naar boven en komen warempel recht bij onze tentjes uit. We breken de tentjes af en eten nog wat voor we over de 10 km onverharde weg naar de A6 gaan beginnen. Daarna is het nog zeker 80 km over de A2 waar geen voorzieningen zullen zijn. We fietsen door een woestijnachtig saai landschap met af en toe een lichte klim. Aangezien we geen brood meer hebben stelt Wytze voor om langs de weg wat noedels warm te maken. Goed idee, want het smaakt goed. We kunnen er weer tegen. Tegen half 5 komen we aan in Shonji. We kopen meteen 2 liter Cola en een heerlijk ijsje. Op Maps.me vinden we het adres van een hotel en laten ons daar naar toe routen. Als we denken dat we er zijn komt er een man naar ons toe die zegt dat we iets verderop moeten zijn en loopt met ons mee. Hij brengt ons natuurlijk naar zijn eigen pension waar we voor 5000 Tenge (€ 12,60) een kamer met ontbijt huren. We douchen vlug, doen nog wat wasjes en gaan dan op zoek naar een restaurant. In de straat vinden we niets fatsoenlijks dus vragen we het aan een vrouw die naar het einde van de straat wijst. We lopen nog maar net die richting in of er stopt een jongen met een Lada die zegt dat we in moeten stappen. Waarschijnlijk de zoon van de vrouw die ons de weg wees. Hij zet ons bij een restaurant af en wenst ons smakelijk eten. En dat doen we, met een volledige maaltijd en 2 glazen koel bier. Terug op de kamer whatapp ik nog even met de familie en voel ik me weer helemaal op reis naar China. Om half 10 ga ik slapen.

Dag 88:  Di. 15 Augustus 2017
Shonji – Zharkent
91,5 km

De mevrouw van het hotel brengt ons ’s morgens als ontbijt 2 bordjes pap en wat brood. Goed bedoeld maar toch ook wel een beetje schamel. Beneden in de winkel halen we er nog maar wat brood bij. De fiets van Wytze kraakt al een paar dagen maar vandaag wordt het zo erg dat het zorgelijk wordt. Zijn we er na een korte inzinking mentaal weer bovenop zal het materiaal ons toch niet in de steek gaan laten? De rit is saai. We worden nog wel even opgehouden door een wagen met fotografen van National Geographic, die ons willen interviewen over toerisme in Kazachstan. Leuk, maar we slaan het aanbod vanwege de tijd toch maar af. De provinciale weg gaat over in een 4-baans snelweg met lekker glad asfalt maar is meteen ook nog saaier om te fietsen. Er schijnen meer van dit soort snelwegen in Kazachstan te zijn die met Chinees geld aangelegd worden met de bedoeling om het goederenvervoer vanuit China naar Europa met
een nieuwe “zijderoute” te  verbeteren. Net op tijd ontdekken we de afslag van de oorspronkelijke oude weg anders fietsen we langs ons einddoel Jarkent af.  Ook in Jarkent vinden we mbv Maps.me een hotel. Het ziet er mooi uit. Na het inkwartieren fietsen we terug naar het centrum om nog wat Tengens te pinnen en bij een restaurant te gaan eten. We eten ons weer een slag in de rondte en hebben aan belangstelling van het personeel en de overige gasten geen gebrek.  Het is al aardig donker als we uitgegeten zijn. Jarkent ziet er met zijn kleurige, flikkerende reclameverlichting in het donker als een moderne flitsende stad uit maar we hebben haar ook bij daglicht gezien en weten dus wel beter.

Dag 89:   Wo.  16 Augustus 2017
Zharkent – Korgas (China)
49 km

Een speciale dag.

Ik heb zeer slecht geslapen vannacht! De hond van de buren heeft zowat de hele nacht keihard geblaft en ook de haan was al voor dat het licht werd hoorbaar wakker. Volgens Wytze heb ik op de momenten dat ik wel sliep flink liggen snurken, dus die is helemaal moe opgestaan. Maar … vandaag ben ik jarig!!! 66 en onderweg naar China ik voel me bevoorrecht om dit te kunnen doen. Helaas is Wytze mijn verjaardag vergeten. Hij tobt meer over het gekraak van zijn crank. Een feestelijk vertrek naar de Chinese grens wordt het helaas dus niet. De grens van Kazachstan ligt er verlaten bij. Omdat er een nieuwe snelweg aangelegd is komt er bij deze oude grensovergang nauwelijks nog verkeer. Na een eerste door wat jonge militaire bewaakte post mogen we door naar de een paar kilometer verder gelegen uitreispost. We volgen de gebruikelijke procedure van het in de camerakijken en wachten tot er een stempeltje in het paspoort knalt. Na kilometers over een omhekte weg door niemandsland, waarbij we een vrachtwagen passeren met de tekst “Kees bakt zelf” , komen we aan bij het Chinese douanekantoor. We worden ontvangen door een vriendelijke douanier die wil dat we onze tassen van de fiets halen en via een lopende band door een scanner sturen. De fietsen kunnen er niet doorheen dus die mogen we er langs sturen. Eenmaal binnen kunnen de tassen weer op de fiets en mogen we door naar een balie waar we een briefje in moeten vullen met ons paspoortnummer en een omschrijving van het doel van onze reis. We worden verder gestuurd en komen opnieuw bij een balie met een bagagescanner dus alles moet er weer af. Er worden geen verboden zaken aangetroffen dus mag alles weer op de fiets en gaan we naar de volgende balie waar volgens het display het paspoort ingeleverd moet worden. Het paspoort met het visum wordt via een scan naar een computergestuurd. Op het display voor op de balie staat ineens HAPPY BIRTHDAY. Ik ben blij verrast en moet lachen om deze attente felicitatie. Ik wil de douanier daarvoor bedanken maar die blijft onbewogen zijn werk doen, dus ik denk dat ik de programmeur moet bedanken voor deze leuke geste. Onze paspoorten en het door Wang geleverde visum worden goedgekeurd en we mogen China in!! Als we het grenskantoor uitkomen worden we besprongen door geldwisselaars en fotografen.  Wytze wisselt ons restant aan Kazachstaane Tenge in bij een wisselaar en als we met iedereen op de foto geweest zijn mogen we eindelijk verder en hebben we even tijd om ons te realiseren dat we er zijn!! We zijn in China!! We gaan eerst maar eens in Korgas op zoek naar een hotel en een bank. De taal wordt nu een nog groter probleem want de Chinese karakters geven ons totaal geen houvast meer. De routeplanner van Maps.me stuurt ons alle kanten in en zorgt alleen maar voor meer verwarring. Wytze vraagt het dan maar eens bij een politiestation. We worden er niet veel wijzer maar uiteindelijk zet de routeplanner ons toch bij een hotel af. Bij de ingang van het hotel staat een scanner maar er zit niemand bij dus lopen we maar direct door naar de balie. We kunnen er blijven en de fietsen mogen binnen. Even wat opfrissen op de kamer en dan op zoek naar een Chinees restaurant! We hoeven daarvoor niet ver weg. De menukaart kunnen we niet lezen dus het wordt spannend wat we allemaal besteld hebben. We hebben blijkbaar veel besteld want de tafel wordt vol gezet. Er moet wel veel gekluifd worden waar we alle twee een hekel aan hebben en sommige gerechten zijn wel heel scherp gekruid, maar we eten onze buiken toch goed rond. We wandelen na het eten nog door een klein parkje en schuiven daar aan bij 3 wat oudere mannen om te vragen of er een fietsenmaker in de stad is. Met het woordenboekje erbij lijkt het dat ze onze vraag begrijpen. Er wordt een zoon of kleinzoon opgebeld die de opdracht krijgt om ons naar de fietsenmaker te brengen. We lopen een paar blokjes om en dan blijkt dat de vraag toch niet helemaal begrepen is want de jongen brengt ons naar een winkeltje met van alles en nog wat maar niet met trapaslagers. We bedanken de jongen toch maar en wandelen dan nog wat door de wijk en vragen hier en daar nog naar een fietsenmaker. We worden alle kanten opgestuurd maar vinden er uiteindelijk geen. Ik wil nog wel ergens een biertje gaan drinken om te toasten op mijn verjaardag maar Wytze begrijpt die wens niet. Tegenover het hotel is nog een restaurantje en daar drinken we dan nog maar een colaatje omdat ze er geen bier hebben. Terug bij het hotel koop ik toch nog een flesje Urumbier en proost ik via de chat maar met de familie. Het is in Nederland 6 uur vroeger dan bij ons dus nog veel te vroeg om de gasten die Peet op mijn verjaardagsfeest heeft uitgenodigd te kunnen begroeten. China gehaald op mijn zesenzestigste!! Dat wel.

Dag 90:   Do.  17 Augustus 2017
Korgas -Santay
114 km

Het ontbijt was blijkbaar niet inbegrepen dus moeten we ‘s morgens op zoek naar een restaurantje in de buurt. Omdat de lift het begeeft door het gewicht van onze bagage moeten we alle tassen van 4 hoog over de trap naar beneden dragen. We hebben honger dus. In een klein restaurantje eten we een soort van oliekoeken met verse rauwe groenten. Smaakt goed. Goed gevuld stappen we weer op onze fiets voor de eerste etappe door China. We volgen de 312 met af en toe een stukje over de snelweg G30 door het ene dorpje na het andere. Overal is er bedrijvigheid. Fietsers zien we nauwelijks maar wel heel veel elektrische 3-wielige karretjes en scooters. We zijn een bezienswaardigheid en worden overal nagekeken. Mensen komen langs rijden en maken dan foto’s of selfies met ons op de achtergrond. We passeren veel meer plaatsen dan dat er op onze kaart staan en sinds we uit Korgas weggefietst zijn gaat de weg alleen maar omhoog. Vlak voor we een echte klim opgaan rusten we nog even uit bij een winkeltje. Het dochtertje van de uitbater spreekt een paar woordjes Engels en komt gezellig bij ons zitten. We vragen aan haar vader hoever het nog is naar het meer Sayram Hu en of er daar overnachtingsmogelijkheden zijn. Het is nog 60 km en er zijn slaapmogelijkheden genoeg. Maar het is er wel koud zegt hij en kijkt dan naar onze korte broeken en shirts met korte mouwen. Nou voorlopig hebben we daar nog geen last van want we hebben nog een lange klim op de Borhoro Shan, die een top op 3007 meter heeft, te gaan. Als we bijna boven zijn doemt er ineens een enorm viaduct voor ons op.  Het heet de Guozigou Bridge en verbindt twee bergketens met elkaar. Eerst rijden we er onder door en dan draait de weg als maar naar rechts en komen we na een paar kilometer boven op de brug te fietsen. Prachtig wat een mooi uitzicht en wat een heerlijk gevoel.De euforie duurt echter niet lang want als we midden op de brug zijn begint het te waaien en te regenen. De regen gaat over in hagel en binnen de kortste keren zijn we drijfnat en koud. Op de brug staat nog een fietser. Een Chinese jongen met muziek op zijn fiets. Hij fietst even met ons mee. Aan de overkant van de brug staat een groot gebouw. Is het een hotel. De Chinese jongen klimt over de vangrail in de middenberm en loopt naar het gebouw om het te vragen. Het antwoord is onduidelijk en hij fietst dan terug de brug op. We hebben geen idee wat hij gaat doen dus ga ik het ook maar eens vragen. Het is geen hotel, we mogen er niet schuilen en we moeten nog 15 km doorfietsen is dus het antwoord. Onze Chinees is ondertussen weer teruggekomen en fiets met ons door. Wat hij is gaan doen weten we niet. Ondertussen gaat het steeds harder regenen. De weg gaat door een paar donkere tunnels waarde passerende auto’s angstaanjagend grommend ons achterop gereden komen. Zullen ze ons zien? In de tweede tunnel schuilen we even maar het is duidelijk dat het voorlopig niet op gaat houden met regenen dus fietsen we toch maar door. Onze Chinees blijft achter en gebaart dat hij in de tunnel wil overnachten. Het wordt een barre tocht. IJs- en ijskoud wordt het met koude regen en veel wind op kop. En .. na 15 km is er geen dorp! We fietsen wel een uur lang langs het Sayrammeer maar zien het door de harde regen niet eens liggen. We beginnen te bibberen en zijn volgens mij bijna onderkoeld. Wytze die de hele tijd op kop heeft gefietst zit er helemaal doorheen en stopt even om zijn handen wat warm te kloppen maar hij krijgt er geen gevoel meer in en raakt een beetje in paniek. Ik sta ook te klappertanden en te rillen maar we moeten verder. Ik neem nu de kop over en probeer Wytze zo veel mogelijk uit de wind te houden. Mijn handen zijn zo koud dat ik ze niet meer om het stuur kan klemmen dus leg ik ze er maar bovenop. Dan passeren we ineens een bord met een mes en vork erop!! Er moet ergens een restaurant zijn. In de verte zien we een dorpje liggen. We pakken de afslag en fietsen er naar toe. Vlak voor het dorp fietsen we zoals bij elk dorp in een politiecontrolepost. We vragen meteen aan de agent of er een hotel is. De agent schudt het hoofd en neemt ons mee naar een groot hotel-restaurant. Hij praat even met wat mensen en brengt ons dan naar het restaurant gedeelte, zet daar een grote verwarmingsradiator aan schuift er 2 stoelen tegenaan. Daar moeten we gaan zitten. We krijgen de bibber maar niet uit ons lijf. Langzaam beginnen we te ontdooien en te beseffen dat we geluk gehad hebben. Op onze vraag of we in het hotel mogen  blijven slapen is de agent stellig. Nee , dat mag niet! Hij heeft wel lekkere warme noedelsoep voor ons besteld die we ons goed laten smaken en zelfs naar meer smaakt dus bestellen we zelf ook nog wat te eten. Het wordt rijst met kip. De agent weet geen goede raad met ons en haalt er een collega bij die wel een beetje Engels spreekt. We moeten eerst maar eens droge warme kleren aan doen zegt de collega. We halen onze tassen dus naar binnen en gaan ons op het toilet omkleden. Inderdaad dit voelt direct een stuk beter. Terwijl wij ons omkleden hebben de agenten iemand gebeld die ons aan onderdak kan helpen maar als hij arriveert is onze rijst met kip net gearriveerd.  Dus mogen wij eerst gaan eten en belooft de man later terug te komen. De rijst is nog wel te eten, maar de kip is gewoon willekeurig in stukken gehakt en zit dus vol met scherpe stukken bot en voor ons dus geen succes. Als ik naar de WC moet word ik door een Chinese hotelgast aangesproken en die vertelt me dan ‘stiekem’ dat we inderdaad wel in een hotel zijn maar dat er van de overheid geen buitenlanders mogen logeren. Terug van de WC is de man die voor ons ergens een overnachting gaat regelen terug en heeft in zijn pick-up vrachtauto nog een maat meegebracht. Als we bij de receptie onze maaltijd af gaan rekenen blijkt dat de agent de noedelsoep voor zijn rekening heeft genomen. Fantastisch toch! We bedanken de agenten dan ook hartelijk voor hun goede zorgen. De mannen  zetten onze fietsen in de laadbak van de pick–up. Wij mogen voorin en de maat blijft in de bak staan om de fietsen vast te houden en dan karren we het dorp uit. Even buiten het dorp verlaten we de verharde weg en rijden we een bouwterrein op. We kijken elkaar aan. Waar gaan we toch terecht komen?? Het wordt een yurt!! Op het bouwterrein staan een aantal yurts die als schaftketen gebruikt worden voor de mannen en vrouwen die daar aan het werken zijn. Ze schaften er niet alleen maar slapen er dus ook. Blijkbaar hebben ze een yurt over en mogen wij daar in slapen. Voor 250 yuan (ca. € 32,00) krijgen we een hele yurt ter beschikking met een brandende kachel en zo’n 20 dekbedden op een houten vlonder. De kleren kunnen bij de kachel om te drogen en wij nestelen ons in een stapeltje dekbedden. Aan de nok van de yurt hangt echter nog een brandende lamp die we graag uit zouden willen doen, maar we kunnen  de schakelaar niet vinden. Wytze wil ‘m uit de fitting draaien maar dan  … pang!! knapt het glas kapot! Dat wordt glassplinters rapen dus. En dan.. sjongejonge wat een dag, vallen we met een eindgoed al goed in een diepe slaap.

Dag 91:  Vrij.  18 Augustus 2017
Santay – Toli
121 km

Prima geslapen in onze yurt.  Als er een dekbed verschoven was ben ik  af en toe wel met koude voeten wakker geworden. Nadat we in slaap gevallen zijn is de kachel blijkbaar vrij snel uit gegaan en zijn onze kleren en schoenen helaas dus nog niet droog. Nat aan dan maar. Het is buiten ook nog behoorlijk fris dus doen we voor het eerst een lange fietsbroek aan en een paar shirtjes over elkaar. Er is geen ontbijt dus trappen we, nadat we bij de buren de huur voor de yurt betaald hebben, met een lege maag van het modderige bouwterrein af. Volgens een bord langs de doorgaande weg is er een eindje verderop een eetgelegenheid bij een benzinestation. Er is een enorm parkeer terrein bij het restaurant maar er staan geen auto’s en het gebouw is hoewel het er zo te zien toch al wel een paar jaar staat ook niet als zodanig in gebruik geweest.  Verder dus maar! Hoewel, Wytze ligt ineens met fiets en al op de grond. Hij is met zijn voorwiel tegen een grote kei aan gereden. De schade valt mee dus kunnen we met de schrik erin gewoon verder aan de afdaling beginnen. Trappen hoeven we de eerste 50 km!! nauwelijks. Lekker maar wel nog steeds heel koud. Opvallend in de afdaling zijn de noodstopstroken aan de rechterkant van de weg die eindigen in een grote grindbak. Hierdoor kunnen vrachtwagens die niet meer kunnen remmen toch op een veilige manier tot stilstand komen. Als het parcours wat vlakker wordt en de zon door de wolken prikt wordt het al gauw te heet voor onze lange broeken en 5 lagen shirtjes. We wisselen langs de snelweg snel van kleding. Eindelijk bij Utay (Wutay?) komen we na een tolstation op een grote parkeerplaats van een benzinestation bij wat winkeltjes  en een eetgelegenheid uit. Het restaurant lijkt gesloten dus kopen we in de winkel omdat er geen brood is maar wat koeken, een gekookt ei en een warm worstje. Er stoppen een paar bussen met Chinese toeristen die allemaal naar de WC moeten  dus hebben we weer bekijks genoeg! We fietsen verder over de G30 en kunnen de verkeersborden niet lezen. We hebben geen idee van waar de afritten naar toe gaan dus nemen we er op een gegeven moment maar een. We blijken in Toldi uit te komen waar we vrij snel een hotelletje kunnen vinden dat op vloer 3 nog een kamertje voor ons vrij heeft. Een lift is er niet dus moet alles over een smalle trap naar boven. Hier en daar moeten we bukken.  Verderop in de straat zijn er wat kleine eethuisjes. We bestellen iets van een foto wat even later een kop noedels blijkt te zijn. Smaakt wel, maar we hebben toch nog wel meer honger. In een volgend eethuisje eten we nog wat vlees met wat groenten. Smaakt ook prima! We wandelen nog een rondje door het dorp  en waar we ook komen overal moeten we op de foto. Dus veel lachen en duimen omhoog. We leggen nog ‘n keer aan om iets te drinken en kopen in het winkeltje naast ons hotel een lekker ijsje dat we op de bank in het hotel opeten. Ik chat daar nog wat met thuis. Wytze gaat slapen. Hij heeft geen VPN op zijn mobieltje geïnstalleerd en kan dus niet meer met thuis videochatten. Catrien wel met mij, dus belt ze naar mij en roep ik Wytze even terug voor een chatje met Catrien.

Dag 92:   Za. 19 Augustus  2017 
Toli – Todog
92 km

We zijn wat lui vandaag en staan om kwart voor 8 pas op. Moet kunnen want we hebben een korte etappe gepland naar Jinghe of iets verder naar Kumbulak. Schuin tegenover het hotel eten we op een krukje voor een winkel ons koekontbijt. Om half 12 zijn we al in Jinghe. Dat is toch wel wat te vroeg om al te stoppen. Het is een grote stad met waarschijnlijk overnachtingsmogelijkheden genoeg maar op de kaart lijkt Kombulak net zo groot dus zullen we daar ook wel wat vinden. We stoppen er wel even om er wat te drinken. Als we goed en wel Jinghe uitgefietst zijn komen we bij een wegversperring. Een man bedient daar een over de weg gespannen touwtje. Als hij ons ziet laat hij het touwtje zakken en kunnen we erdoor. We snappen het nut niet maar we komen even later wel in een bouwput van de  312 terecht. Het is onduidelijk of we er wel of niet door kunnen en hoe lang de opgebroken situatie zal duren. Mensen die er rondlopen gebaren dat we er gewoon door kunnen maar de weg blijft slecht. Soms moeten we te voet. Het landschap verandert nu snel en we komen in een woestijnachtige omgeving terecht met hier en daar een uitgedroogd zoutmeertje.  We fietsen wel maar hebben geen idee of we nog wel op de goede weg zitten dus houden we een paar vrachtwagens aan en laten onze kaart aan de chauffeur zien met de ‘waar zijn we nu’ – vraag. Ze vinden de kaart wel interessant maar hebben volgens mij geen idee van wat er op staat. Ze knikken als we vragen of de weg door loopt. We hadden volgens ons al lang in Kumbalak moeten zijn maar er is geen stad of dorp in de wijde omtrek te vinden. Toch maar verder dan.  We fietsen nu op de onverharde 312 vlak langs de G30 snelweg. Bij een tolstation gaan we de snelweg op, maar omdat we zien dat de 312 er even later weer mooi verhard bij ligt en we bang zijn om over de snelweg niet in een dorp of stad te kunnen komen gaan we er via een weggehaalde vangrail en sprong over een greppel toch maar weer af. Natuurlijk komen we dan weer op een verschrikkelijk slecht wegdek te fietsen waar geen eind aan lijkt te komen. We kijken al een beetje onder de bruggen of ze misschien geschikt zijn om er onder te overnachten. We hebben bijna geen water meer dus van koken zal er dan ook bar weinig terecht komen. Dan zien we ineens op de snelweg waar we vlak langs rijden bij een afslag een bord staan met een mes en vork erop. Daar moeten we naar toe. De afslag gaat naar het dorpje Todog. Bij de gebruikelijke politiepost aan het begin van het dorp willen ze weten wat we komen doen. We zeggen maar dat we een restaurant zoeken want een legale hotelovernachting lijkt er niet in te zitten. We mogen door. In het dorp vragen we of er een hotel is en warempel die is er een en zonder ons paspoort op te vragen krijgen we meteen een kamer toebedeeld. Fietsen moeten wel zo snel mogelijk onder in de kelder gestald worden dus ik denk dat we er illegaal te gast zijn. Onze kamer kost 100 Yuan (€ 12,62). Het bed is keihard dus leg ik er mijn selfinflating matrasje in. Ik videochat met de broeders van de Heeren van Liefde die onderweg zijn naar Scherpenheuvel en wens ze goede reis. Daarna gaan we eten in een eettentje waar we aan 3 geüniformeerde meiden advies vragen over het menu. Het helpt ons niet  verder. Wytze zoekt buiten bij de grill wat vlees uit en voor de rest laten we ons verrassen. Lekker is anders maar we hebben in ieder geval wel genoeg gegeten. Na het eten lopen we nog wat door het dorp voor onze dagelijkse fotosessie. Op een bankje voor het hotel videochat ik nog even met Peet, die bij Berdie als verrassing voor broeder Gerardus, met een groepje de B&B aan het poetsen zijn.

Dag 93:   Zo.  20 Augustus 2017
Todog – Küytün
132 km

Ik heb redelijk geslapen op mijn luchtbedje. Half 8 staan we op en nog voor half negen zitten we aan de overkant van de straat aan ons koekontbijt dat we daar net in een supermarkt gekocht hebben. We fietsen Todog uit zoals we erin gekomen zijn maar gaan nu in plaats van de 312 de snelweg G30 op. En wie zitten er aan de kassa bij het tolstation? De 3 ge-uniformeerde meiden die we gisteren in het restaurant ontmoet hebben. We hadden toen begrepen dat ze op een benzinestation werkten maar het blijkt dus een tolstation te zijn. Het wordt een saaie fietsdag. Als we de woestijnachtige omgeving uitfietsen,  zien we nog wel een grote karavaan kamelen lopen. Toch heel bijzonder om die dieren in hun eigen omgeving vrij rond te zien lopen. Ze staan wel wat ver weg dus of ze goed op de foto staan afwachten. Bij een wegrestaurant dat voor de verandering nu eens wel open is eten we een warme maaltijd. Doet ons goed. Bij Usu gaan we de snelweg af en komen dan natuurlijk weer bij de politiepost uit. We moeten mee naar binnen om in het kantoor uit te leggen wat we komen doen en waar we naar toe gaan. We leggen uit dat we naar Ürümchi onderweg zijn. Ze gaan uiteindelijk akkoord en willen ons dan de snelweg weer op sturen. We zeggen dat we in Usu gaan eten en dan is het uiteindelijk goed dwz wij doen net alsof ze het goed vinden en fietsen dan gewoon aan. Ze roepen nog wel wat, maar komen ons gelukkig niet achterna. Een hotel is er in Usu vrij snel gevonden, maar de manier waarop de aanwezige geüniformeerde agent ons bij het X-ray apparaat aankijkt doet ons al vermoeden dat we er niet welkom zijn. Hij loopt ook meteen mee naar de balie waar de medewerkster ons inderdaad laat weten dat ze voor ons geen kamer meer beschikbaar heeft. Wytze is meteen flink over de zeik en terwijl ik nog probeer of ze ons naar een mogelijk alternatief hotel in Usu kan verwijzen zit hij al op zijn fiets en wil weg. Usu is een grote stad waar wel meer hotels moeten zijn maar hij heeft geen zin om daar nog verder op zoek te gaan. Er zit niets anders op dan het in Küytün de volgende stad op zo’n 15 km nog maar eens te proberen. Als we Usu uitrijden worden we ingehaald door een politieauto. De agenten vragen waar we naar toe gaan. Naar Küytün zeggen we. Ze rijden door maar komen even later weer terug om te zeggen dat er een veel kortere weg naar Küytün is dan zoals we nu fietsen. Ze rijden met de auto kilometers voor ons uit en brengen ons zo naar het kruispunt waar we rechts af moeten. Eindelijk komen we dan in de grote stad Küytün aan. Op maps.me zoek ik naar een overnachtingsmogelijkheid. De dichtstbijzijnde is guesthouse Kuitun Binquan. Als we nog voor de gesloten toegangspoort, met natuurlijk weer een heleboel bewaking staan, hebben we er weinig vertrouwen in dat dit gaat lukken. In een kantoortje moeten we ons registreren en wat vragen beantwoorden. We begrijpen er niet veel van en vullen maar wat in, maar ze gaan akkoord en we mogen naar binnen. Het duurt even voordat we het goede gebouw gevonden hebben. Zoals verwacht is het geen goedkoop hotel. Voor 398 yuan (ca.  € 50,00) krijgen we een kamer inclusief ontbijt. Wytze vindt het natuurlijk veel te duur maar als ik aangeef er niet over te denken om nu nog iets anders te gaan zoeken gaat hij gelukkig toch akkoord. Kamer is prima in orde maar een tegenvaller is toch wel dat we geen wifi verbinding met email of facebook kunnen maken. Op het terrein moet ook een restaurant zijn maar als we het niet meteen kunnen vinden raakt Wytze geïrriteerd en wil hij dat we  buiten het resort op zoek gaan naar eten.  Ik denk dat dat komt omdat hij bang is dat de prijzen van het restaurant een afspiegeling zullen zijn van die van het hotel. We lopen dus de poort uit richting centrum van Küytün. We lopen kilometers en komen onder andere langs een enorm sportcomplex met een groot stadion maar geen restaurant te vinden. Ik stel voor om terug te gaan naar het hotel en onze fietsen op te gaan halen of als we toch te voet verder gaan dan na het eten met een taxi terug naar het hotel te gaan. We lopen verder en komen dan toch bij een restaurant uit. We eten prima en ik drink er zelfs nog 2 flessen bier bij. Wytze heeft echter nog steeds honger en vooral zin in een toetje. Dus gaan we eerst op zoek naar een winkel met een koelkast. Na de winkel worden we door de politie aangehouden en moeten we in de politieauto mee naar het kantoor. Het duurt even voor er een agent gevonden is die een beetje Engels spreekt en dan kan de ondervraging beginnen. Waar komen jullie vandaan? Waar verblijven jullie vannacht? Etc.. Ik laat op maps.me het adres van ons guesthouse zien en dat wordt blijkbaar goedgekeurd want we mogen gaan. Wytze denkt nog even de politie de les te moeten lezen maar dat lijkt me zeer onverstandig. Over het algemeen worden we vriendelijk behandeld en dat we in onze ogen wat stompzinnige vragen moeten beantwoorden neem ik liever op de koop toe. Om me toch maar niet de gelegenheid te geven om een taxi te roepen begint Wytze als we het bureau uitkomen in zijn gebruikelijke snelwandelpas te lopen. M’n linker enkel speelt echter weer zodanig op dat ik naar de hoek van de straat loop en de eerste beste taxi aanhoud. Die wil ons niet hebben maar de tweede met hulp van een behulpzame Chinees wel. Hij brengt ons netjes voor 6,90 yuan (€ 0,88) naar het guesthouse een bedrag waarvoor Wytze diezelfde afstand niet zou wil lopen. Ik stuur nog een SMS-je naar Broeder Arborum die met de broeders in Scherpenheuvel is  en schrijf dit verslag. Om half 12 ga ik lekker slapen.

Dag 94:  Ma.  21 Augustus 2017 
Küytün -Shawan
69 km  

Hoewel het wel een beetje warm was onder het dekbed heb ik toch goed geslapen in het grote hotelbed. Op zoek naar ons ontbijt krijgen we het restaurant nu wel gevonden. Er wordt een uitgebreid ontbijt met warme en koude gerechten aangeboden, waar we uitgebreid gebruik van maken. Bij het bepakken van de fiets valt die telkens om. Ik snap niet goed waarom dat is tot ik in de gaten krijg dat mijn achterband slap staat. Hup, de fiets naar buiten en op zijn kop. Onder grote belangstelling van enkele hotelmedewerkers wordt de band geplakt. Dat wil zeggen gaat Wytze aan de slag en doet hij net of ik nog geen band kan plakken. Het irriteert me! Er zit een doorntje in de band. Als hij het gaatje gevonden heeft bijt hij in de band om zoals hij later uitlegt het gaatje rond te bijten. Zo’n onzin heb ik nog nooit gehoord. Hij smeert er een dikke laag solution op en er mag absoluut geen lucht meer in de band zitten anders kun je hem niet goed plakken. Mijn pompje staat droog en werkt niet goed. Gelukkig heeft Wytze zijn oude nog en krijgen we de band toch op de gewenste druk. Met een flinke vertraging proberen we Küytün uit te komen en met wat ondersteuning van de Garmin en maps.me lukt dat nog aardig ook en vinden we de afslag naar de 312. Opnieuw is het geen mooie route. We passeren veel industrie en maar weinig dorpjes. De weg is glooiend en kent lange klimmen die meer tijd nemen dan we gedacht hadden. Omdat we niet te laat in Shilhezi aan willen komen gaan we in Shawan al op zoek naar een hotel. We komen terecht bij een Tradehotel waar ons achter de balie 2 dames in stewardessenkleding verwelkomen. De communicatie gaat weer met het rode boekje en we mogen blijven. De kamer kost 158 Yuan ( € 20,00) We gaan akkoord maar dan gaan de dames ineens bellen met de politie die een half uur later arriveert. We moeten in de auto mee naar het politiebureau. Wytze maakt een foto maar dat wordt niet op prijs gesteld. Hij moet de foto deleten. Op het bureau moeten we weer een tijdje wachten tot er een agente vrij is die Engels spreekt. We moeten met haar mee naar haar kantoor. De paspoorten worden overgetypt maar ze hebben geen idee van wat er staat. Ze kunnen de westerse karakters niet lezen. Een uur later zijn onze gegevens op de computer overgenomen en gecontroleerd en krijgen we onze paspoorten terug. We mogen gaan… of we de weg naar ons hotel nog weten te vinden? Nou nee dat weten we niet maar er is ons toch beloofd dat we naar het hotel terug gebracht zouden worden!? Natuurlijk, kom maar mee. En warempel voor het bureau staat een oude politieauto met 2 agenten op ons te wachten en ze brengen ons mooi terug naar het hotel waar we nog mogen blijven ook. Onze tassen moeten nog wel even door de scanner en de fietsen mogen we op de kamer stallen. Wij mogen naar vloer 5.We zijn nog maar goed en wel geïnstalleerd als er op de deur wordt geklopt. De politie! Onze paspoorten worden nog maar eens met een mobieltje gefotografeerd want dat waren ze blijkbaar op het bureau of bij de balie vergeten. We gaan de stad in om wat te eten maar dat wordt geen succes. We denken goed uitgelegd te hebben dat we geen vlees met bot willen eten dus krijgen we veel bot met weinig vlees. Waardeloos dus. We pikken eruit wat we lusten. Bij het afrekenen worden we ook nog eens voor 150 Yuan getild. Met honger lopen we de straat verder in en kopen daar in een winkeltjes nog 2 grote cakes  en wat te drinken. Bij een verkoopster op straat kopen we nog een lekker toetje en lijkt de grootste honger dan toch overwonnen.

Dag 95:   Di.    22 Augustus 2017
Shawan –  Manas
62 km

Het ontbijt is weer heel uitgebreid met veel groenten, maar we missen toch nog steeds een paar sneden lekker brood en een lekker kopje koffie of fruitdrank. Net voor Shihezi kopen we nog wat koekbrood en wat te drinken en gaan dat in een parkje met een groot kunstwerk opeten. In het park zijn 2 dansgroepen bezig. Een groep danst met vlaggetjes, de andere met zwaarden. We maken wat opnames  van de dansgroepen en gaan op een bankje onze lunch opeten. De dansers zijn uit hun doen als ze ons zien en houden er even later dan ook mee op. Er moeten natuurlijk weer foto’s en selfies gemaakt worden. Voor ons waren zij de bezienswaardigheid nu zijn wij het voor hen. Een van de dames trekt bij Wytze aan zijn armharen om te voelen of die toch wel echt zijn. Mooie ontmoeting. De tocht gaat verder door een tuinbouwgebied met veel verkooppunten waar groen/rode perziken te koop aangeboden worden. We fietsen door de grote stad Shihezi met hoge torenflats waarvan overigens de meesten leeg staan. Net voor Manas is de weg opgebroken. De 312 is helemaal met een metalen poort afgesloten.  De omleidingsroute is niet goed te volgen maar via de GPS fietsen we een paar blokken om de bouwput heen komen we toch weer op route terecht. Dan krijgt Wytze een slappe achterband. Er zit een metaalsplinter in maar het gaatje is gelukkig nog met een pleister te dicht te plakken. Het wiel hoeft er dus niet uit. Bij een winkel kopen we wat te eten en als we dat op het betonnen trapje in de schaduw aan het opeten zijn komt de uitbaatster van de winkel ons een grote tros druiven brengen. We laten ze ons goed smaken. Op de kruising met de 312 blijkt dat de weg in de richting van Kutubi  echter nog steeds open ligt.  Wat te doen? Het is al half drie en naar Kutubi is het zeker nog 70 km. We stoppen en gaan morgen wel eens uitzoeken hoe we daar zonder over de opengebroken weg te hoeven kunnen komen. Op zoek naar een hotel fietsen we dat blijkbaar voorbij want als we er naar vragen worden we teruggestuurd. Voor 158 Yuan  krijgen we kamer 1011! Op de tiende verdieping dus. De fietsen mogen niet mee naar binnen maar mogen we stallen bij de e-bikes van het personeel. We zijn nog maar net geïnstalleerd als de receptioniste onze paspoorten op komt halen omdat de politie ze opgevraagd heeft. Weer even later, als ik met Reinou aan het videochatten ben kloppen er 3 agenten op de deur. Steeds maar weer dezelfde vragen: Wat kom je doen? Waar kom je vandaan? Waar en wanneer ben je China binnengekomen? Na 15 minuten gaan ze weer weg en lijkt het er op dat we mogen blijven. We lopen de buurt in om wat te gaan eten. Om toch maar zeker geen botten af te hoeven kluiven willen we een vegetarische maaltijd bestellen. Gelukkig zit er iemand in het restaurant die Engels spreekt en ons daarbij wil helpen. Het komt helemaal goed! We eten prima en ik kan er zelfs nog een Chinees Wusu biertje bij drinken van 3,6 %. Op de wandeling terug naar het hotel kopen we nog ons gebruikelijke toetje nl. een ijsje en een yoghurtje. Verder nog een zakje suiker, een rol toiletpapier en een nieuw schriftje voor mijn dagelijkse verhaaltjes. Geld pinnen lukt echter niet dus daar moeten we morgen nog even achter aan. We bespreken nog even wat we na Urumchi zullen doen. Allebei willen we toch wel door naar Peking. Helemaal op de fiets lijkt ons vanwege het lange stuk door de woestijn niet verstandig en qua tijd ook niet goed haalbaar. Het plan is voorlopig om na Ürümchi door te fietsen naar Turpan en van daar met de trein naar Lanzhou te gaan en dan weer op de fiets verder te reizen naar ons einddoel Peking. Ik videochat daarna met Reinou omdat ik van Peet gehoord heb dat zij er toch wel moeite mee heeft dat we elkaar in Peking niet zullen kunnen treffen. Ze vindt het wel jammer maar heeft toch wel weer zin om met Peet, Jordi, Sanne en Sander hun reis naar China te gaan maken. Zeker nu ze weet dat ik eerder thuis zal zijn dan dat zij vertrekken en we elkaar dus nog zullen zien. Wytze chat met mijn telefoon nog met Catrien om haar ook op de hoogte te brengen van onze voorlopige planning.

Dag 96:   Wo.  23 Augustus 2017
Manas -Changji
106 km

Voor we de stad Manas uitfietsen gaan we op zoek naar de Bank of China. Dat is de enige bank waar we met onze pinpassen geld uit de automaat krijgen. Het is er druk en iedereen kijkt bij elkaar op het scherm. Privacy kennen Chinezen niet. We pinnen alle twee 1000 Yuan en fietsen dan terug naar de kruising met de opgebroken afslag naar Kutubi. Wat doen we? We zien dat er toch wel een heleboel verkeer over rijdt dus wagen we het er maar op. Onze verwachting dat we gezien het drukke verkeer  wel vrij snel op het asfalt terecht zullen komen blijkt niet gegrond. Pas na zo’n 6 km door stof, modder en grote gaten hebben we weer asfalt onder de wielen. Heerlijk! Hoewel,….  omdat nu ik niet meer zo op de weg hoef te letten heb ik wel meer tijd over om na te denken over de email die Wytze vanmorgen naar zijn huisarts gestuurd heeft. Eergisteren klaagde Wytze over pijn aan ‘zijn zak’ en omdat hij zijn paracetamol uit zijn tas had laten vallen heb ik hem toen een strip uit mijn doosje gegeven. Vanmorgen vroeg hij of hij via mijn email contact met zijn huisarts op mocht nemen. Ik dacht vanwege het ongemak aan z’n zak waar hij zich toch wel wat zorgen over maakte. Maar toen hij zijn email consult na verzending aan mij voorlas schrok ik toch wel. De reden van zijn consult was heel iets anders. Hij schreef aan de huisarts dat hij er mentaal helemaal doorheen zat en dat dat waarschijnlijk te wijten was aan het feit dat hij al geruime tijd te weinig nachtrust had genoten. De oorzaak van het gebrek aan nachtrust zou zijn goede gehoor zijn en…. mijn gesnurk! Zijn vraag aan de huisarts was daarom of hij daarvoor als oplossing een slaapmiddel zou mogen gebruiken omdat hij anders genoodzaakt zou zijn om de reis op te geven.  Ik schrok toen hij het voorlas en voel me nu ik er vanwege de betere weg tijd voor krijg opnieuw niet lekker bij. Dus ik ben de schuld van zijn slapeloosheid!?? Deze beschuldiging irriteert me vreselijk en ik ben bang dat ik dit gevoel op termijn niet bij me kan houden maar dat er dat nog een keer uit zal moeten komen. Ik weet dat ik weleens snurk maar als dat al geleid heeft tot zijn slaapachterstand vind ik het toch wel heel vervelend dat ik dat via een email aan zijn huisarts moet horen. Wytze verwijt mij niet uit het goede wereldfietsershout gesneden te zijn maar valt zelf van het ene fysieke probleem in het andere en blijkt met zijn aanhoudend  gepieker niet in staat om mentaal voldoende uitgerust te zijn om zo lang van huis te zijn. Volgens mij heeft hij heimwee en weet hij niet goed om te gaan met de vraagtekens die ik weleens bij zijn manier van leven gezet heb. De route is vandaag opnieuw niet echt boeiend dus duurt het nog tot na de middag voordat ik dit voorval en mijn gedachten hierover een beetje uit mijn hoofd gewerkt heb. In Changi aangekomen worden we pas bij het vierde hotel als gast geaccepteerd. De eerste 3 hebben blijkbaar, hoewel ze dat niet met zoveel woorden zeggen, niet voldoende papieren om buitenlanders te mogen huisvesten. Het vierde hotel, een luxe grote glazen toren, vinden we omdat een vriendelijke jonge dame ons er te voet met een wandeling van zo’n 2 km, naar toe brengt. Het is voor ons budget natuurlijk wel veel te duur maar goed na 3 weigeringen accepteren we deze mogelijkheid toch maar. We krijgen een kamer op vloer 17. In de straat vlakbij het hotel vinden we een restaurant waar we via ons woordenboekje en het mobieltje
van de uitbaatster, die een Engels sprekende vriendin aan de lijn heeft, onze bestelling doen. Het wordt rijst met gebakken boontjes, kiepenpoep (gebakken tomaat met roerei), champignons en broccoli. Heerlijk. Op de terugweg nog een ijsje en een yoghurtje en we hebben weer goed gegeten vandaag. Ik sluit de dag op het hotel af met een lekker biertje en een videochat met Sanne, die in Utrecht een intakegesprek gehad heeft voor haar nieuwe studie en daarna ook nog kort even met Peet. 

Dag 97:   Do.   24 Augustus 2017
Changji – Ürümchi
41 km

Het eten bij ons hotelontbijt is fantastisch, maar de sfeer daarentegen diep onder nul. De huisarts heeft Wytze op basis van zijn klachten geadviseerd om met een slaapmiddel aan mijn gesnurk te ontkomen of anders een paar dagen bij te slapen door op een aparte kamer te gaan liggen. Ik probeerde niet te reageren maar het lukte me niet en heb toen gezegd dat ik er toch wel erg mee zit en het niet fair vind dat Wytze mij de schuld geeft van zijn mentale dip.  In stilte eten we ons ontbijt op en daarna fietsen we zonder een woord te wisselen naar Ürümchi. Tijdens de gebruikelijke colapauze stelt Wytze voor om bij aankomst maar meteen naar het treinstation te gaan om daar uit te zoeken hoe we een plaats kunnen reserveren en hoe de fietsen vervoert kunnen worden. Ik verbaas me daar even over omdat we eergisteren nog het plan hadden dat we tot Turpan door zouden fietsen om daar de trein naar Lanzhou te nemen. Ik begin er maar niet over maar krijg steeds meer het gevoel dat Wytze heimwee heeft en naar huis toe wil. Met behulp van Maps.me vinden we vrij snel de weg naar het station maar eenmaal erin wordt de zoektocht naar de juiste balie door het ontbreken van Engelstalige informatie toch weer problematisch. Een Chinees meisje ontfermt zich over ons en loodst ons via de scaninstallaties naar de balies van de kaartverkoop. We sluiten bij een loket aan in de rij maar als we aan de beurt zijn blijkt dat de lokettiste geen Engels spreekt. Er wordt een Engelssprekend meisje opgeroepen die de treinmogelijkheden met ons bespreekt. De TGV naar Lanzhou die we op het oog hadden is niet mogelijk. Daarvoor hadden we een paar maanden eerder moeten reserveren. Verder wordt het uiteindelijk ook duidelijk dat we niet samen met de fietsen kunnen reizen. Wij reserveren twee plaatsen op de ‘langzame’ trein naar Lanzhou van 26 Augustus die om  20.53 uur zal vertrekken. Onze fietsen en tassen moeten een dag eerder voor 18.00 uur afgegeven worden bij de bagageafdeling en gaan met de sneltrein naar Lanzhou. Het lijkt simpel maar we zijn er toch wel een paar uur mee bezig geweest. Met de kaartjes op zak kunnen we op zoek naar een hotel in de buurt van het station. Door de eerste twee hotels worden we als buitenlanders niet toegelaten. De derde wil wel maar mag het ook niet maar denkt wel even met ons mee voor een mogelijk alternatief. De communicatie hierover gaat echter zeer moeizaam en dus gaat een toevallige voorbijgangster zich er ook mee bemoeien en boekt voor ons een kamer bij het Fukeji Rui Hotel. Helaas kan ze ons niet uitleggen hoe we daar dan moeten komen. De receptioniste van het hotel loopt naar de politiepost op de hoek en brengt een agent mee die bereid is om ons te helpen. Hij neemt ons mee naar de politiepost maar als hij daar lacherig met wat collega’s gesproken heeft laat hij ons plotseling aan ons lot over. Wij blijven echter gewoon staan. Er wordt nog een andere agent opgeroepen die even later met de auto arriveert. Deze man kent wel een paar woordjes Engels en probeert de ontstane situatie helder te krijgen. Wat er precies gebeurt is voor ons niet duidelijk maar het lijkt erop dat de jonge agent ons voor de grap beloofd heeft om ons naar het hotel te brengen en dat hij nu net doet dat dat niet gebeurd is omdat dat volgens de regeltjes niet toegestaan is. We laten aan de puberachtige agent wel merken dat we van dit soort grappen niet gediend zijn. Uiteindelijk geeft hij de naam op van het hotel waar er voor ons een kamer gereserveerd is en tekenen zijn collega’s op een briefje uit hoe we daar moeten komen. Het blijkt heel dichtbij te zijn en bovendien kan ik de route naar dat het hotel omdat ik nu de naam weet ook via maps.me laten routen. In dit vierde hotel mogen we gelukkig wel blijven maar het kost ons wel 389 Yuan ( €50,00) per dag. We boeken voor 2 nachten en moeten daar dan ivm 200 Yuan aan deposito (borg) 1000 Yuan betalen. Voordat we ’s avonds een geschikt eettentje vinden hebben we zoals gebruikelijk al weer de nodige kilometers gelopen. We moeten wel twee keer hetzelfde bestellen voordat we onze honger gestild hebben. Bier hebben ze niet maar daarvoor verwijzen ze me naar het winkeltje van de buren. Ik ga daar een fles bier kopen die ik overigens gratis meekrijg. Na het eten gaan we weer terug naar het winkeltje om daar ons gebruikelijke yoghurtje en ijsje te kopen. Op de terugweg naar het hotel passeren we eerst een apotheek waar Wytze zijn slaappillen koopt en dan nog een paar fietsenwinkels die waarschijnlijk wel het juiste bottombracket voor zijn fiets zullen hebben. De reparatiewerkplaats is nu gesloten dus daar gaan we morgen even naar toe. Ik koop er een paar nieuwe fietshandschoenen. Ik chat nog even met Peet en vertel haar over de treinreis die we geboekt hebben. Morgen zal ik met Faas videochatten. We blijven dus 2 dagen in Ürümchi waar we morgen eerst gaan proberen om de fiets van Wytze te laten repareren. Verder zien we het wel.

Dag 98:  Vrij.  25 Augustus 2017
Ürümchi

We slapen een beetje uit en gaan dan op ons gemak gebruik maken van ons hotelontbijt. Wytze heeft met zijn  slaappil goed geslapen. Na het ontbijt check ik even mijn email en lees daar in een bericht van Broeder Raphael aan  Broeder Johannes Vestidius, dat er uitzaaiing naar de lever gevonden zijn. Ik schrik, maar het is voor mij niet duidelijk over wie dit gaat. Gaat dit over Broeder Raphael zelf ? Ik stuur dus meteen een email naar Johannes terug met deze vraag. Daarna gaan we eerst maar eens kijken of de fietsenmakers al open zijn. Jawel we kunnen er terecht. Nadat het probleem met de cranck is uitgelegd gaat de man aan de slag. Hij heeft het goede gereedschap om de trapas te demonteren en controleert de lagering. Hij denkt dat een goede schoonmaakbeurt voldoende moet zijn. Waarschijnlijk heeft hij ook geen passende lagers op voorraad. Hij maakt alles grondig en zeer professioneel schoon en doet er flink wat nieuw vet in. Bij de proefrit kraakt het echter nog steeds een beetje. Volgens de fietsenmaker komt dat echter niet uit de trapas maar uit de zadelpen! Als hij de kettingkast er weer op wil zetten blijkt dat hij vergeten is om de ophangbeugel terug te monteren. Alles moet er dus weer af. Omdat we niet genoeg contant geld bij ons hebben ga ik met een jonge fietsliefhebber die daar een beetje rondhangt op zoek naar een bank met een pinautomaat. Bij de eerste lukt het niet maar bij de tweede een eindje verderop lukt het wel.  De fietsenmaker is een handige sleutelaar en is als we terugkomen al weer bezig met het in elkaar zetten van de verschillende onderdelen. Als alles weer op zijn plaats zit blijkt na een tweede proefritje dat de kraak er nu ook uit is. Uiteindelijk is hij toch wel zo’n 2 uur bezig geweest met de reparatie. Hij vraagt 100 Yuan ( € 12,50) voor zijn werk. Omdat we zo tevreden zijn over zijn werk geven we hem 115 Yuan. De man spreekt trouwens een aardig woordje Engels en als we hem vragen waar we als toerist zeker naar toe zouden moeten gaan wijst hij op Maps.me een plek aan waar veel mensen op af komen. Het is ongeveer 14 km fietsen. Door drukke straten fietsen we langs de vele hoge torenflats naar de aangegeven plek. Het blijkt een groot wandelpark te zijn met daar tegenover een groot attractiepark met een reuzenrad en bovenop een heuvel een tempel. Hoewel Wytze het niet met zoveel woorden zegt is het voor mij snel duidelijk dat hij geen zin heeft om dat attractiepark te gaan bekijken. We lopen dus het wandelpark in waar wat waterpartijen aangelegd zijn en waar veel mensen in groepjes aan het kaarten zijn. Wytze wil helemaal naar het einde van het park wandelen, maar ik ben er vrij snel uitgekeken en heb daar geen zin in. Als we dan toch gaan wandelen dan wil ik dat liever aan de overkant doen waar volgens mij wat meer te beleven is dan in dit al te rustige bejaarden park. We stappen weer op de fiets om naar de ingang van het park aan de overkant te fietsen tenminste dat dacht ik maar dat loopt dan toch anders.  Wytze gaat voorop rijden en fietst, terwijl hij geïnteresseerd in de rondte kijkt, de ingang van het park voorbij. Waar hij naar toe wil is mij niet duidelijk en daarom blijf ik maar op enige afstand volgen. Na enkele kilometers voelt hij waarschijnlijk wel dat ik op kruispunten expres achter blijf om hem te dwingen om een keuze te maken en stopt dan toch met de vraag waar we naar toe zullen rijden. Ik zeg dat ik geen zin heb om zomaar zonder doel rond te rijden en dat ik op Maps.me de route naar het hotel op ga zoeken. Zo gezegd zo gedaan. Het eerste stuk van de terugweg rijden we via de maps.me route maar als ik dan even de route kwijt ben denkt Wytze wel te weten hoe we verder moeten. Hoewel de App ons al vaak goed geholpen heeft blijft hij meer vertrouwen hebben in zijn eigen oriëntatievermogen. Als ik op een gegeven moment niets meer herken van de heenreis start ik mijn mobieltje toch naar weer op. Als de App ons naar links stuurt wil Wytze naar rechts. Als ik zie dat de afstand tot het hotel echter steeds groter wordt blijf ik niet langer achter Wytze aan fietsen maar volg op een kruising de aanwijzing van maps.me en rijden dan zonder problemen terug naar het hotel. We eten op mijn verzoek waarin ik aangegeven heb  voor het vinden van een eettentje niet weer uren door de stad te willen banjeren  in het restaurant van het hotel. Er is een ruime keuze en eten rijst met broccoli en aardappelschijfjes. Van de Engels sprekende bedrijfsleidster krijgen we gratis nog wat stukken watermeloen. Voor ons gebruikelijke ijsje gaan we naar een buurtwinkeltje om de hoek en lopen dan meteen even door om een kijkje te nemen bij de vele polijsters van natuurstenen en Jade. Ik videochat met Peet die bij Tamila op bezoek is. Ze heeft meer informatie over Raf. Bij het landelijk darmonderzoek is hij positief bevonden en nu heeft een nader onderzoek in het ziekenhuis uitgewezen dat hij darmkanker heeft en dat er uitzaaiingen naar de lever gevonden zijn. Hij krijgt binnenkort een Pet-scan en daarna zal hij gaan starten met een chemokuur. Heftig!! Ik laat het maar even bezinken en zal dan later wel een reactie naar Raf sturen. Ik chat om een uur of 11 nog met Faas. Morgen gaan we eerst de fiets en dan wat later onszelf op de trein zetten naar Lanzhou.

Dag 99/100:
Za. 26 en zo. 27 Augustus 2017
Treinreis:  Ürümchi – Lanzhou

Trein ca. 1900 km
(Turpan – Hami – Xingxingxia – Jiayuguan – Zhangye– Wuwei – Lanzhou)

Ook na de tweede nacht in Ürümchi slapen we wat uit. We moeten een beetje tijd rekken want we hoeven pas ’s middags ergens op het station te zijn dus gaan we ook wat later naar ons uitgebreide hotelontbijt. Rond 13.00 uur checken we toch maar uit en hoewel Wytze de deposito bon kwijt geraakt is krijgen we onze 200 Yuan borg toch terug. Een uur later zijn we al bij het station en komen we via een lange ronde voor het station op de juiste vloerhoogte bij de Bagageafgifte uit. Alle tassen moeten door de scanner, de fiets kan erlangs af. De beambte ziet dat er een bezinefles op mijn frame zit en zegt dat ik er die af moet halen anders mag de fiets niet mee. Ik haal de fles, die helemaal onder de modder zit, eraf en stop die samen met een bidon waar nog een beetje water inzit in een plastic zak en dan in de plunjebaal die ik als handbagage mee ga nemen. De tassen worden in een grote zak gestopt en gelabeld en kunnen zo mee.  Het versturen van fiets en bagage verloopt soepeler als gedacht dus moeten we nog veel tijd overbruggen voordat we om 20.53 uur op de trein zullen stappen. We gaan naar de vertrekhal maar voordat we daar binnen mogen moeten wij en onze handbagage natuurlijk eerst gescand worden. Ik mag door maar als mijn zak met handbagage door de scanner gaat gaan alle alarmbellen af. De scanner heeft geconstateerd dat er een fles met vloeistof in de zak zit en die moet ik er dus uithalen. Omdat ik problemen verwacht met de benzinefles haal ik de bidon eruit. De bidon heeft wat gelekt en zit helemaal onder de modder van de benzinefles. Gadver wat een troep. Ik moet uit de bidon drinken om aan te tonen dat er slechts water in zit. Ik drink en nu zitten mijn handen en mijn mond onder de modder. Dan komt er toch het verzoek om ook de tweede ‘fles’ uit mijn tas te halen. Dju, ze hebben ze dus toch alle twee gedetecteerd. Ik haal mijn vieze benzinefles uit de tas en zie al aan de gezichten van de beveiligingsbeambten dat ze beet hebben. Ik moet weer drinken maar moet dan toch echt bekennen dat er geen water maar ‘petrol’ inzit. Ze verstaan mij niet maar als ze zelf gaan ruiken begrijpen ze wel waarom ik het niet wil drinken. In een mum van tijd worden we omringd door politieagentes die allemaal vragen stellen die wij niet willen of kunnen begrijpen. Ze graaien nog een keer door mijn handbagage en komen daar alleen maar natte en met modder besmeurde spullen tegen. Meekomen!! Is nu het bevel en dan worden we onder begeleiding van 2 agenten en 4 agentes afgevoerd naar een aparte verhoorruimte in de vertrekhal, waar we meteen gezelschap krijgen van een agent met een videocamera. Als de cameraman geïnstalleerd is en onze paspoorten ingenomen zijn kan de ondervraging beginnen. Via de vertaalapp’s op de mobieltjes van de agenten worden steeds maar dezelfde vragen op ons afgevuurd. Waar komen jullie vandaan? Waar en wanneer zijn jullie China binnengekomen? Waar heb je de benzine gekocht?  Wat doe je daar mee? De 2 politiemannen nemen nu ook onze treinkaartjes mee en gaan zich in een andere ruimte beraden. De 4 politiedames blijven nog even doorvragen maar gaan steeds meer op de gezellige toer. Ze vinden ons wel interessant en willen met ons op de foto. Een agente vraagt zelfs of ik zanger ben en of ik een lied wil zingen. De hele affaire die heel spannend begint en ontspannend eindigt duurt bij elkaar wel 2 uur met als uiteindelijk resultaat dat ik mijn bezinefles  daar achter moet laten en dat we de tijd uiteindelijk toch wel vermakelijk zijn door gekomen. Hierna moeten we nog uren in de vertrekhal rondhangen en de tijd doden totdat om 21.00 uur onze trein arriveert. In de trein blijkt dat we niet bij elkaar zitten maar gelukkig is de jongen die tegenover Wytze zit bereid om met mij te ruilen. Tot aan station Ürümchi-zuid is er nog plaats genoeg in de trein, maar dan stroomt hij toch wel helemaal vol. Opstaan van de plaats is niet meer mogelijk. Er is nauwelijks ruimte om de benen eens even te strekken of nog wat uit het bagagerek te halen. Het wordt wat dat betreft een verschrikkelijke treinreis. Wytze en ik zitten bij het raam op  2 tegenover elkaar geplaatste 3-persoons banken. Op de 3 zitplaatsen zitten aan de kant van Wytze nog een man en een vrouw met een kind en aan de andere kant bij mij nog een vrouw met een kind en nog een man. Voor de kinderen zijn er geen zitplaatsen gereserveerd dus moeten die mensen elkaar aflossen. Het jongetje langs Wytze kan niet slapen en wordt daarom volgepropt met medicijnen. Hij moet een luier aan maar is dat duidelijk niet gewend dus krijgt hij regelmatig klappen als hij de luier uit wil doen. De vader van het kind is een lompe bruut. Als hij vindt dat zijn vrouw iets niet goed gedaan heeft geeft hij haar een stomp op het oog. De vrouw geeft geen kik en houdt haar hand even op de zere plek. Ik denk dat het niet de eerste keer is dat de man haar slaat. Het kindje naast mij heeft geen luier en ook geen onderbroek aan maar een legging zonder kruis en plast me op een gegeven moment bijna nat. De stoffen bank is echter wel zeiknat. Haar moeder slaapt zittend op een tas tussen de twee banken in en heeft haar hoofd op mijn voeten te rusten gelegd. Na verloop van tijd stinkt het verschrikkelijk in de trein. De mensen hebben bijna allemaal doosjes met noedels bij zich en op de trein is warm water beschikbaar. Er wordt dus wat afgeslurpt. Af en toe komt er een karretje met eten, drinken en fruit langs en dan weer een verkoper van speelgoed, zaklampen etc.. Als de lompe man en zijn vrouw met het jongetje de trein verlaten hebben komen er een vrouw met haar dochter bij op de vrijgekomen plaatsen zitten. De vrouw wil wel buurten en vraagt waar we vandaan komen. We proberen het met behulp van de landkaart in het plaatjesboek uit te leggen en dan ineens staan alle mensen die al uren om ons heen zitten op en komen luisteren. De mensen die wat Engelse woordjes kennen treden op als vertalers. Onze woordenboekjes gaan van hand tot hand en worden goed bekeken. Door het langdurig zitten krijg ik soms krampen in mijn benen en in mijn darmen. Er is wel een hurktoilet in de trein dus daar kan ik af en toe  trein zitten die helemaal naar Shanghai moeten en nog 2 dagen op dezelfde plaats zullen moeten blijven zitten. Volledig geradbraakt komen we na 24 uur treinen om goed 21.00 uur in Lanzhou aan. Eenmaal buiten het station is het niet meteen duidelijk waar we een taxi kunnen vinden die ons naar ons hotel moet brengen dus zit er niets anders op dan met onze zware handbagage over de grote parkeerplaats naar de weg te lopen. Als we bij de weg aankomen worden we meteen belaagd door zowat alle taxichauffeurs die daar op klanten staan te wachten. Ze trekken zelfs het boekje met het adres van ons gereserveerde hotel bij Wytze uit zijn handen. Wytze wordt boos en eist het boekje terug. Een van de chauffeurs maant de mensen tot rust en zegt heel slim dat hij ons wel weg zal brengen. We stappen in en de chauffeur rijdt met nog een andere reiziger die al voorin zit weg terwijl hij nog niet weet waar we naar toe moeten. Ik geef hem mijn mobieltje waar ik het door Booking.com gestuurde adres van het hotel laat lezen. Het adres en de naam van het hotel staan daar ook in Chinese karakters geschreven. We zijn het hotel blijkbaar al voorbij dus bij de eerste gelegenheid gaat hij draaien en zet ons bij een mooi hotel af. De reservering is er binnengekomen dus we worden verwacht. Bij het winkeltje langs het hotel kopen we nog wat te eten en dan vallen we doodmoe op bed en hebben we eindelijk tijd om onze  slaapachterstand eens lekker in te halen.

Dag 101:  Ma. 28 Augustus 2017
Lanzhou

Opnieuw mogen we een beetje uitslapen.  Na het ontbijt lopen we naar het station om daar onze fietsen op te halen. We geven onze bonnetjes bij de deur af en even later komen onze fietsen en de zakken met bagage op een kar de hal uit gereden. Alles is nog tiptop in orde. Terug bij het hotel mogen we de fietsen binnen bij de entree stallen. We lopen daarna nog even langs het hotel een druk zijstraatje in waar in kleine winkeltjes van alles te koop is. In de vitrines wordt het koopwaar open en bloot uitgestald.Varkens- en kippenpootjes, kippen en eenden met lange nekken. Er ligt van alles wat wij niet lusten maar wat daar als lekkernij gegeten wordt. We kopen bij een bakker een paar warme  koeken en eten die al verder lopend op. Als we op het einde van de straat zijn wil ik een paar foto’s maken van de met glas dichtgemaakte dakterrassen en de wirwar van elektriciteitsdraden en merk dan dat ik mijn rugzak niet meer om heb. Oei paniek!!!  Waar heb ik dat ding gelaten?Alles heb ik er in zitten. Geld, paspoort, woordenboekjes, fototoestel, … etc. Ineens herinner ik me dat ik de blauwe rugzak bij de bakkerskraam aan een spijker gehangen heb. Rennen dus. Yes, hij hangt er nog, de hartslag kan weer naar beneden. Op Google gaan we op zoek naar een bezienswaardigheid in Lanzhou. Op 6 km is er een Boeddhistische tempel. Dat lijkt ons wel wat. Met maps.me zetten we de route uit. De route gaat via kleine straatjes door volksbuurten waar de mensen  duidelijk niet gewend zijn aan passerende Europese vakantiefietsers. De Boeddhistische tempel ligt op een heuvel aan de overkant van de Gele Rivier maar voor we met de brug het water oversteken bezoeken we aan deze kant nog de Taoïstische Tempel Bai Jun. Een aardig complex omdat het de eerste tempel is die we bezoeken maar toch niet overdonderend verrassend. Het dreigt te gaan regenen dus twijfelen we nog even of we wel naar de tempel aan de overkant zullen wandelen. We doen het toch maar en parkeren de fietsen bij een kiosk onder de trappen van de brug. Vandaar wandelen we overeen lange de trap te heuvel op en passeren daarbij tempels en pagodes. Heel mooi! Vooral ook het steeds grootser wordende uitzicht over de miljoenenstad Lanzhou en de Gele Rivier. Op de terugweg naar het hotel zien we verkeersborden die verwijzen naar weg 109 die we morgen moeten hebben. Even onthouden dus! We hebben we nog een stop bij een moderne koffiezaak met lekker gebak.  Wytze gaat daarna nog wat winkels af om batterijen voor zijn fototoestel te kopen en ik ga alvast terug naar het hotel. ’s Avonds eten we bij een Chinese fastfoodzaak. Het eten valt tegen maar onze magen zijn toch weer gevuld. Wytze heeft geen batterijen kunnen kopen maar heeft eerder op de dag aan het einde van de straat wel een Nikon fotozaak gezien en wil het daar gaan proberen. De winkel blijkt verder weg dan gedacht dus als die ook nog dicht is als we daar aankomen is het even balen. Op de terugweg passeren we een groot warenhuis en slagen daar gelukkig wel. Er kan weer geknipt worden.

Dag 102:   Di.  29 Augustus 2017 Lanzhou – Baiyin 
109 km

Om weg 109 weer terug te vinden is toch moeilijker dan we gisteren dachten. We fietsen eerst weer naar de Gele Rivier maar komen dan toch iets te ver naar het oosten uit. Langs de rivier fietsen we dan eerst naar het westen en komen dan langs een parkje waar we 2 mannen bezig zien en horen die met een zweepje aan het tollen zijn.  Even kijken dus. Iets verder kijken we nog even rond in weer een ander een park waar een heleboel watermolens staan.  En dan zitten we eindelijk op de lang gezochte 109. We zijn Lanzhou nog maar amper uit of we komen op een opgebroken weg uit. Door de vele regen van gisteren is de weg een grote modderpoel geworden. Maar liefst 15 km ploeteren we samen met de autofile door de modder en diepe waterplassen. Eenmaal op de harde weg komen we langs een soort van autowasserette en laten we de modder  van onze fietsen spuiten. Lang hebben we er echter geen plezier van want we komen een paar kilometer verderop opnieuw in de modder terecht. We proberen bij een tolstation de snelweg G6 op te komen maar worden daar helaas terug geroepen. Eerder stoppen gaat niet want we hebben in Baiyin een hotel besproken. Het landschap is overigens heel mooi met veel bergen waarin veel grotten in uitgehouwen zijn. Ook de weg in Baiyin is over een lengt van 2 km opgebroken, maar met maps.me komen we vrij soepel bij het gereserveerde hotel uit. We melden ons eerst bij de verkeerde receptie maar het personeel is zo vriendelijk om ons naar de goede balie te brengen in een ander gebouw. Als we ons daar melden kijkt het personeel wel even heel verbaasd en wat geschrokken. We zien er door het geploeter door de modder niet uit en onze fietsen en bagage al helemaal niet, maar we mogen toch blijven en krijgen kamer 518. We brengen onze smerige tassen met de lift naar de 5e verdieping maar worden daar opgevangen door iemand van de receptie. We moeten met onze smerige troep terug naar beneden en slapen blijkbaar toch in het gebouw waar we ons in eerste instantie gemeld hebben. Een heel gedoe dus ik ben blij als ik me uiteindelijk op het bed kan laten ploffen. Ik ben er moe van en heb hoofd- en keelpijn. Ik heb geen trek meer in eten en pak wat paracetamol, een paar capsules norit en wat keeltabletten en kruip onder de wol. Wytze gaat wel even eten en brengt nog een lekker fruitbrood voor me mee. Ik eet er toch maar een stuk van op en val daarna vrij snel in slaap.

Dag 103: Wo. 30 Augustus 2017  Baiyin – Shuiquan
100 km

Hoewel ik wakker word met nog steeds hoofd- en keelpijn heb ik toch wel redelijk geslapen en voel ik me toch weer wat uitgerust. Wytze begint nu ook al te klagen dat hij zich niet lekker voelt. Met opnieuw wat paracetamol in het lijf gaan we toch maar op pad. We hebben voor vanavond nog geen onderdak geboekt dus we zien wel waar we uit gaan komen. Weg 109 hebben we vrij snel weer gevonden en daarna ook een winkeltje waar we weer ’n paar koekbroden kopen en die daar onder grote belangstelling opeten. Het weer is wat somber maar het blijft droog. Ook geen blubber vandaag maar wel stof!! Verschrikkelijk veel stof. Eerst fietsen we nog door een bergachtige omgeving maar daarna wordt het vlak en wordt het toch geen bijzonder mooie etappe. De vraag waar we kunnen overnachten wordt steeds nijpender. Als we  een langgerekt dorp uitrijden vragen we of er een hotel is. Er moeten er wel 2 zijn dus moeten we terug. Als we het eerste hotel binnengaan kunnen we er niemand vinden. We kijken alvast wat rond. Wat een troep. Als we weer buiten zijn komen er wat mensen naar ons toe gelopen, die ons gelukkig snel duidelijk maken dat we er niet mogen blijven om te overnachten. Naar het tweede hotel zoeken we maar heel kort want het is ons snel duidelijk dat er in dit dorp geen  hotel voor buitenlanders zal zijn. Ook in het volgende dorp kunnen we niet terecht. Wytze wil doorfietsen tot het donker is en dan ergens in een hut of schuur overnachten. Dat zie ik niet zo zitten. Ik wil liever proberen om bij mensen in de tuin te kamperen en denk dat we daarvoor al wel een mogelijkheid gepasseerd zijn. Wytze wil echter niet meer terug en dus fietsen we maar weer verder. We komen onverwacht toch nog bij een winkeltje waar we nog wat te eten en te drinken kopen. Ik grijp mijn kans en vraag aan de man of we onze tent bij de winkel op mogen zetten. Hij twijfelt even maar overlegt dan toch met zijn vrouw. We mogen meekomen en hij wijst ons een plek aan bij een bouwput achter  het winkeltje waar ze bezig zijn met het aanleggen van een nieuwe weg. Maar we mogen ook slapen in een plastic bogentent waar wat was te drogen hangt. Nou dan kiezen we toch voor de bogentent. Ik zet er mijn tentje in op maar Wytze blijft bij zijn verlangen om zonder tent te slapen en rolt alleen zijn grondzeil en zijn slaapzak uit. Er staan nog 2 bogententen meer. 1 wordt gebruikt om gojibessen te drogen, in de andere slapen de wegwerkers. De wegwerkers zijn heel benieuwd naar hun nieuwe buren en komen natuurlijk de hele avond naar ons kijken en selfie’s maken. Ze komen zelfs heel attent een emmer water brengen zodat we ons wat kunnen wassen. Er is geen wifi dus hebben geen contact met het thuisfront. Na het eten van onze warme noedels is het vrij snel donker en dus tijd om te gaan slapen. Ben benieuwd wie er morgen het beste geslapen heeft.

Dag 104:  Do.  31 Augustus 2017 Shuiquan – Xingrenbu
68 km

Ik heb redelijk geslapen in m’n tent in de bogentent. Het is in ieder geval rustig gebleven. De buitenkant van mijn slaapzak is wat nat en ik heb geen idee waar dat vandaan komt. Misschien heeft mijn bidon wat gelekt. Ik hang ‘m buiten op wat goji-droogrekken in de zon. Het droogt goed dus nemen we toch al vroeg afscheid van de winkeljuffrouw en nog wat andere vrouwen die een hakmes aan het slijpen zijn en in een teil vlees van het zojuist geslachte dier aan het wassen zijn. De zon schijnt er lekker op los en de eerste 20 km dalen we lekker door dorpjes met heel veel steenfabrieken. Het leem dat nodig is voor de stenen is overal in sleuven en gaten weggegraven wat een heel apart landschap oplevert. Voor de huizen liggen er ook grote hopen met grote brokken steenkool. Na zo’n 58 km komen we in Haojihai waar we wat eten. Er is daar zelfs een hotel. We twijfelen even omdat het er wel heel netjes uitziet maar als de eigenaresse zegt dat er 6 km verderop in Xingrenbu nog wel 5 slaapgelegenheden zijn fietsen we toch maar door. In Xingrenbu  worden we naar een hotel verwezen maar als we eenmaal binnen zijn blijkt het toch niet veel soeps te zijn. Er is geen warm water. Het is er vies en de prullenbak in de kamer zit nog vol troep van de vorige gasten. Er zijn geen handdoeken maar als we er om vragen krijgen we dan toch 2 kleine harde lapjes. Waardeloos, maar voor 80 Yuan (ca. € 10,00) mag je natuurlijk ook niet veel verwachten. Op mijn Ziggo email-account krijg ik bericht dat ik waarschijnlijk gehackt ben en dat ze daarom mijn account maar geblokkeerd hebben. Ik wil ze laten weten dat dat waarschijnlijk te maken heeft  met de VPS-app maar kan ze door de blokkade niet meer bereiken. Ik verander het wachtwoord maar ook dat helpt me niet verder. Ik vraag Peet of ze contact op wil nemen met Ziggo en activeer mijn Gmail-account zodat ik toch weer kan emailen. Ik stuur de gegevens van onze vliegtickets voor 27 oktober van Peking naar Amsterdam naar Sanne en Peet met de vraag of zij met D-reizen willen bespreken hoe we die kunnen annuleren of overboeken. We eten in het stadje en lopen nog wat rond door het vieze centrum.

Dag 105: Vrij. 1 September 2017
Xingrenbu – Zhongning
103 km

We gaan vandaag proberen om in Zhongning uit te komen. Dat is een vrij grote plaats dus boeken we er nog geen hotel. De route gaat vandaag opnieuw langs vele steenfabrieken en steenkoolopslag en het landschap heeft door de vele afgravingen grillige vormen gekregen waar de houten elektriciteitspalen op een soort van eiland op de oorspronkelijke hoogte zijn blijven staan. Het is ook een gebied met weer veel meloenenteelt. De planten staan op akkers met heel veel steenslag. Voor de huizen worden vandaag opvallend veel schapen en zelfs een koe geslacht. Iedereen is op zijn ’s zondags gekleed.  Alle mannen hebben vandaag witte gebedscaps op en de vrouwen dragen paarse ‘hoedjes’. Het duurt even maar dan krijgen we in de gaten dat het vandaag offerfeest is en dan begrijpen we ook waarom er zoveel winkels dicht zijn. Als we bij een gesloten winkel voor de deur staan wordt die toch heel klantvriendelijk voor ons open gemaakt. De dorpjes die we passeren zijn  vies. Het miezert de hele ochtend en daardoor ligt er veel modder op en langs de weg en overal ligt er afval van groente en ander handelswaar. We horen de hele dag vuurwerk afgaan.  De fietsen, de tassen alles zit onder de modder. In de loop van de middag klaart het op. Wytze heeft vandaag een slechte dag. Hij is al weer een paar dagen weer flink aan de diarree en is behoorlijk uitgepierd. Normaal rijdt hij voorop maar vandaag is dat meestal mijn positie en  moet ik opletten dat ik het tempo niet te hoog maak. Bij de eerste twee hotels in Zhongning worden we geweigerd maar bij de derde mogen we dan toch blijven. Onze tassen zijn zo smerig dat we ze eerst maar eens onder de douche zetten en afspoelen. Hoewel Wytze geen honger heeft wil hij toch mee gaan eten. Na wat op en neer geloop door een straat komen we per toeval in een hotpot restaurant terecht. We willen weg gaan maar worden dan aangesproken door een vriendelijke bedrijfsleidster die voor ons wel wat vegetarische gerechten klaar wil zetten. We krijgen een hotpot met een pittige heldere fondue en een nog pittigere bruine. Veel sojavlees in allerlei vormen, een grote schaal vol met verschillende soorten bladgroenten en een schaal vol met diverse paddenstoelen. Echt geweldig vinden we het niet maar we eten toch maar zoveel als we maar kunnen. Ook Wytze. Op het grote plein voor ons hotel zijn  veel mensen aan het stijldansen. Het is er gezellig en we lopen daar wat rond. De toeschouwers hebben even geen belangstelling meer voor de dansers maar meer voor die 2 rare grote westerse mannen. Foto en selfie-tijd dus!! Wytze moet even later rennen om op tijd in het hotel te zijn omdat de hotpot maaltijd zijn weg naar onderen al gevonden heeft. Buiten stijldansen wordt er op het plein ook opgetreden door muziekgroepjes en zangeressen die een vreselijk vals en hard geluid voortbrengen. De zanginstallatie staat zo hard dat al het geluid verschrikkelijk vervormd de boxen uit komt. Het publiek applaudisseert toch enthousiast. Het zal zo dus wel moeten. In een warenhuis kopen we nog een ijsje en ook nog wat anti-diarreepillen voor Wytze. Nu maar hopen dat ze werken.

Dag 106:  Za.  2 September 2017
Zhongning – Qingtongxia 
87 km

Ik kon gisterenavond maar moeilijk in slaap komen. Er ligt een hard kussen op het bed dat wel met zand gevuld lijkt te zijn. Omdat ik hoofdpijn krijg doe ik het kussen weg en slik 2 paracetamolletjes en dat helpt gelukkig. Tot 2 keer toe vraagt Wytze of ik me om wil draaien omdat ik aan het snurken ben. Het ontbijt is vandaag bij de hotelprijs inbegrepen. Buiten een heleboel warme gerechten kunnen we zelfs ook nog  brood kiezen. De organisatie in de ontbijtzaal is niet echt duidelijk met als gevolg dat ik 2 gebakken eieren krijg en Wytze 2 kommetjes melk. Wytze heeft  last van zijn maag en durft nog niets te eten. Hij is bang dat het er toch weer meteen uit zal komen. De zon  brandt er al flink op los dus moeten we maar weer eens gaan smeren. Als alles goed gaat wordt het vandaag een bijzondere dag omdat we volgens de kaart in de buurt gaan komen van The Great Wall.  Iets voorbij Zhongwei aan de overkant van de Gele Rivier zouden we wat restanten van de muur moeten kunnen zien. Als we de rivier overgestoken zijn staan er echter toch geen verwijsborden naar die muur. We vragen het nog aan wat mensen op de straat maar het lijkt wel of ze nog nooit van de Great Wall gehoord hebben. Ze sturen ons naar Zhongwei omdat daar de Gao Milao tempel staat. Het is echter nog zeker 25 km van de route af voordat we bij die tempel zijn waar dan heel misschien ook een stukje van de muur te zien zou zijn, dus vergeten we deze attractie maar en vervolgen onze route. Op grote bruine borden staan er richtingen aangegeven naar de Yellow River Alter en de Yellow River Canyon. Gaan die attracties dan onze dag redden?Het duurt even voor we de juiste afslag naar het Alter gevonden hebben. We rijden eerst nog een industrieterrein op maar worden daar al snel teruggestuurd. De volgende afslag is wel goed en brengt ons naar een grote parkeerplaats en een grote hal waar we de tickets voor een bezoek aan het Alter kunnen kopen. De tickets geven toegang tot een groot park waar je van het ene grote terras naar het andere hoger gelegen terras  kunt wandelen om uiteindelijk aan de oever van de Gele rivier bij het Alter uit te komen. Het ziet er allemaal niet zo authentiek en/of historisch uit maar is typisch zo’n gemaakte Chinese attractie. Het is er heel erg heet en Wytze voelt zich zo slap als een tod. Kortom  voor Wytze redenen genoeg om geen kaartje te willen kopen. We drinken er nog iets in de schaduw en ik stel dan voor om dan in ieder geval toch maar wel naar de aangegeven Yellow River Canyon te fietsen.Ook hier is de bewegwijzering zo onduidelijk dat we die pas met veel heen en weer gefiets weten te vinden. Bovendien hebben we het woord canyon verkeerd vertaald omdat het hier blijkbaar slechts de betekenis heeft van ‘oever’. Aangezien wij een spectaculaire kloof verwacht hadden valt ook deze bezienswaardigheid teleurstellend tegen. We fietsen nu maar in een ruk door naar onze eindbestemming in Qingtongxia waar we het reeds gereserveerde hotel gelukkig wel vlot kunnen vinden. Dat wil zeggen de receptie. Onze kamer is niet in dat gebouw maar een eindje verderop in de straat. We gaan in een fastfoodrestaurant van ??? waar we kipburger eten met frites en een wrap met rijst en kerrie en .. cola, koffie!! En ook nog een ijsje. Heerlijk, lekker geen chinees vandaag.  We sluiten de dag af met het kijken naar het stijldansen op een groot plein.

Dag 107:  Zo.  3 September 2017
Qingtongxia – Yinchuan 
65 km

Voor het ontbijt moeten we naar vloer 2, maar dat hebben we pas in de gaten nadat we ons gemeld hebben in het gebouw waar ook de receptie is. We zijn maar net op tijd terug in ons eigen gebouw want als we ons ontbijt opgeschept hebben begint het personeel om kwart voor 9 de gerechten al op te ruimen. De keuze valt ons ook wat tegen. Er is geen rijst! Wel dunne soep en hard gekookte eieren. Maar ook geen gewone thee. Als we na het wat tegenvallende ontbijt de stad uitfietsen komen we langs een markt waar een man 3m-lange suikerrietstokken aan het schillen is die hij dan in stukken snijdt en dan verkoopt. Als we daar foto’s en een filmpje van maken krijgen we natuurlijk weer een hele volksoploop. Opgestoken duimen, poseren voor selfies alles komt weer voorbij. Van een enthousiaste man krijgen we ieder een heerlijk trosje druiven. Een stukje verder, we zijn nog steeds in Qingtongxia treffen we in een park onder een grote namaak boom twee tollende mannen aan en passeren we een tempelcomplex waar we even een kijkje gaan nemen. De twee monniken die er rondlopen vinden het goed als we er wat foto’s maken. Eenmaal buiten de stad komen we door een gebied met veel wijngaarden waarvan de opbrengst op tafeltjes langs de weg te koop wordt aangeboden. Na het fruit zien we voor het eerst ook een paar rijstvelden. Over een  brede boulevard fietsen we Yongning binnen. De boulevard met zijn grote kroonluchterachtige straatverlichting en brede perkbermen en parkjes loopt helemaal door tot aan de volgende stad Yinchuan. Hier hebben we een hotel gereserveerd dat we niet een twee drie kunnen vinden. Onze fietsen mogen achterom in een steegje gestald worden. Bij het oversteken valt Wytze met fietsen al om. Na die almaar voortdurende diarree wordt hij toch wel steeds zwakker. Hij zegt nu ook dood op te zijn. Ik heb onderweg naar het hotel nog wat oliekoeken en een broodbolletje gekocht en eet dat op de kamer op. Wytze wil er niets van hebben en eet nog een paar rijstkoekjes die we onderweg bij een benzinestation gekocht hebben. Lang blijven ze er niet in. Op de kamer liggen wat toeristische folders die ik even opensla om de zien of er misschien interessante excursies vanuit deze stad te maken zijn. Er zijn er wel, maar voor 2 personen zijn die toch wel heel duur, bovendien reageert Wytze niet echt enthousiast. Zijn gezondheid moet snel beter worden anders ben ik bang dat we Peking niet fietsend zullen gaan bereiken. Na het douchen gaan we toch maar even de stad in. Op een kruispunt vlakbij het hotel staat een soort van stadspoort. Het is een groot lomp ding met een tempeldak. Achter de poort ligt links af een parkje en rechtdoor een druk winkelgebied met veel winkels, kramen, verkopers, bedelaars en natuurlijk veel winkelend publiek. Wytze wil het liefst het parkje in en een beetje op een bankje gaan zitten niksen. Ik wil graag naar de drukte en het liefst ergens op een terrasje iets te drinken of eten bestellen en dan van het drukke leven in de winkelstraat genieten. Gelukkig krijg ik mijn zin en gaat Wytze mee want anders had ik me denk ik toch alleen onder het winkelende volk begeven. Aan het einde van de straat is een overdekte winkelgalerij waar we in een rustig hoekje wat gaan drinken. In de winkelstraat eten we bij de Burgerking. Wytze gaat voor het eerst een beetje op de rem met de hoeveelheid eten. Het is duidelijk dat het hem niet smaakt. Na het eten gaan we nog op zoek naar een T-shirt voor Wytze, maar het is al snel duidelijk dat er niks gekocht zal gaan worden. Het is altijd wel wat. Te groot, te klein, te duur en altijd maar weer die twijfel of het een goede aankoop zal zijn. Omdat de E-reader van Wytze het een tijdje terug al begeven heeft wil hij een Engelstalig boek gaan kopen. We vinden wel een paar boekhandels maar die hebben alleen Chinese  boeken. Als we weer terug zijn in het hotel zijn we allebei het kamernummer vergeten en moeten we onze kamer gaan zoeken door met de magneetkaart langs de deuren te gaan tot er 1 open gaat. Eenmaal binnen moet Wytze zoals gebruikelijk weer meteen naar de WC en is hij alle voedsel weer kwijt. Ik vind zijn eetgewoonte, om tegen heug en meug alles toch maar naar binnen proppen, niet slim maar zal me er maar niet mee bemoeien. Hij hoest vandaag ook als een blaffende hond. Mijn diagnose is dat hij oververmoeid is. Later op de avond geeft Wytze dan ook aan dat hij denkt dat de geplande etappe voor morgen van 115 km naar Huinong wellicht te ver voor hem zal zijn en dat het misschien zelfs verstandiger is om morgen op bed te blijven en uit te rusten. Ik adviseer hem om morgenvroeg contact op te nemen met zijn huisarts maar daar heeft hij absoluut geen trek in. “Die geeft me toch maar dezelfde pillen als die ik nu al slik” is zijn  gedachte hierover. Om 22.00 gaat Wytze slapen. Ik hoop maar dat hij zich morgen wat beter voelt. Ik chat nog even met Peet die eerst met Thamila naar de opening van de expositie van Mark van den Heuvel gaat en daarna naar het terrasconcert van de RiBoBiBa. Hoewel het nog heel warm is op de kamer probeer ik daarna ook of ik de slaap kan vatten.

Dag 108: Ma. 4 September 2017 
Yinchuan – Huinong 
109 km

Wytze geeft bij het opstaan opnieuw aan dat hij de 115 km naar Huinong wellicht niet aan zal kunnen. Als het te zwaar wordt denkt hij er over om de bus te nemen. Ik stel opnieuw voor om nog een dag in Yingchuan te blijven en daar naar een dokter te gaan of naar zijn huisarts te bellen, maar hij blijft er bij dat dat toch niet gaat helpen. Hij zou het liefst zo snel mogelijk naar Peking willen reizen. Voor hem is de lol er al een tijdje van af. Na al die weken van diarree voelt hij zich zo slap als wat en heeft nu het gevoel dat zijn hele lijf protesteert. Hoewel zijn rug beter voelt heeft hij nu last van zijn been, wat lijkt op een klapvoet, en hij heeft een tintelend gevoel in zijn vingertoppen.  Ik zeg dat ik het heel jammer zou vinden als we niet fietsend van de laatste 1000 km zouden kunnen genieten en dat ik liever minder kilometers per dag fiets in plaats van zoveel  mogelijk om daardoor maar eerder in Peking te zijn. Wytze zit er volgens mij voor de zoveelste keer helemaal doorheen. Er speelt zich van alles door zijn hoofd maar nu maakt hij zich volgens mij terecht grote zorgen over zijn gezondheid. Sinds een paar dagen is er namelijk ook nog eens een vervelende verkoudheid bijgekomen. Als ik suggereer dat het wellicht niet zo slim was om een paar nachten geleden zonder tent in die tochtige bogentent te gaan slapen, wuift hij dat weg en wil daar niet over horen. Nee, dat moet door de trein gekomen zijn en ..bovendien kreeg ik de eerste verkoudheidsklachten en heb ik hem wellicht besmet. Aangezien deze opmerking bij mij een beetje als een verwijt overkomt voel ik me er niet lekker bij. Er is geen ontbijt bij het hotel dus gaan we maar zonder op pad. Ik heb wel honger dus speur ik op zoek naar een bakker de winkels af die we passeren. Om de hoek is er een bakker die ook ontbijt serveert. Prima lijkt me en hoewel Wytze al aan de portemonnee denkt weet ik hem toch naar binnen te loodsen. We kopen ieder 3 lekkere koeken die ik me met een bakje koffie erbij in ieder geval goed laat smaken. We kunnen goed gevuld op stap en fietsen daarna vrij snel terug naar de 109. Omdat die weg al een paar dagen een beetje saai is stel ik voor om af en toe een alternatief traject via de GPS te fietsen maar omdat we niet weten hoe de kwaliteit van het wegdek daar is wil Wytze daar niets van weten. Het is wel mooi fietsweer, beetje bewolkt, niet te warm en vrij vlak. Om Wytze wat uit de wind te houden doe ik vandaag het kopwerk. Na zo’n 25 km stoppen we voor een drankje en een stuk koek. In een  dorpje verder staat er langs de weg een tentoverkapping bij een heel armoedig ogend tempeltje. Er lijkt een soort van dorpsfeest aan de gang. Er is een optreden bezig in de tent. 3 Dames voeren op een podium voor een hypermodern led scherm dat als achterdecor dient een soort van opera op. Mooi om te zien. De bezoekers zijn over het algemeen wat oudere mensen die als ze ons zien staan meer aandacht voor ons hebben dan voor de artiesten.  Verder zijn er wat kramen met etenswaar en een soort van barbecue en zitten er mensen te mahjongen. Dit is voor ons toch wel het hoogtepunt van de dag want verder fietsen we wat door rijstvelden en groententuinen maar is er niets boeiends te beleven. Er valt soms een druppel maar  dat zet gelukkig niet door. Om half 5 zijn we in ons gereserveerde hotel in Huinong. De fietsen mogen in een gangetje achterom de bar. We gaan eten in een klein restaurantje en bestellen daar ieder een portie nasi en een portie bami. Veel te veel natuurlijk dus krijgen we het niet allemaal op. Er moeten natuurlijk wel weer veel foto’s gemaakt worden met kinderen op onze schoot. 

Dag 109:   Di. 5 September 2017
Huinong – Wuhai 
71 km

We hebben voor vandaag een korte etappe gepland en kunnen daarom wat later opstaan. Voor het  hotelontbijt hoeven we niet ver weg, het restaurant is bij ons in de gang, maar het aanbod stelt niet veel voor. Wat kleffe deegbollen en hard gekookte eieren. Er is zelfs niks te drinken. Voor we vertrekken boeken we via Cheaptickets.be bij Aeroflot/KLM onze terugreis op woensdag 27 Sept.. De vlucht zal een tussenstop hebben in Moskou. Ik laat Sanne weten dat ze de oorspronkelijke reis van 27 Oktober bij D-reizen maar moet annuleren. Omdat ik nog honger heb koop ik bij het winkeltje om de hoek eerst maar een paar broodjes en wat koeken. Wytze heeft nog steeds geen trek en denkt aan 1 broodje wel genoeg te hebben. Hij gebruikt eigenlijk alleen nog maar wat melkdrankjes. Ik neem me voor om weer op kop te gaan, maar als de weg wat omhoog gaat komt Wytze al weer snel voorbij gefietst. Hij kan het gewoon niet laten en wil telkens laten zien dat hij toch de sterkste is. Deze drang is volgens mij ook debet aan zijn oververmoeidheid, maar dat heb ik hem nog niet durven te zeggen. Langzaam klimmen we hoger en de weg wordt steeds smeriger. Er ligt een zwarte laag kolengruis op de weg dat door het verkeer omhoog stuift. Je voelt hoe de viezigheid zich op de huid vastzet. Het is wel prima fietsweer. Bij de eerste stop eet ik mijn broodjes en koeken op maar Wytze krijgt nog steeds niets weg. Daarna verandert het landschap en komen we weer steeds dichter bij de Gele Rivier te fietsen. De aanwijzingen om de G110 te kunnen volgen zijn niet altijd even duidelijk maar met de GPS vinden we de juiste koers wel. Zowel van links als van rechts komen de bergen dichterbij. De grote stad Wuhai zienwe al ver aan de overkant van de rivier liggen. Mooi plaatje, dus moeten er foto’s gemaakt worden. Volgens mijn GPS moeten we de weg volgen en fiets ik Wytze voorbij. De weg staat een eindje verder echter onder water en de brug die mijn GPS aangeeft is er niet meer. Ik wacht bij het water op Wytze omdat ik het wel een leuke verrassende situatie vindt maar Wytze is boos en vindt het ongelofelijk dat ik niet eerder gemerkt heb dat deze weg niet bij de grote brug die we in de verte zien liggen uit komt. Zoals wel vaker zet hij me neer als een onbenul en ik heb dan ook geen zin om het verkeerd rijden aan mijn verouderde route op mijn GPS te wijden want ik weet dat hij een enorme hekel heeft aan mijn GPS en zelfs aan mijn mobieltje. Ik zet heel demonstratief mijn GPS uit en dwing Wytze om de kop te nemen en maar uit te zoeken hoe we dan moeten rijden om bij de grote brug uit te komen. De afslag die hij neemt brengt ons wel bij de oever van de Gele Rivier maar er is daar ook geen brug. Omdat er op de weg ook helemaal geen verkeer was had ik mijn GPS al aangezet en na flink inzoomen gezien dat er nog een smal weggetje langs het water naar een brug loopt die volgens mijn GPS nog in aanbouw is. Ik neem de kop nu maar weer over en via een omweggetje en door de fietsen over de vangrail te tillen komen we uiteindelijk bij de enorme brug aan. Aan de overkant van de rivier zien we rechts boven op een berg een groot beeld staan van, na later blijkt, Genghis Khan (1162 –1227) en links de mooie skyline van Wuhai. Aan beide zijden van de rivier zien we de woestijn dichterbij komen. Met maps.me vinden we vrij snel ons hotel. Als we ons bij de receptie melden krijgen we meteen door een medewerkster natte handdoeken aangereikt en een kopje thee. Als we met de handdoek door ons gezicht wrijven zien we meteen waarom. De handdoeken kunnen meteen in de was zo zwart geven onze gezichten af. De fietsen mogen we in een gangetje achter de lift stallen. Op Maps.me zoeken we naar een restaurantje en zien dat er vlakbij het hotel een hamburgertent is. We wandelen die richting in maar hoeven niet zover te gaan want er is al eerder een restaurantje waar ze ook hamburgers verkopen. We eten alle twee een hamburger en ik bestel er meteen ook nog een kaaspizza bij. Ze smaken allebei goed. Als we weer terug lopen naar het hotel zien we op veel plaatsen vuurtjes branden. Eerste gedachte is dat de rondhangende jeugd wat baldadig met vuur aan het spelen is, maar dan zien we dat het toch een serieuzer karakter heeft. Bij de vuurtjes ligt ook fruit en ander voedsel en kokertjes met wierrookstokjes. In het vuur ligt hier en daar nepgeld te branden. Dit moeten rituelen zijn die iets met het offerfeest te maken hebben. Terug bij het hotel chat ik nog even met Peet voor de laatste familienieuwtjes. Reinou’s contract wordt helaas niet verlengd en Sanne is in Utrecht naar de school geweest en is op de terugweg bij een ongeluk uitgekomen waar ze behoorlijk van geschrokken is. Faas heeft nieuwe voetbalschoenen gekocht en de oude aan hulp voor Gambia meegegeven. In Dengkou, de finishplaats van morgen, heb ik via Ctrip een overnachting geboekt. Ben benieuwd of dit goed gaat want ik heb de kamer al met Visa betaald.

Dag 110:  Wo. 6 September 2017
Wuhai – Dengkou 
102 km

Bij het opstaan schijnt de zon al volop. Het hotelontbijt is goed verzorgd en er is zelfs koffie bij. We slaan nog wat extra water in en vervolgen onze route op de oostoever van de Gele Rivier, die we overigens maar af en toe te zien krijgen. Het landschap krijgt steeds meer een woestijnachtig karakter en ook vandaag zijn er weer veel vrachtwagens op de weg. De meeste vervoeren een soort van gravel dus stoft het weer verschrikkelijk en liggen de bermen vol met gruis en steenslag. Bij een opgebroken weg worden we door een ons tegemoet komende vrachtwagen bijna van de weg gereden en staan we in een grote stofwolk van de schrik te bekomen. We ontmoeten nog een Chinese fietser die van Peking komt en onderweg is naar Tibet. Hij spreekt een woordje Engelsen laat op onze de kaart zien hoe hij ongeveer gefietst heeft. Hij heeft de 110 niet overal gevolgd maar is over een parallelle weg langs de rivier gegaan. Alle Chinese en Japanse fietsers die we tegenkomen dragen overigens allemaal lange broeken, lange mouwen, een stofkapje en een helm. Bij het plaatsje Tost, op zo’n 9 km van Dengkou, passeren we het kilometerpaaltje 1000. We gaan er vanuit dat dat de afstand is naar Peking en maken daar dan natuurlijk een foto van. Het vinden van het gereserveerde hotel in Dengkou wordt een gedoe. Omdat we het viamaps.me niet kunnen vinden vragen we het aan een man op straat. Als we zijn aanwijzingen volgen komt de goede man ons in zijn auto achterna en biedt zijn excuses aan omdat hij ons verkeerd gestuurd heeft. Hij gaat nu met de auto voor ons rijden en we komen nu vrij vlot bij het via Ctrip gereserveerde hotel aan. Daar krijgen weer het gebruikelijke probleem dat ze geen buitenlanders mogen huisvesten. Een hoop gedoe want we hebben de kamer al betaald. Er wordt met Ctrip gebeld en die garanderen ons dat ze het geld binnen 10 dagen terug zullen storten. De baliemedewerkster adviseert ons om terug te fietsen naar het centrum en het bij het Youfi hotel te proberen. De medewerkster van het Youfihotel heeft duidelijk geen zin in ons. Ze schrijft wat op een briefje wat we natuurlijk niet kunnen lezen en negeert ons daarna volledig. We protesteren nog wel maar ze doet net of ze ons niet meer hoort. We druipen af en gaan op zoek naar een andere overnachtingsmogelijkheid. We vinden nog een hotel in het centrum. Een balie medewerkster reageert meteen met “natuurlijk hebben we een kamer voor jullie” maar wordt dan meteen door een collega gecorrigeerd. Opnieuw krijgen we het excuus “sorry maar we mogen niet aan buitenlanders verhuren” Ik zet mijn teleurgesteld gezicht op en vraag of ze geen alternatieve oplossing voor ons weten. 2 jonge meiden willen ons wel helpen en gaan met de telefoon aan de slag. Ze hebben wat gevonden zeggen ze en hebben ook al een taxi voor ons besteld!! Een taxi? Maar hoe moet dat met onze fietsen dan?? Oh ja natuurlijk daar hadden ze niet aan gedacht. De taxi wordt meteen afgebeld. De meiden overleggen even  en bieden ons dan aan om ons met de brommer de weg te wijzen. Goed idee! Wij achter de meiden aan en die brengen ons … inderdaad weer terug naar het Youfi hotel waar we een halfuur geleden nog geweigerd werden. Geen zorgen zeggen de meiden, wij regelen dit voor jullie. En zo gebeurt het ook. Ineens is er geen enkel probleem meer met onze afkomst en kunnen de gebruikelijke formaliteiten opgestart worden. De fiets mag binnen en alles loopt nu vlot. Wat die meiden precies gedaan hebben weten we niet maar we hebben ze heel hartelijk bedankt voor de bemiddeling. We eten in een klein eettentje een vegetarische maaltijd. Het smaakt prima maar vult net niet genoeg dus koop ik er in een winkeltje nog maar broodje en een fles bier bij. Ik heb beloofd om vandaag nog met Sanne te chatten maar omdat dat pas kan als ze pauze heeft op de school en Wytze onderhand naar bed wil ga ik dat maar beneden doen in de grote ontvangsthal.

Dag 111:   Do. 7 September 2017
Dengkou – Linghe 
69 km

Ook vandaag starten we weer met een uitgebreid hotelontbijt. We hoeven ons niet te haasten want er staat maar een korte rit op het programma. We fietsen de hele dag in de warme zon door een niet echt boeiend landschap. Het is vlak en er is veel tuinbouw. De hele dag door worden we gepasseerd door vrachtwagens en tractoren vol met tomaten en paprika’s. Bij een tuinder waar ze bezig zijn om met een transportband een vrachtwagen vol met paprika te laden stoppen we even voor een foto. Op betonnen stoepen liggen er ook veel maiskolven te drogen. Linghe is een grote stad. De entree is weer groots aangelegd. Brede boulevards met veel plantsoenen er langs  en parken met grote kitscherige rotspartijen en watervallen. Ons hotel vinden we snel maar er is in hun administratie geen reservering terug te vinden. We mogen gelukkig toch blijven. We zijn vroeg in Linghe dus hebben we tijd om de stad wat beter te bekijken. We wandelen door wat drukke straten waar de stoepen vol staan met geparkeerde E-scooters naar een sport- wandelpark. We komen in het park uit bijeen groepje muzikanten die mensen begeleiden die denken  dat ze goed kunnen zingen. Nou het is niet om aan te horen. Wij worden ook uitgenodigd om een liedje mee te zingen maar slaan dat aanbod toch maar af. Onze aandacht gaat uit naar het geluid van knallende zwepen en lopen op het geluid af. We verwachten er weer tollende mensen te zien maar er is een groep bezig met zwepen zoals die wel door dompteurs gebruikt worden en die ze laten knallen. Er wordt zelfs geoefend in synchroon knallen en daarbij van formatie te veranderen zoals vendelzwaaiers dat bij ons wel doen. We proberen het ook. Ik kan er niets van, krijg de zweep niet aan het klappen en verongeluk er bijna bij. Wytze doet het iets beter en komt zelfs tot een paar ferme klappen maar verongelukt er daarna ook bijna bij. We hebben van ons gestuntel mooie foto’s en filmpjes gemaakt. Eten doen we bij fastfoodrestaurant Dicon. Het wordt kipburger met frites. Voor ons gebruikelijke ijsje lopen we een rondje door de stad, maar als we nergens een winkel met ijskast kunnen vinden gaan we toch maar weer terug naar de Dicon. Ik heb daarna wel genoeg door de stad geslenterd en heb zoals bij elke stadswandeling veel last van mijn linker enkel. Wytze blijft nog wel door de stad struinen om op zoek te gaan naar een T-shirt zegt hij, maar ik denk dat hij nog ergens een yoghurtje wil scoren. Terug bij het hotel videochat ik in de hal nog even met Reinou.

Dag 112: Vrij. 8 September 2017
Linghe – Wuyuan 
131 km

Gisteren hebben we besloten om van de 110 af te gaan en via een rustigere route op de andere oever van de Gele Rivier naar een soort van resort bij Buluki Desert te gaan. Het is ongeveer 80 km en er zouden volgens maps.me bij een paar meertjes 2 hotels zijn. De weg staat niet op de kaart dus zullen we de route op de GPS moeten zien te vinden. Over een brede boulevard fietsen we Linghe uit maar komen ineens in een bouwput terecht en er komt een einde aan de weg. We moeten met onze fietsen aan de hand te voet door het zand verder om bij een ander weg uit te komen. Deze weg staat gelukkig weer op de GPS dus kunnen we weer verder. Lange tijd volgen we deze met veel wilgenbomen omzoomde brede weg en komen we uit bij een kilometers lange brug over de Gele Rivier . De rivier is hier vanwege de vele vertakkingen heel breed. In de uiterwaarden staan veel zonnebloemen. Na de brug moeten we linksaf maar die weg is opgebroken en ziet er niet zo best uit. Wytze wil liever rechtdoor maar ja dan komen we niet op de plaats waar we naar toe willen. Ik kan me niet voorstellen dat die Chinees die we  eergisteren gesproken hebben hier doorheen gefietst is zegt Wytze. Nu snap ik een beetje waarom hij voor deze route was. Niet omdat ik die op de GPS gevonden heb naar omdat de chinees hier wellicht gefietst heeft. Hoewel ik aan Wytze zie dat hij eigenlijk niet verder wil op deze route, fiets ik met de hoop dat de weg verderop wel beter zal zijn toch links af en blijf gewoon de GPS route volgen. Maar … helaas de weg wordt niet beter. Bij een winkeltje stoppen we even om wat te drinken en probeer ik bij de aanwezigen het verdere verloop van de route helder te krijgen en laat ze via maps.me onze geplande route naar Buluchi Desert zien wat dan nog 80 km is. Aangezien de winkeljuffrouw zegt dat de kwaliteit van de weg niet beter wordt vraag ik aan Wytze of hij denkt dat hij het dan gezien zijn ’longontsteking’ en hitte wel aan zal kunnen. Hij wil omdraaien omdat dit niet de route is die de Chinees gevolgd heeft. Na deze opmerking schiet ik uit mijn slof. “Hoezo de Chinees?? Dit is de route die ik gisteren op de GPS gevonden heb en niet de route van de Chinees! Het is jouw invulling dat de Chinees die gereden zou kunnen hebben. Wytze wordt nu ook heel boos en we gaan elkaar verwijten maken over allerlei opgekropte frustraties. Demonstratief zet ik mijn GPS nu uit en zeg okay dan rijden we van nu af aan wel op jouw kaart want die is toch heilig en mijn GPS geloof je toch niet. Ik draai mijn fiets om en rijdt in een tempo door terug naar de brug. Wytze kan mij niet volgen en rijdt al snel een eind achter mij aan. Bij de brug blijf ik in een hutje op hem wachten met de bedoeling om het vervelende akkefietje eerst uit te praten. Hij komt echter niet naar het zitje toe en blijft op de weg wachten. Hij roept dat hij meteen door wil fietsen naar Wuyuan waarop ik geïrriteerd ”Rijden dan“ terugroep. Ik blijf volgend achter hem aan rijden. Wytze fietst en fietst maar weet de weg die ons terug naar de 110 moet brengen natuurlijk ook niet. Bij een splitsing stopt hij maar ik ben dan nog niet van plan om hem met de aanwijzingen van mijn GPS te helpen. De minachting die hij constant heeft voor mijn GPS en mijn mobieltje zitten me zo hoog dat ik niet meer van plan ben om die nog te raadplegen. Ik wil dat hij toegeeft dat het niet te doen is met alleen de informatie van zijn wegenkaart. Even later stopt hij bij een kruispunt opnieuw met de vraag waar we naar toe moeten, maar ik weet het ook niet en zeg: “Jij moet het zeggen want jij weet waar je naar toe wilt”. Als hij me vraagt of ik denk dat de weg naar rechts op de 110 uit zou kunnen komen zet ik mijn GPS toch maar aan om het op te zoeken. Als het apparaat opgestart is geef ik hem antwoord maar als ik opkijk blijkt dat ik tegen niemand sta te praten omdat hij al weg gefietst is. De sfeer wordt er niet beter op. Bij een winkeltje stoppen we voor een drankje en als we we even zwijgend tegenover elkaar zitten wil Wytze weten waarom ik toch zo geïrriteerd reageer. Ik probeer nog een keer uit te leggen dat ik het gevoel heb dat hij mij als een onbenul beschouwt en alle informatie die ik in wil brengen of het nou van mijn GPS, mijn mobieltje of mijn landkaart komt niet serieus neemt maar hij alleen vertrouwt op zijn eigen landkaart en wat andere reizigers zoals de Chinese fietser en de Zwitserse motorrijder op de boot tegen hem zeggen. Wytze doet het af met dat ik alles verkeerd heb begrepen, dat hij het zo niet bedoelt en dat ik hem ook al een keer gekrenkt heb waar hij dagenlang last van heeft gehad. We hebben elkaar vertelt wat ons dwars zit maar eerlijk gezegd heb ik niet gevoel dat we ooit echte vrienden zullen worden. Daarvoor zijn onze karakters toch te verschillend. De dag is voor mijn gevoel helemaal naar de klote en zo voel ik me ook. We trappen veel kilometers door een saai landschap met een saai gezelschap. In Wuyuan kunnen we in het derde hotel eindelijk terecht. De eigenaar van het tweede hotel brengt ons er naar  toe. Eten doen we in een Chinees fastfoodrestaurantje met daarna ons gebruikelijke ijsje uit een winkel. Wytze zoekt daarna nog wat onrustig naar zijn favoriete yoghurtje. Ik neem een lekker pilsje en schrijf dan op de kamer het verslag van deze vervelende dag. Morgen beter? Ik wacht het even af en zal proberen om minder dominant te zijn.

Dag 113:   Za. 9 September  2017
Wuyuan – Urad Qianqi 
64 km

Ondanks de trubbels van gisteren hebben we alle twee toch goed geslapen. We plannen een korte etappe omdat in een keer door naar Baotou toch wat te ver is. Opnieuw beleven we een saaie vlakke etappe met veel vrachtauto’s die steenkool vervoeren, met veel wilgenbomen in de bermen en veel mais en zonnebloemen op de akkers. We passeren weinig dorpjes. Hier en daar op parkeerplaatsen worden er in tentjes meloenen en pompoenen verkocht. Het meest opmerkelijke van de dag is misschien wel dat we in Urad Qianqi meteen, zij het met behulp van een meisje op een brommer die ons voorrijdt, een hotel kunnen vinden waar we welkom zijn. Eerst stopt ze echter bij zo’n  vies oud gebouw dat we haar vragen of ze het wel zeker weet dat dat een hotel is. Ze roept even wat naar binnen en dan komt er een man naar buiten die naar de overkant van de straat wijst. Dat ziet er inderdaad meer uit als een hotel. Met het woordenboekje in de hand vragen we of ze een kamer vrij hebben. Oh jawel hoor! We laten ze onze paspoorten zien maar daar bladeren ze maar een beetje oppervlakkig doorheen en geven ze weer terug. Er wordt hier niets gekopieerd of overgetypt. We moeten 200 Yuan betalen en krijgen nog een depositobriefje van 98 Yuan en een pasje voor de kamer voor terug. De fietsen gaan mee de lift in naar boven. Mijn fiets blijft op de gang, Wytze stalt hem op de kamer. Zo vlot heeft het administratieve gedeelte van een hotelovernachting nog niet geduurd. Zijn we hier misschien illegaal? We nemen even de tijd om het vervolg van de route te bespreken. Wytze is de drukke 110 beu en stelt voor om na Baotou niet naar Hohhot te fietsen maar om over een gele weg naar het symbool op de kaart te fietsten dat aangeeft dat daar nog restanten van de Great Wall staan. Ik ben de 110 ook wel wat beu en kan me wel vinden in zijn voorstel maar geef gezien het voorval van gisteren wel aan dat die gele weg misschien wel niet overal verhard is. Bovendien is het maar de vraag of de muur direct aan de route ligt. Misschien moeten we er wel met een excursie of onder begeleiding van een gids naar toe. We hakken de knoop door en gaan het avontuur van de gele weg aan. Het is ook nog wel een paar honderd kilometer fietsen voordat we in de buurt van die muur zullen zijn. Op zoek naar eten komen we ook vandaag weer uit bij een Chinees fastfood restaurant. Die zijn er hier in deze regio veel meer dan in het westen. Het is nog ongeveer 800 km tot aan Peking. Vandaag heb ik geen foto’s gemaakt en dat zegt genoeg over de beleving van deze dag.

Dag 114:   Zo. 10 September 2017
Urad Qianqi – Baotou 
120 km

We hebben vandaag een lange rit voor de boeg. Het ontbijt hebben we gisterenavond al gekocht en eten we op de kamer op. De fietsen passen met bepakking en al in de lift dus hoeven we die niet apart naar beneden te sjouwen. Voor we het stadje uitfietsen slaan we nog wat eten en drinken in voor onderweg. Net buiten de stad komen we door een vies industriegebied te fietsen. Tegen de berghellingen liggen verlaten mijnen. De weg is hier en daar slecht en kapotgereden, maar het landschap wordt mooier en er is weer van alles te zien waar we van kunnen genieten. Tijdens de ochtendpauze schuiven we bij een winkeltje aan bij 2 mannen die bij een groot chinees schaakbord zitten. Het is een mooi spel maar we begrijpen er niets van. Het is er ook gezellig en het wordt ook steeds drukker en het draait natuurlijk weer op een fotosessie uit. Even na deze stop passeren we in de middle of nowhere een soort van Boeddhistische gedenkteken.  Het ligt er zwaar verwaarloosd bij en overal ligt er geofferde kapotte prullaria. Ik kan maar niet begrijpen dat als je de Boeddha zo hoog acht dat je dan zo slordig met zo’n gedenkteken om kunt gaan. De weg naar Baotou is nog lang en er is weer veel vrachtverkeer dat veelal ladingen steenkool vervoert. Op het wegdek dus weer veel gruis en kooltjes. We zien Baotou al van ver liggen maar het is net of we maar niet dichterbij komen. Maps.ms stuurt ons in de  fietsmode 2 keer een opgebroken weg in dus zet ik de app maar op de automode. Dat gaat beter. We fietsen wel met een boog om de stad naar het centrum en komen dan opnieuw bij een wegomlegging terecht en dan .. pfff loopt mijn achterband zachtjes leeg. De buitenband is aan de zijkant opengescheurd  en slingert heen en weer. Met bijpompen haal ik het hotel en verwissel daar de achterband met de oude nog bewaarde voorband. Omdat de binnenband nog redelijk hard is, dacht ik dat die toch niet lek zou zijn maar die inschatting komt anders uit. Het achterwiel moet er even later dus nog een keer uit om ook de binnenband te verwisselen. Als die nou maar hard blijft. We eten bij een KFC restaurant voor de vierde keer fastfood eten. Dit is wel de laatste keer vinden we allebei.

Dag 115: Ma. 11 September 2017
Baotou – Tumd Youqi 
67 km

Tot 8 uur slapen we uit. We hebben maar een korte route op de planning staan. De achterband is nog hard we kunnen vertrekken. Voor we de grote stad uitfietsen kopen we in een winkeltje zoals gebruikelijk water. Als we de bidons aan het vullen zijn ontstaat er een toeloop van mensen. Ze hangen krom gebogen over de landkaart dus vertellen we maar weer eens waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Ze vinden het allemaal prachtig. Vol bewondering gaan de duimen de lucht in. Wij zwaaien ze toe als we verder fietsen. Het duurt een hele tijd voordat we  de stad uit zijn. Eigenlijk rijden we de hele dag door de bewoonde wereld. De bergen in het noorden lichten door de hete zon oranje op. De hele dag hebben we wel wat te bekijken en daar nemen we dan ook wel de tijd voor. We stoppen bij een groot kassencomplex om die glastuinbouw wat nader te bekijken. We komen langs een winkel die E-scooters en E-driewielers verkoopt.  We hebben er nu al zoveel gezien dat we wel eens willen weten wat die hier dan kosten. Een E-scooter kost 1900 Yuan ( € 243,00) een driewieler 4600 Yuan ( € 587,00). Wytze raakt zo enthousiast over de prijs dat hij met zijn zwager, een ex Philips medewerker een handeltje op wil gaan zetten.  Dan is het onderhand tijd om de 110 te gaan verlaten en over de gele weg te gaan. Met maps.me lukt dat goed. De GPS werkt hier niet omdat hij geen satelliet kan vinden. In Tumd Youqi staan we op de plaats waar het geboekte hotel zou moeten staan maar het is er niet dus vragen we het aan een paar meiden die via het vertaalprogramma op hun mobieltje laten weten dat we op ‘the second intersection to the right’ moeten. Dit wordt nog bevestigd door een man op een E-driewieler die tot de afslag met ons meerijdt. We vinden wel een hotel maar niet die waar we gereserveerd hebben. We vragen het nog een keer aan een man van dat het hotel die de route voor ons uittekent en ons daarna ook nog een groot stuk voorrijdt. Ja , daar is ons Jinjiang Hotel, een keten waar we al wel vaker geslapen hebben. Bij binnenkomst logged mijn telefoon meteen in op de Wifi omdat de code in al die hotels hetzelfde is. Omdat we in de wijk rondom het hotel geen fatsoenlijke eettent kunnen vinden eten we in het restaurant van het hotel. We laten de ‘kippenpoep’ met de gestoomde bladgroente en de nasi goed smaken. Bij de receptie kopen we nog een lekker ijsje en een flesje Tsingtao bier voor op de kamer.

Dag 116:  Di. 12 September 2017
Tumd Youqi – Togtoh 
83 km

Wytze kreeg vannacht om 5 uur een blaffende hoestbui dus zijn we allebei al vroeg wakker. Om 8 uur sta ik toch maar op want van slapen komt toch niets meer. We maken een kopje Nescafé en eten nog een broodje van gisteren.  Met Maps.me en de GPS proberen we de gele weg naar Togtoh te volgen. Als we onderweg bij een winkeltje stoppen voor water en brood worden we in no time weer omringd door een hele hoop nieuwsgierige mensen. De route wordt er wat mij betreft niet mooier op. We rijden steeds verder weg van de bergen. Het landschap wordt door het vlakke en weidse karakter wat mij betreft alsmaar saaier. Wytze daarentegen zegt dit een ‘ideale’ omgeving te vinden!! De witte huisjes veranderen in oranje huizen en er wordt hoofdzakelijk mais verbouwd. Het lijkt soms wel of we door de Kempen rijden. Ik hoop maar dat we straks nog wel iets bijzonders zoals ‘de muur’ zullen vinden anders ga ik waarschijnlijk nog spijt krijgen dat we niet via Hohhot zijn gegaan. Buiten dat we grote hopen met grote brokken steenkool passeren zien we op onze route niets spectaculairs. In Togtoh vinden we met wat moeite het via Ctrip geboekte hotel. Het ligt helemaal buiten de stad. We passeren een langwerpig park waarin een enorme bronzen beeldengroep van Genghis Kahn staat. Voor ons avondeten kunnen we ook in het hotel terecht. We krijgen een plekje in een zijzaaltje waar even later ook een hele horde Chinese toeristen met hun bagage neer zal strijken. Hoewel ik niet het eten krijg wat ik besteld dacht te hebben smaakt het me toch wel goed. Na het eten gaat Wytze nog even een blokje om en ga ik proberen of ik Peet kan bereiken want op mijn E-mail lees ik in een bericht van Loes dat Ad Hoeven overleden is!! Ik lees dat hij overleden is tgv van complicaties na een darmoperatie. Ik krijg Peet wel te pakken maar die zit in de auto en is duidelijk aangeslagen dus videochat ik nog een keer als ze thuis is. Ze vertelt dat er bij Ad darmkanker geconstateerd was en dat hij daar gisteren aan geopereerd is maar dat er bij het aanleggen van een stoma een niet te stoppen bloeding ontstaan is waardoor hij een hartstilstand gekregen heeft. Hij is op de operatietafel overleden. Ook bij Toos van Deursen is veel verdriet na het overlijden van haar schoonzus en Thamila heeft een klaplong opgelopen en die ligt ook nog in het ziekenhuis. Ze heeft het er maar druk mee en is als voorzitter en vriendin heel emotioneel betrokken bij al die vervelende gebeurtenissen. Als ze het maar volhoudt!! Voel me nu toch wel heel ver weg en machteloos. Ik videochat om 23.00 met Faas. Hij zal Peet in de gaten houden. Ik zet vandaag maar niets op Facebook er zijn belangrijkere dingen in het leven dan mijn reis naar Peking.

Dag 117: Wo. 13 September 2017
Togtoh -Horinger
78 km

We hebben een all-inclusive kamer dus staat er ook ontbijt voor ons klaar. Als ik uit de hotelkamer kijk zie ik de grote groep Chinese toeristen die gisteren de rust bij ons avondeten verstoorde al in de bus klimmen. Die hebben het ontbijt dus al op!! Als er nog maar iets over is. Nou, … niet genoeg dus! De meeste bakken zijn al leeg en de frites (ja ja) zijn al koud. Gelukkig bakken ze op mijn verzoek nog 2 eitjes voor me. We zetten de route uit met Maps.me die we vandaag wel met de GPS kunnen volgen. Het is helaas weer een saaie rit. Ergens iets gaan drinken wordt steeds vaker het hoogtepunt van de dag, zeker als er dan voor ons weer een heleboel belangstelling is. Onze middagpauze met brood en water brengen we door op een trapje bij een leegstaand gebouw waar  continu zwaar vrachtverkeer voorbij komt. Er valt weinig te genieten en het overlijden van Ad speelt de hele dag maar door mijn hoofd. Ook Wytze is lijkt me niet in zijn normale doen. Vanmorgen zat hij weer in diep gepeins verzonken op de rand van zijn bed. Ik vroeg hem daarom of er iets niet goed was waarop hij antwoordde dat dit zijn manier van ontspannen was. Ik vergat toen te vragen waarom hij voelde dat er een noodzaak voor die ontspanningsoefening was. De hele dag heeft hij achter mij aangefietst en dat is niet normaal want in zijn goede doen wil hij niets liever dan op kop fietsen. De route die we vandaag fietsen vindt hij een van de slechtste tot nu toe terwijl hij die van gisteren, die qua landschap en zwaarte eigenlijk niets verschilt, de meest ideale route vond. Kortom, ik blijf me verbazen en heb geen idee van wat er speelt. In Horinger vinden we weer een hotel en gaan we in het centrum op zoek naar een eettentje. Het is weer een heel gedoe voor we iets naar onze zin kunnen vinden en onder het lopen krijg ik steeds vaker en sneller last van mijn enkel. Bij thuiskomst zal ik daar toch maar eens door een orthopeed naar moeten laten kijken. We komen uiteindelijk terecht bij een klein restaurantje met een vitrine waaruit we de ingrediënten mogen kiezen die we klaar gemaakt willen hebben. Een methode die we in Nederland kennen van de wokrestaurants. Als de spullen klaar zijn krijgen we ze in een pan opgediend. Smaakt prima! Na het eten wil Wytze weer door het stadje gaan lopen maar ik kan met mijn pijnlijke  enkel zijn tempo niet meer bijbenen en wil terug naar het hotel. Wytze wil om kwart voor 10 toch nog even de stad in om een ijsje te gaan kopen. Om Wytzes gevoel ‘het derde wiel’ te zijn niet aan te wakkeren ga ik toch maar met hem mee. Helaas is de winkel al dicht en zullen we het zonder ijsje moeten doen vandaag. Wytze wil nog wel verder zoeken maar daar pas ik vanwege mijn enkel voor.  We gaan terug naar het hotel en ga Peet bellen om te horen hoe het gisterenavond bij Keskenaote  gegaan is bij de bijeenkomst vanwege het overlijden van Ad. Het is blijkbaar een bijzondere, emotionele en nuttige bijeenkomst geweest. Daarna ook nog een bericht gestuurd naar Sheng Ding in Peking met de vraag of ze ons daar zou willen rondleiden en of ze nog goede tips voor ons heeft. Zullen we morgen iets van de ‘Muur’ gaan zien? Spannend! Ik ben benieuwd.

Dag 118:  Do. 14 September 2017
Horinger – Shahukou 
76 km

Vandaag gaan we proberen om over een dun rood weggetje vanuit Horinger langs de Ham Dynasty Tombs Murial en restanten van de Great Wall te fietsen. Via een klim fietsen we het stadje uit. We passeren in een dorpje een groepje met wat oudere mensen die staan de kijken bij een machine die wol aan het kaarden is. We kijken even mee en hebben dan natuurlijk weer volop belangstelling. Daarna fietsen we verder de bergen in die typische steile diepe kloven en spelonken hebben. Prachtig! Eindelijk zijn weer in een landschap, waarvoor we regelmatig afstappen om foto’s te maken. Plotseling  pfff loopt mijn achterband leeg. Het lek zit bij de aanhechting van het ventiel en kan dus niet gerepareerd worden. Het achterwiel moet er dus weer uit en er moet een nieuwe binnenband in. Het gaat vlot maar we zijn  er toch gauw weer een half uurtje mee bezig. Het is de hele dag al bewolkt en natuurlijk gaat het juist nu ook regenen. Jammer! Het is wel lekker fietsweer maar met wat meer zon maakt het landschap meteen wel veel mooier. In een bushalte tegen over een winkeltje eten we onze lunch op. Zoals gebruikelijk cakebrood met cola. Op de hellingen zien we  veel herders met geiten en er wordt ook nog veel handmatige landarbeid verricht. Hier en daar zien we dat er zelfs weer wat hennep verbouwd wordt. Als we in Xindianzi aankomen moeten we de Tombs Murial ergens gepasseerd zijn zonder dat we ze gezien hebben. Het begint nu ook steeds harder te regenen en de regenjassen moeten aan. Borden langs de weg geven aan dat we Inner Mongolien verlaten en Xangi binnenfietsen en …. dat er een toeristische attractie op komst is. We fietsen een hoekje om en jaaaa daar is ie dan De Muur!!! We hebben ‘m gevonden!! De Muur is hier tevens de toegangspoort voor het dorpje Shahukou. Binnen de Muur ligt een grote parkeerplaats voor een museum. Vanwege het weer gaan we eerst maar eens bij het museum binnen. Helaas is alle informatie in het Chinees en dus lopen we vrij snel langs de archeologische vondsten die er tentoongesteld zijn. Dan op naar de Muur. Als we eenmaal op de muur staan is het met de euforie vrij snel gedaan. De Muur is hier duidelijk helemaal opnieuw gebouwd. Waarschijnlijk heeft het zijn glorietijd als toeristische attractie ook al een tijdje achter de rug. Er liggen nog restanten van ledverlichtingsslangen te slingeren en er zijn nauwelijks bezoekers. Op de grote parkeerplaats staan slechts een paar auto’s en de vele winkeltjes zijn veelal gesloten. We hebben het dus gauw gezien. Bij het uitfietsen van het dorp komen we langs een politiestation. Ik vraag daar aan een agent of er misschien een hotel in de buurt is. Blijkt dat we er zowat voor de deur staan. Door een poort rijden we langs een restaurant het terrein op en komen dan bij een hotel aan dat er wat verloren en verwaarloosd bij staat. Er zit ook helemaal niemand achter de balie. Als we het hotel weer uitlopen komt er een meisje aangelopen. Ja hoor er is voor ons nog wel een tweepersoons kamer vrij en die gaat ons 128 Yuan kosten. Na deze informatie loopt ze weg. We hebben geen idee waarom tot ze even later terug komt met een uitgewerkte rekening. Paspoort of verdere informatie heeft ze niet nodig. De kamer ziet er redelijk uit en wij zijn waarschijnlijk de enigste gasten. Als we willen douchen blijkt dat er geen warm water is. Er is wel een restaurant waar we met hulp van een menu met foto’s en zelfs een Engelse beschrijving ons maaltje uit kunnen kiezen. Het wordt rijst met een paddenstoelenmix en een salade. We hebben goed gegeten en ik drink er nog een lekker biertje bij. Als we tegen de serveerster, die ook de receptie van het  hotel doet, zeggen dat er geen warm water op de kamer is reageert ze heel laconiek met Oh ja inderdaad dat klopt ja. Er is geen warm water! Alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.  Terug op de kamer krijg ik van Sheng het bericht dat ze ons in Peking wel rond wil leiden en dat we even door moeten geven wat we graag willen gaan zien. Via email ontvang ik de rouwkaart van Ad. Hij wordt komende maandag in Tilburg gecremeerd. Frans Verouden zal daar Ad’s lied zingen uit de Rock opera Le Moulin Rouge. Nadat ik me nog vlug even koud gedoucht heb videochat ik nog even heel kort met Peet want de verbinding is slecht en Wytze ligt al op 1 oor.

Dag 119: Vrij. 15 September 2017
Shahukou– Zouyun
67 km

We laten het hotel deze morgen al vroeg weer alleen achter. Er is geen ontbijt inbegrepen en we hebben ook niets meer bij ons. Met slechts een kopje Nescafe op fietsen we Shahukou uit. Het eerste winkeltje is pas in het ‘kleine’ Youyu en het is er heel vies. We eten er wat verpakte cakes en drinken er een flesje sinas bij. Het is opnieuw een bewolkte dag met op de weg weer veel vrachtverkeer. We klimmen nog steeds. Het mooiste moment van de dag ligt bij het dorpje Mayinga waar we op een bruin bord lezen dat er een toren te zien zou zijn. Wytze heeft niet zo’n zin in om er naar toe te fietsen maar ik eigenlijk wel. Met het argument dat we maar een korte etappe gepland hebben en we dus tijd genoeg hebben weet ik hem toch om te praten en nemen we de afslag die het bruine bord aangeeft. We komen bij een klein dorpje waar een grote parkeerplaats is aangelegd. Er staat een groot kunstwerk bij maar dat kan de attractie toch niet zijn dus fietsen we nog een stukje verder en komen dan in het dorpje uit waar veel vooral oudere bewoners langs de straat met elkaar aan het buurten zijn. De gesprekken verstommen en we worden door iedereen aangestaard alsof we van Mars komen. We vragen waar de toren staat, maar dan gaan ze alleen maar met meer verbazing naar ons kijken. We wijzen in het rode woordenboekje het woord ‘toren‘ aan. Toren? Er is hier helemaal geen toren, maar wel een oude tempel. En dan wijzen ze allemaal naar de weg die we in moeten. Met het hele dorp achter ons aan fietsen we de aangegeven weg in. Een van de bewoners werpt zich op als woordvoerder en leidt ons even later door het nog in aanbouw zijnde museum. Er staan grote poppen van de boze mannen van Boeddha en in de gevels zijn oude gedenkstenen met Chinese teksten ingemetseld die er heel oud en origineel uit zien maar die we helaas niet kunnen lezen. Het enthousiasme van de dorpsbewoners maakt er een mooie ontmoeting van. In het ‘grote’ Youyu eten we nog een broodje en gaan wede 109 op die we tot Beijing zullen gaan volgen. Het weer is ondertussen aardig opgeklaard en rond 2 uur zijn we al in Zuoyu. We overleggen even over doorfietsen naar Datong of nu al stoppen. We kiezen voor het laatste. We willen namelijk toch wel wat tijd nemen om een bezoek te brengen aan de grotten van Yungang en als we doorfietsen hebben we daar te weinig tijd voor.  Het hotel dat we in Zuoyu uitgekozen hebben blijkt gesloten te zijn. We vragen bij een kraampje met wat jonge mensen of ze een alternatief weten. Ze gaan allemaal aan de slag met hun mobieltjes en dan blijkt dat er een hotel moet zijn bij de afslag naar het stadje. We zijn er dus al een keer langs gereden en moeten nu weer terug. Het is een groot luxe hotel, in een wijk vol met leegstaande flats, dat helaas ook nog heel ver van het centrum af ligt. Na het inkwartieren moeten we dus weer op de fiets terug naar het centrum en op zoek naar een restaurant. Na opnieuw het hele centrum doorgefietst te zijn vinden we er uiteindelijk een waar we uit een vitrine kunnen kiezen wat we willen eten. Smaakt goed!

Dag 120: Za. 16 September 2017 
Zouyun – Datong
72 km

Als we Zouyun uit zijn fietsen we langs veel oude kleine dorpjes die we af en toe in fietsen om wat foto’s te maken. Op de kruispunten van de 109 is het in de dorpjes heel druk en staan de oudere mensen druk met elkaar te buurten. Als we passeren vallen de gesprekken stil een krijgen wij met hun verbaasde blikken alle aandacht. Het landschap is prachtig. Op een gegeven moment denken we in een dorpje nog restanten van de Muur te zien en gaan we de ruïnes van dichterbij bekijken. We ontmoeten een man met een juk, die met een man en een vrouw staat te buurten, die zaden aan het drogen zijn en proberen bij hen de oorspronkelijke functie van de ruïnes te achterhalen. Wytze maakt een tekening van de Muur met kantelen waarop ze bevestigend antwoorden. Toch denken we dat het geen restant van De Grote Muur is maar van een oude stadsmuur. Het blijft toch een mooi ruïne die mocht hij in Nederland liggen waarschijnlijk toch wel beter onderhouden zou worden. Veel dorpjes die we later nog passeren zijn leeg of voor het grootste gedeelte gesloopt. Op een berghelling zien we al van ver een groot tempelcomplex liggen waar ik wel even wil gaan kijken. Wytze vindt het vaak lastig om te stoppen en even wat te gaan bekijken en wil dat nu ook niet! Rare is dat als ik mijn zin dan toch doordrijf hij achteraf meestal heel blij is dat we even zijn gaan kijken. Bij deze tempel hoef ik mijn zin niet door te drijven omdat het gesloten is. Even later passeren we een hek dat voor een bergwand geplaatst is en waarachter kleine grotten zichtbaar zijn. Ik stuur mijn fiets meteen naar een opening in het hek en stal mijn fiets bij een hutje waarin een bewaker ligt te slapen. In de bergwand zijn kleine grotten gemaakt met daarin Boeddha beeldjes en offergaven zoals fruit en prullaria. Mooie monumentjes maar schandelijk slecht onderhouden en allemaal onder een dikke laag stof. Met een omweg  komen we  in Yungang aan waar we eerst een toeristisch mijnwerkersdorp in fietsen. Dat blijkt de verkeerde afslag dus moeten we even terug. Uiteindelijk komen we dan aan op de parkeerplaats bij de Yungang Grottoes, waar het aantal souvenirkraampjes al aangeeft dat het hier om een grote attractie gaat. Eenmaal binnen overtreft het al onze verwachtingen. Prachtig!! Via een in een grote vijver gelegen tempel komen we in een wandelpark terecht waarin ons een wandelroute naar een steile  bergwand brengt. In de bergwand zijn enorme grotten uitgehouwen waarin grote Boeddhabeelden staan . Sommige grotten hebben een speciale tempelachtige ingang. Voorbij de ingang mag er binnen helaas niet gefotografeerd worden. De beelden in deze grotten zijn kolossaal en kleurrijk.De schoonheid en de verrassing overdonderd ons.  We nemen er alle tijd voor. Op een picknick tafel voor het grootste Boeddhabeeld  eten we onze wat verlate lunch en zoeken we wat verkoeling met een fris colaatje. Na dit hoogtepunt van onze reis fietsen we door naar Datong waar volgens Maps.me een Jinjiang hotel zou moeten zijn. We kunnen het niet vinden en melden ons dan maar bij een hotel in de buurt. Ze willen ons daar op basis van ons paspoort eigenlijk niet hebben. Volgens de bedrijfsleider mogen ze alleen gasten hebben die een geldige ID-kaart kunnen laten zien. Wytze reageert daarop heel snel door zijn ID-kaart op de balie te leggen. Ja , wonder boven wonder die wordt wel geaccepteerd als een geldig identificatiemiddel. Ik ga die van mij vlug uit de portefeuille halen die onderin mijn achtertas zit. De logica ontgaat ons maar het zal ons een zorg zijn want we mogen blijven. Op de kamer werkt de Wifi helaas niet dus loop ik even naar beneden om bij de balie de inlogcode op te vragen. Een code kunnen ze me niet geven, maar wel een andere kamer!! Hoewel Wytze al onder de douche staat in de oude kamer verhuis ik ondertussen al wat spullen naar de nieuwe kamer. We gaan om de hoek eten bij een restaurant dat door 2 meiden gerund wordt. Toen we passeerden zagen ze wel dat we hongerig waren en nodigde ze ons uit om bij hen te komen eten. Ze maken voor ons rijst met ei en tomaat, verse rouwe groente met sojavlees en paddenstoelen. Als service van de zaak krijgen we nog een schoteltje met zoete iets behaarde peultjes. We hebben heerlijk gegeten. Terug op de kamer plaats ik op de Memori-site van Ad nog een foto van hem en mij als resp. Brighella en Truffaldino.

Dag 121: Zo. 17 September 2017
Datong – Yangyuan 
96 km

Ons ontbijt hebben we gisterenavond al in een buurtwinkeltje gekocht. We starten de dag dus op de kamer met koffie en een fruitbread. Nog even pinnen en dan gaan we opzoek naar een oude wijk van Datong waar we nog een oude tempel zouden moeten kunnen vinden. De oude wijk is helemaal omgeven door een hoge stadsmuur. Via een poort in de muur komen we waar we willen zijn. Langs de weg naar de oude tempel staan kleine monumentale huisjes die opgetrokken zijn uit donkergrijze bakstenen. Tegenover de tempel wordt op een plein weer flink gedanst. Daarna gaan we naar de tempel waar we op vertoon van onze ID-kaarten vanwege onze leeftijd gratis in mogen. Het bezoek aan de mooie tempel levert ons niets verrassends op dus is ons verblijf maar kort van duur. Voor we Datong definitief uit fietsen willen we ook nog een bezoek brengen aan een standbeeld van Mao dat in een park langs onze route naar de 109 zou moeten staan. We moeten er nog wel naar vragen maar vinden het daarna wel. De grote kleine leider staat er maar wat verwaarloosd bij. Er ligt nog wel een bosje plastic bloemen aan zijn voeten maar er groeit ook al wel heel veel onkruid rond zijn sokkel. Met veel moeite komen we daarna uiteindelijk op de 109 uit. De GPS stuurt ons namelijk over niet meer bestaande wegen door een groot uitbreidingsplan van Datong waardoor we een beetje op het gevoel de goede kant op hopen te fietsen. Door in-en uit- te zoomen op de GPS kan ik dat wel een beetje in de gaten houden maar Wytze gunt me er de tijd niet voor en fietst maar door. Mijn aanwijzingen van de GPS om op een kruising rechtsaf te gaan gelooft hij niet en dus vraagt hij het liever bij een benzinestation. Uit de aanwijzingen van de man begrijpt hij dat we pas bij de volgende kruising rechtsaf moeten. Hoewel ik dat niet geloof fiets ik dan toch maar achter hem aan tot we inderdaad blijkt dat we op een doodlopende weg aan het fietsen zijn. Al klunend en over ’n vangrail klimmend kunnen we toch nog terug komen op de weg die mijn GPS eerder aangegeven heeft. Het blijft me frustreren dat Wytze mijn aanwijzingen maar niet serieus kan nemen. Ook vandaag fietsen we weer langs mooie oude dorpjes door een mooi landschap. Langs de weg ook wel weer veel goed onderhouden bermperken met wilgjes en heesters die overal met pompen en slangen voorzien worden van voldoende water. Om half 5 zijn we in Yangyuan waar het eerste hotel dat we aandoen ons niet wil hebben, het tweede en derde wegens een verbouwing dicht zijn  en we uiteindelijk terecht kunnen in het vierde. Maar ook daar loopt niet alles vanwege wat communicatieproblemen niet helemaal vlekkeloos. Er ontstaat een misverstand waardoor we op een gegeven moment twee deurpasjes krijgen voor 2 kamers. Het duurt even voor we dat we dat weer rechtgezet hebben. Eten doen we ’s avonds bij een fastfood Chinees met frites, rijst met vlees en een kipburger. Op de weg terug naar het hotel scoren we nog een ijsje en een lekker blikje bier.

Dag 122: Ma. 18 September 2017
Yangyuan – Xiheying
92 km

Ik ben al vroeg wakker. Eerste keer om 03.00 uur om te gaan plassen en dan om 05.00 uur omdat er langs het hotel al op de bouw gewerkt wordt. Om kwart voor 8 sta ik dan maar op en ben dan opvallend eerder uit bed als Wytze die er wat moeite mee heeft en toegeeft dat hij wat vermoeid begint te raken. Ik zeg dat ik me steeds sterker ga voelen en vraag me af of de vermoeidheid van Wytze niet aan het gebruik van de slaappillen kan liggen. Dat vindt Wytze een beter excuus en hij neemt dat dan ook onmiddellijk over. We reserveren via Booking.com een hotel in Beijing. Van 21 tot 26 Sept. zullen we in Beijing verblijven in het Beijing 161 Beihai Courtyard Hotel. De 5 nachten kosten ons CNY 1480,50 wat neerkomt op ca.€ 39,00 per dag. Dan is het tijd om op de fiets te stappen. In Yangyuan lopen de wegen echter niet meer zoals mijn GPS aangeeft. Er zit niets anders op dan er uit te rijden via de weg zoals we er ook ingekomen zijn. Het is maandag dus is het wasdag en dat kunnen we merken aan het aantal vrachtwagens dat er bij de geïmproviseerde wasserettes langs de 109 gewassen wordt. De wasserettes bestaan uit een hutje met daar langs een grote bak met water en een hogedrukspuit. Onder het personeel zijn er opvallend veel vrouwen. Het landschap is mooi waar grillige zandbergen zich aftekenen. De zon staat de hele dag fel te schijnen dus het is heet. Na de afslag naar het zuiden is er veel minder verkeer op de weg maar krijgen we wel te maken met een stevige zijwind. We passeren een kunstwerk van een christelijk figuur waarvan het hoofd in een doek gewikkeld is. Het moet waarschijnlijk nog onthuld worden. Iets verder staat er boven op een bergtop een van leem opgebouwde rand die wel wat wegheeft van de toren van Babylon. Hoewel we de bergtop later in het hotel ook op een foto afgebeeld zien blijft het voor ons onduidelijk wat het nou precies is. We hebben voor vandaag geen hotel gereserveerd en als we bij de afslag naar 207 zijn fietsen we op goed geluk het stadje Xiheying in. De entree van dit stadje is de smerigste die we tot nu toe gehad hebben en het lijkt er dan ook niet op dat we hier een hotel zullen vinden. Het is echt bar en boos overal ligt er afval van etensresten te rotten en kinderen poepen en plassen gewoon langs de weg. Het stinkt er verschrikkelijk maar…. we vinden er toch een hotel. Paspoorten of ander legitimatie zijn hier niet nodig om een kamer te mogen huren dus waarschijnlijk wonen we hier illegaal. Als we net op de kamer zijn barst er een kort maar hevig onweer los. De mensen haasten zich naar binnen en buiten waait er allerlei rommel door de lucht. Geschrokken van de viezigheid om ons heen durven we niet bij een lokaal eettentje te gaan eten maar kiezen we voor een iets netter ogende Chinese fastfood tent. Het eten valt echter tegen en is ook te weinig om onze honger te stillen dus kopen we later op de avond nog wat cakebroodjes en een fles bier en natuurlijk een ijsje. Met ons ijsje wandelend door de vuilnis blijven we ons verbazen dat mensen op deze manier willen wonen. Bah !! Vandaag plaats ik geen foto met verslag op Facebook omdat Ad vandaag om 14.00 uur Nl-tijd gecremeerd wordt. Het is hier dan 20.00 uur dus Peet zal voor mij wel te laat thuis zijn om te vertellen hoe het gegaan is. Ik stuur haar dus maar een App zodat ze later kan reageren. Of we morgen wel contact kunnen hebben is maar de vraag want op de kaart hebben we nog geen hotel op een bereikbare afstand kunnen vinden.

Dag 123:  Di. 19 September 2017
Xiheying – Zhengiatai
117 km

De dag begint met het plakken van mijn vijfde lekke band! Als ik mijn fiets uit de opslagruimte van het hotel haal staat mijn voorband leeg. Er zitten een paar staaldraadjes in die waarschijnlijk van kapotte vrachtwagenbanden afkomstig zijn. Met een teiltje water dat ik van uit de keuken aangereikt krijg is het lek snel opgespoord. Plakkertje er op en met een half uur vertraging kunnen we vertrekken. De rommel waar we ons gisteren zo aan stoorden is ’s nachts toch enigszins opgeruimd maar wordt na de opbouw van de marktkramen weer net zo snel aangevuld.  Het stinkt dus nog steeds in het stadje. Ik koop nog wat te eten en te drinken voor de lunch. Ons ontbijt hebben we al op de kamer opgegeten. Via de smerige toegangsweg naar het stadje verlaten we dat vandaag ook weer en trappen verder over de 109. We moeten meteen klimmen en Wytze blijft meteen opvallend een heel eind achter. Ik laat me wat terug zakken zodat we weer samen naar boven klimmen maar even later lost hij opnieuw. Dan heeft hij waarschijnlijk ergens een knop omgezet en passeert hij me zonder iets te zeggen. Is hij niet fit of speelt er weer iets anders? Ik kan er geen hoogte van krijgen. We passeren een kameel en even later fietsen we onder 4 mannen door die hoog boven ons over de draden van een hoogspanningsmast lopen. Ik stop om foto’s te maken.  Wytze niet. Hij vindt het niet interessant genoeg en roept met enige irritatie dat dit toch niets bijzonders  is en dat je dat op zoveel plaatsen op de wereld kunt zien. Nou ik heb dit nog nooit ergens gezien. Het landschap is zoals de voorbije dagen weer mooi met veel steile zandkloven. Als de 109 meer naar het zuiden buigt gaan we ook meer de bergen in. Na zo’n 60 km fietsen we een dorpje binnen en vraag ik aan een bouwvakker of er misschien een hotel is. Oh ja hoor, zegt hij, er zijn er hier wel twee. Loop maar mee dan breng ik jullie. Wytze vindt het waarschijnlijk nog te vroeg om te stoppen en zegt dat ik het hotel maar moet gaan keuren. Ik ga dus naar binnen en kom de eigenaresse tegen die ons wel een kamer wil verhuren. Ik loop met haar mee naar de kamer wat een kamertje blijkt te zijn waar wel 6 bedden op staan. Op de niet opgemaakte bedden liggen wat vieze dekentjes. We mogen er zo in, zegt ze. Maar waar kunnen we ons dan wassen, vraag ik, alsof dat mijn keuze nog zal beïnvloeden.  Ze loopt naar buiten en wijst me een emmer aan en een pomp. Ik bedank toch maar voor het aanbod. Naar het tweede ‘hotel’ dat er in het dorpje moet zijn gaan we maar niet meer op zoek. We fietsen verder en moeten een flinke klim op. Halverwege de klim verandert het wegdek van asfalt in grote stenen. Ook de vrachtwagens hebben moeite om boven te komen. Eentje stopt er zelfs omdat de chauffeur met mij op de foto wil. Op mijn GPS zie ik dat er ons na de afdaling nog een pittige klimstaat te wachten en ik stel daarom voor om daar niet meer aan te beginnen maar  daarvoor al naar een slaapplek te gaan zoeken. We proberen het bij een gebouw dat op een hotel lijkt maar daar worden we weggestuurd. Er lijkt niets anders op te zitten dan te gaan kamperen. We fietsen daarom even terug naar het dorp waar we een winkeltje gezien hebben. Aan de kruidenier vragen we of hij in de buurt nog een hotel weet. Oh jawel zegt de man kom maar mee. Achter zijn winkel is namelijk een pension. Er is zelfs een douche bij en het ziet er best goed uit dus we zijn weer gered. Als we onze spullen naar binnen willen brengen komt de eigenaar van het pension ons vertellen dat het niet doorgaat omdat de kamer al verhuurd is. Hij verwijst ons naar een ander adres iets verder terug. De man die over dat pension gaat verstaan we echter niet maar we mogen wel even naar de kamer gaan kijken. Het betreft nu een hok met 2 bedden er in en er is helaas geen water op de kamer. Als we ons willen wassen dan kan dat bij een kraantje voor aan de straat waar hij net zijn aardappelen aan het wassen is. We bedanken de man voor het aanbod want dan gaan we toch nog liever in ons tentje slapen.  Mijn idee is om te vragen waar we in het dorp ons tentje ergens neer zouden mogen zetten maar daar voelt Wytze blijkbaar niets voor want hij fietst het dorp al uit en begint al aan de klim. Ik zie nog wel wat mogelijkheden maar Wytze denkt zoals gewoonlijk dat er nog wel een betere plek zal komen. Ik raak daar na een tijdje weer behoorlijk geïrriteerd van en rijdt ‘m voorbij. Voor mij is het wel duidelijk dat we tijdens de klim geen kampeerplek meer zullen vinden en hoen hoger we komen hoe kouder het zal zijn. We zullen pas kunnen kamperen als we over de top zijn en weer een heel stuk gedaald zijn. Doortrappen dus want de zon staat al behoorlijk laag. Die laagstaande zon geeft nu echter wel een betoverende oranje gloed aan het berglandschap. Het wordt zelfs een van onze mooiste routes van de hele reis. Veel planten en bomen zijn al getooid met rode herfstbladeren en de weg kronkelt van de ene bergflank naar de andere. Prachtig!! Als we boven aankomen is het al 18.00 uur geweest en fietsen we volgens een bord Beijing Regio in. In de afdaling is het al flink koud. We passeren een natuurpark waar een Turist Office is. De eerste reactie op onze vraag of we er mogen blijven slapen is positief maar als er meer mensen bij betrokken raken mag het ineens toch weer niet. Jammer het is een mooi plekje. We worden doorverwezen naar een dorpje dat zo’n 7 km verderop ligt en waar een  Farm Hotel zou zijn. Het is al flink donker als we verder naar het dorpje afdalen. In het dorp vraag ik aan een flink naar alcohol ruikende man of er een hotel is in het dorp. Hij knikt en gaat bellen. Hij wijst in de richting van de afdaling, steekt 5 vingers op en zegt iets dat klinkt als ‘holiday’. We vragen nog of hij 5 km bedoelt maar hij blijft maar ‘holiday’ herhalen. Wytze is alweer vertrokken als ik nog met de man aan het praten ben. Ik fiets vlug achter hem aan en vraag waar hij naar toe fietst. Wytze heeft begrepen dat we nog 5 km door moeten fietsen en ik weet het niet en zeg dat ik nog bezig was om daar duidelijkheid over te krijgen maar het nu nog niet weet omdat ik toen ook maar bij die man weggefietst ben. Wytze twijfelt nu ook of hij het wel goed begrepen heeft en we fietsen daarom maar weer terug. Bij een winkel vragen we nog maar eens een keer of ze een hotel weten. De vrouw praat honderduit maar we begrijpen elkaar niet. Als we buiten komen zien we daar ineens de man weer lopen die ons eerder de weg wees. Hij blijft maar herhalen 5 holiday en geeft nu duidelijk aan dat we de weg maar moeten blijven volgen. In het rode boekje wijzen we het Chinese woord voor kilometer aan. De man knikt bevestigend en zegt ‘holiday’. We wagen het er maar op en fietsen in het pikkedonker verder naar beneden. En inderdaad na zo’n 5 km komen we in een dorpje aan. Tegen de wandelende mensen gebaren we dat we willen slapen en telkens reageren ze met ’verder doorrijden’. Een man loopt met ons mee naar een afslag en wijst de straat in en dan ….. ongelooflijk treffen we daar een vrouw die ons daar opstaat te wachten. Zij is dus door de naar alcohol ruikende man gebeld en brengt ons naar haar pension een eindje verder in de straat. Vol trots laat ze ons haar pensionkamer zien. Sober maar toch altijd beter dan nu nog in het donker een tentje op te moeten zetten. Voor CYN 150,00 ( ca. € 20,00) mogen we blijven. Ze vragen nog wel of we nog willen eten maar daar zien we na onze loop door de keuken toch maar van af. We hebben nog noedels, erwtjes en brood dus onze eerste honger moeten we kunnen stillen. De douche die de man  eerder trots kwam demonstreren stelt niet veel voor maar we kunnen ons dan toch een beetje afspoelen. De afvoer van de wastafel ontbreekt dus moet je er  bij het gebruik op letten dat je je voeten er niet onder hebt staan. Ik bel nog even met Peet om even bij te praten over de begrafenis van Ad. Morgen bel ik naar Reinou want die is dan jarig en wordt 29 en hebben we onze voorlaatste fietsdag!!

Dag 124: Wo. 20 September 2017
Zhengiatai – Mentougou
98 km

Ik heb niet goed geslapen. Ben vaak wakker geweest en om 5 uur begonnen er al weer mensen in de buurt met hun dagelijkse bezigheden. Er was zelfs om 6 uur al geknal van vuurwerk. Als ontbijt eten we op de kamer onze cakebroodjes op en drinken we een kop Nescafe. Als we willen gaan vertrekken komt de gastvrouw ons uitnodigen voor het ontbijt. Dat is blijkbaar inclusief. Oma maakt ook al eetgebaren naar ons maar omdat we al gegeten hebben bedanken we er toch maar voor. Hopelijk hebben ze er niet al te veel moeite in gestoken. Ik wil mijn wat slappe achterband nog wat bijpompen en zie dan dat er scheurtjes in de zijwand van de band zitten. Geen wonder dat ik gisteren tijdens het afdalen voelde dat mijn achterwiel wat wiebelde. Ik durf de band niet harder op te pompen omdat ik bang ben dat de binnenband er dan uit zal puilen. Ik heb ook geen reserve binnenband meer dus de kapotte zal ik vanavond eerst maar eens gaan repareren. Net buiten het dorp passeren we een boomgaard vol met oranje afrikaantjes. Mooi plaatje! Van enkele aardige dames krijgen we een paar smakelijke koekjes. Het blijken later mooncakes te zijn die alleen in September en Oktober gegeten worden wat weer te maken heeft met de midherfstfestivals. De omgeving is weer prachtig. De hele dag rijden we weer door de bergen. Als ik in een dorpje een stenen picknicktafel zie stel ik voor om er even wat te gaan drinken. Hoewel Wytze duidelijk geen trek heeft in een stop fiets ik er toch naar toe en drink er een colaatje en ook nog een broodje. Wytze zegt niets, eet niets en het is wel duidelijk dat hij door wil. Er zit ‘m weer iets dwars maar ik kan er niet achter komen wat dat dan is. Als we verder fietsen blijft hij ver achter mij aan fietsen en komt pas na een paar dorpjes weer voorop fietsen. Hoewel er van alles te zien is geeft hij zich geen tijd meer om er van te genieten en foto’s te maken. Er lopen veel spoorlijnen in tunnels dwars door de bergen heen. Wytze fietst gewoon door, maar ik vind het prachtig en neem er alle tijd voor. Even buiten een dorp, als we de winkeltjes voor bij zijn,  is hij gestopt en stelt hij voor om even een ‘happie’ te eten. Omdat ik geen drinken meer heb en op m’n GPS zie dat we over 2 km weer in een dorpje zullen zijn, zeg ik dat we beter nog een stukje door kunnen fietsen en doe dat dan ook meteen. Wytze volgt wel maar laat wel heel bewust een groot vallen. Als ik vlak voor het dorpje bij een oude hangbrug over de rivier  kom stop ik even om te gaan kijken en foto’s te maken. Wytze stopt even later ook maar komt niet naar de brug  maar blijft bij zijn fiets staan. Als ik weer terug loop naar mijn fiets en verder wil fietsen gaat hij met zijn brood en blikje drinken toch naar de rivier om daar te gaan lunchen. Ik begrijp niet waarom hij niet even kan wachten tot we in het dorpje zijn zodat ik ook wat te drinken kan kopen. Het kan niet ver meer zijn want we zijn zojuist verkeersborden gepasseerd waarop de verkrijgbaarheid van koffie aangekondigd werd en die moet hij toch ook gezien hebben. Ik heb er nu genoeg van en zeg dat ik toch door rij naar het dorp om wat te drinken en te eten te kopen en fiets zonder te wachten aan. Om de hoek kom ik al in het dorpje en parkeer ik mijn fiets dichtbij de weg zodat Wytze kan zien waar ik gestopt ben. In het winkeltje koop ik een flesje cola, fruit brood en 2 bananen. Als ik aan het afrekenen ben komt Wytze ook binnen. Hij zegt niets  maar koopt toch ook nog wat etenswaar. Langs de winkel is een bushalte met een bankje dus loop ik daar naar toe. Maar dat vindt Wytze natuurlijk geen goede plek. Hij wil aan de overkant op een pleintje gaan zitten en fietst er meteen naar toe. Het pleintje ligt echter flink wat hoger dan de weg dus kun je er zonder de fiets op te tillen niet komen. Ik laat mijn fiets bij de bushalte staan en wil naar de overkant lopen maar dan komt Wytze weer terug gefietst en gaat stilzwijgend toch maar op het bankje van de bushalte zitten. De stilte wordt enigszins doorbroken door belangstellende dorpsbewoners maar die druipen snel af als wij wat ongemakkelijk op ze reageren. In stilte eten we de lunch op. Het grauw-grijze hoofd van Wytze geeft aan dat er een grote irritatie is maar ik durf ‘m toch niet te vragen wat er al een hele tijd zo dwars zit. Als we verder fietsen dwing ik hem een beetje de kop op maar hij gaat dan zo langzaam fietsen dat ik hem toch maar voorbij fiets. Hij laat dan weer een heel groot gat vallen. Op een parkeerplaats stop ik om een foto te maken. Er is daar ook een grote groep fietsers bezig om een groepsfoto te maken. Ze willen dat ik ook op de groepsfoto kom te staan en dus meng ik me in de groep. Op het moment dat Wytze er ook aankomt hebben we veel lol en wordt er geroepen dat hij ook op de foto moet, maar hij keurt ons geen blik waardig en doet dan net of hij weer doorfietst. Hoewel de groep nog van alles van me wil weten moet ik ze overhaast verlaten om achter Wytze aan te gaan. We trappen nu goed door en mede door de mooie omgeving lijkt het dat het ijs een beetje gedooid is. Op Maps.me kijk ik nog even naar de route en dan blijkt dat we nog een heel eind te gaan hebben. Als we bij een splitsing twijfelen worden we ingehaald door een van fietsers van de fotogroep. Hij vraagt waar we naar toe willen en biedt aan om met ons mee te fietsen. Vanaf de afslag is het dan nog 10 km naar Mentougou. In een hoog tempo fietsen we ernaar toe. Op maps.me zien we dat er een super 8 hotel is en de man fietst ons voor. Terwijl wij bij de receptie een kamer proberen te huren past hij buiten op de fietsen. Helaas we mogen er weer eens niet in. Hij belt een ander hotel en brengt ons er even later naar toe. Helaas dit hotel is ‘vol’ . Hij gaat weer bellen maar ook het derde hotel zit ‘vol’. Ik vraag aan een man op straat of hij nog een hotel weet. De communicatie loopt nu even met onze ‘gids’ en die gaat opnieuw bellen. Het lijkt er op dat we beet hebben. We moeten weer helemaal terug naar het begin van de stad en hij levert ons af bij het luxe Dragon Spring Hotel. Daar mogen we voor 800CNY (€102,00), inclusief borg, wel blijven.  Hoeveel de kamer precies kost weten we eigenlijk niet maar gelukkig gaat Wytze toch akkoord om er te blijven. We bedanken de Chinese fietser die wel een paar uur bezig is geweest om ons aan onderdak te helpen en overigens geen woord Engels sprak, voor zijn hulp. Wat een gastvrijheid. Onze kamer ligt aan het einde van een doolhof aan gangen. Onze fietsen mogen we op de kamer stallen. Hoewel we nog maar 1 etappe te gaan hebben repareer ik er eerst maar een binnenband zodat ik toch weer een reserveband heb. In de buurt eten we maar weer eens rijst met ei/tomaat en wat rauwkost. Op de terugweg passeren we een luidruchtige horeca met life zanger waar je echt niet lang bij stil wil staan en kopen nog een ijsje en biertje om de avond door te komen. Om kwart voor 11 bel ik met Reinou om haar te feliciteren met haar 29ste! Morgen wacht ons het laatste stukje van ongeveer 30/40 km en dan zijn we op het Plein van de Hemelse Vrede. Spannend!!

Dag 125:  Do. 21 September 2017
Mentougou – Peking
40 km

De tweede fles bier heb ik gisteravond waarschijnlijk toch iets te snel achterover gegoten want om half twee moet ik er uit om wat paracetamols te slikken. Daarna val ik gelukkig wel weer snel in slaap maar om 6 uur word ik weer met hoofdpijn wakkeren neem ik nog maar eens 2 tabletjes. Met een uitgebreid ontbijt beginnen we aan onze laatste fietsdag. Er zijn gebakken eieren en brood met jam en zelfs koffie. Het smaakt me prima. Ik mis eigenlijk alleen de boter nog. Op de kruising bij het hotel moeten we linksaf om weer op de 109 uit te komen. Onder het viaduct wordt al druk gedanst. Omdat we met de fiets soms niet op kruispunten mogen oversteken hebben we in het begin nog wat moeite om de 109 te volgen maar dan komen we er met de GPS toch wel weer uit. Ook valt het met de drukte wel mee omdat we als fietser op een fietsstrook rijden. Hoewel we vrij snel in stadse bebouwing komen te fietsen hebben we er geen idee van wanneer we Peking binnenfietsen. We hebben na 25 km, als we stoppen voor een drankje, nog geen plaatsnaambord gezien. Wytze is meteen van de kaart als hij bij de kassa hoort hoe duur de drankjes in Peking zijn. Ook de kosten van het hotel van afgelopen nacht ca. €80,00 zit ‘m nog steeds niet lekker. Als we op maps.me kijken zien we dat we al op de kruising zijn waar we rechtsaf moeten om op de 108 uit te komen. We zitten dus al in de buurt van het centrum en dat valt ons een beetje tegen. Peking is tot dusver geen stad met de allure of uitstraling van een oude Europese hoofdstad. Geen mooie oude of indrukwekkende gebouwen maar wel heel brede wegen. Via de 108 fietsen we over een hele brede met veel smog gevulde weg naar het Plein van de Hemelse Vrede. We zijn er! Maar de euforie is er eigenlijk nog niet. Ik mis nu toch wel het ontvangst van Peet en de kinderen. Zeker als Wytze zich hardop afvraagt of dit het nou is? Het is een groot leeg plein met er tegenover een hele grote tribune waar de zitplaatsen zijn van de hoge heren als er een defilé afgenomen wordt. We willen met de fiets op het plein rijden maar dat wordt helaas niet toegestaan. Als we bij een agent onze teleurstelling laten blijken mogen we een stukje verder maar dan houdt het toch echt wel op en wordt ons de doorgang onverbiddelijk geweigerd. Gelukkig wil een passerende toerist ons er wel nog even op de foto zetten. We fietsen terug naar het hek bij de tribune waar achter de ingang is van De Verboden Stad en waaraan de muur een grote foto van Mao ons toekijkt. Eigenlijk mogen we er niet stoppen maar we doen natuurlijk net of we de aanwijzingen niet begrijpen en weten er toch nog een paar foto’s te maken. Daarna gaan we op zoek naar het gereserveerde hotel en dat is toch wel wat verder dan we op de kaart ingeschat hebben. De straten met luxe hotels en grote winkels laten we achter ons en we komen steeds meer in een volkswijk terecht. Het duurt ook even voordat we in de gaten hebben dat ons hotel niet aan de hoofdweg maar in een van de smalle zijstraatjes ligt. Onze eerste indruk van de omgeving is niet best. In de zijstraatjes staan kleine huisjes en er ligt nogal wat rommel. Het hotel valt gelukkig wel mee. We hebben een kleine kamer maar het is er wel netjes en het heeft een gezellige binnenplaats met wat zitjes. Ik Wechat met Sheng dat we gearriveerd zijn en maak met haar een afspraak voor een ontmoeting en etentje voor morgenavond. Wytze gaat ondertussen de wijk in om ergens wat Nescafe te kopen. Mijn hoofdpijn is nu gelukkig eindelijk toch wat weggezakt. Om 7 uur gaan we de wijk in op zoek naar een restaurantje. Vlakbij vinden we een Koreaans restaurant waar we op de foto zien dat ze er onze favoriete voedsel rijst met tomaat/ei verkopen. Het smaakt ons prima. Na het eten verkennen we de buurt en brengen nog een bezoek aan een pagode met een tuin en winkeltje waar ze oude stadskaarten verkopen. Op de terugweg naar het hotel kopen we eten voor het ontbijt en lunch van morgen. Ik durf geen bier meer te kopen want mijn  hoofdpijn zeurt nog steeds. 

Dag 126: Vrij. 22 September 2017
Peking

Naar het plein van de Hemelse Vrede en De Verboden Stad

Rond 10.00 uur fietsen we  naar het plein en parkeren onze fietsen aan de kant van de Verboden Stad. We gaan eerst naar de overkant naar het Plein van de Hemelse Vrede en moeten daarvoor eerst aansluiten in de rij om onze paspoorten en bagage te laten checken. Het is al heet als we naar het grote gebouw op het plein wandelen. We hebben geen idee wat er te doen is maar er staat wel een lange rij mensen voor te wachten. We lopen naar de andere kant van het gebouw om te kijken of we er van die kant ook in kunnen. Dat blijkt niet mogelijk. Het gebouw heeft maar 1 ingang en 1 uitgang dus lopen we weer terug naar wat de voorkant van het gebouw blijkt te zijn. We sluiten aan in de rij en worden opnieuw gecontroleerd. Het is verboden om rugzakjes en cameratassen mee naar binnen te nemen. Er zit niets anders op dan dat we dan maar om de beurt gaan. Wytze gaat eerst en ik blijf bij de bagage de wacht houden. Er is geen schaduwplekje te vinden en de zon brandt zo op mijn vel dat ik maar een jasje met lange mouwen aan doe. Als Wytze terug is mag ik. Hij vertelt niets over wat hij gezien heeft. Ik loop tussen de dranghekken naar de trappen van het gebouw. Onder bij de trappen staat een grote kiosk waar men bosjes met witte snijbloemen verkoopt en om de meter staat er wel een militair de wacht te houden. Ik voel dat er iets bijzonders in het gebouw moet zijn en sluit aan bij de mensen die naar binnen schuifelen. Bij mijn eerste blik naar binnen realiseer ik me pas dat ik het mausoleum van Mao aan het binnen lopen ben . Ik zie hem dan zelfs opgebaard liggen. Veel tijd om te kijken krijg ik niet want als ik even stil sta om beter zicht op de grote kleine leider te krijgen en om dit toch wel bijzondere moment een plaats te geven wordt me duidelijk gemaakt dat stilstaan verboden is en dat ik door moet lopen. Mensen die onderaan de trap bloemen gekocht hebben mogen ze bovenaan weer inleveren bij mensen die ze bij de tombe neerleggen. Er liggen toch wel heel veel bosjes dus als dat een afspiegeling is van zijn populariteit dan is het maar de vraag of iedereen op de hoogte is van wat er onder zijn bewind allemaal gebeurd is. Bij de uitgang worden er in kraampjes Mao souvenirs verkocht. Het werpt bij mij het beeld van Scherpenheuvel en Lourdes op. Terug bij Wytze blijkt dat we toevallig net op tijd zijn geweest omdat het mausoleum om 12.00 uur gesloten werd.  We slenteren nog wat over het hete plein maar heel veel bijzonders is er eigenlijk niet te zien. Er wordt nog wel gewerkt aan een grote bloemenstruik die daar in verband met een of andere manifestatie gebouwd wordt. Het is zo’n kolossale struik dat er zelfs een hijskraan aan te pas moet komen. Onder de drukke weg door lopen we dan naar de overkant waar de entree is naar de Verboden Stad. Voor we binnen mogen moeten we natuurlijk eerst weer door de scans. Eenmaal binnen klimmen we eerst naar boven de toegangspoort op. Wel weer om de beurt want de rugzak mag weer niet mee. Vanaf het balkon op  de toegangspoort hebben we een prachtig zicht over het plein der Hemelse Vrede dat zich vanwege het scherpe tegenlicht toch nog moeilijk laat fotograferen. Onze tocht door de Verboden Stad kan beginnen. Ik huur nog een headsetje waar een Engelse stem de geschiedenis van het complex aan mij uitlegt. Wytze wil geen headset huren want dat kost geld en hij is nou eenmaal allergisch voor alles wat geld kost. Omdat ik er wel een huur raakt hij wat geïrriteerd en loopt  hij alle kanten op. Samen optrekken en op ons gemak de stad bekijken gaat dus niet lukken. Om hem niet kwijt te raken kan ik de uitleg op de headset niet volledig volgen waardoor ik toch wel veel interessante informatie moet missen en de waarde van het hebben van de headset minder wordt. De hoeveelheid aan tempels en pleinen is indrukwekkend maar dat ze nou echt mooi zijn kan ik ook weer niet zeggen. Mijn kennis van de Chinese geschiedenis is niet voldoende om er meer kleur en inhoud aan te geven en helaas komt de info van de headset nu door de haast van Wytze ook niet tot zijn recht. Ook even relaxed uit puffen op een terrasje zit er niet in. Een drankje mag wel maar dan van een winkeltje of kiosk want dat zal wel goedkoper zijn als op een terras. Ik moet af en toe wel glimlachen als ik merk hoe Wytze me bij de voor mij zo verleidelijke terrasjes weg weet te houden. Hoewel we het kopen van de souvenirs voor morgen op het programma hebben staan duiken we om even uit de hete zon te zijn af en toe even een souvenirwinkeltje in. We voelen beiden wel dat dat nog een vervelende klus gaat worden. Nog een kort bezoek aan de tuin en dan is het tijd om weer terug te wandelen naar onze fietsen. Om 6 uur moeten we terug zijn bij het hotel want dan heb ik afgesproken met Sheng. Na eerst nog wat geld gepind te hebben lukt dat net op tijd. Ik ben er zelfs een beetje zenuwachtig van. Ik heb nog net voldoende tijd om me wat op te frissen voordat Sheng via de App meldt dat ze bij de receptie van het hotel is. Ik haast me ernaar toe en ontmoet een mooie jonge vrouw met opgestoken haar die onmiskenbaar oudstudente Sheng is. Na een korte wat onwennige docent/student omhelzing blijkt dat ze haar ID vergeten is en dus niet verder mee mag naar het hotel of de binnenplaats. We kletsen even en dan ga ik Wytze vragen om naar de receptie te komen en met Sheng kennis te maken en haal ik meteen de fles bier op die ik haar beloofd heb. Het is meteen gezellig. We moeten veel buurten. Om half acht ga ik met Sheng uit eten. Wytze gaat zoals hij al eerder aangegeven heeft niet mee. We gaan naar een restaurant om de hoek dat Sheng al op internet gevonden heeft. We eten er lekker en hebben vooral een heel gezellige avond. Er is zoveel te vertellen dat we af en toe gewoon vergeten om te eten. We vragen aan gasten langs ons of ze een mooie foto van ons willen maken. Als ik om de rekening vraag staat Sheng erop dat zij betaalt en dat doet ze dan heel modern met het scannen van een QR–code met haar mobieltje. Om half 10 breng ik Sheng naar het metrostation en zwaai ik haar uit. Morgenvroeg om 6 uur komt ze al weer naar ons hotel waar een taxi ons op zal pikken om ons naar de bus te brengen die ons naar de Great Wall zal brengen. Sheng heeft deze excursie voor ons geregeld. Ik heb een hele leuke dag gehad.

Dag 127:   Za. 23 September 2017 Peking

Naar de Great Wall

Om kwart over 5 gaat onze wekker af. Ik heb niet best geslapen. De ontmoeting met Sheng speelde nog te veel door mijn hoofd. Om 6 uur staan we mooi op tijd klaar bij de ingang van het hotel. Ook Sheng arriveert even later en neemt ons mee naar de Xisistraat waar de taxi ons op zal pikken. De taxi brengt ons naar een kruispunt waar we nog even moeten wachten op de bus en dan gaan we op weg naar The Great Wall at Mutianyu, op zo ‘n 75 km van Peking . Ik zit langs Sheng en Wytze zit voor ons alleen op de 2-zitsbank. Een meisje links voor ons hoort ons Nederlands praten.  Ze spreekt Wytze aan en vraagt of ze bij ons mag komen zitten. Het is naar later blijkt Amanda Verhoef. Ze zit in een vervelende situatie en vraagt of ze vandaag met ons op mag trekken. Geen probleem natuurlijk. Dan vertelt ze dat ze al een maand als au-pair in Beijing werkt en hoewel ze een contract heeft voor 15 maanden nu al door haar gastgezin aan de kant is gezet. Ze logeert nu in een hostel en voelt zich nogal eenzaam. In Mutianyu moeten we in een speciale bus overstappen en worden we afgezet bij het ticket-office waar we kaartjes moeten kopen voor de kabelbaan. Als onze gids omroept dat we over 3 uur terug moeten zijn voor de lunch reageert Wytze nogal teleurgesteld maar het helpt hem wel om in plaats van te voet naar boven te gaan toch ook maar te kiezen voor mijn voorstel om met de kabelbaan te gaan. We kiezen voor de kabelbaan die ons naar wachttoren 14 moet brengen en zullen vanaf daar over de muur naar wachttoren 23 lopen en weer terug. Volgens onze gids is dit dezelfde route als Obama tijdens zijn bezoek aan China heeft gelopen! Als we met de cabine naar boven gaan zien we hoe steil het wandelpad naar boven gaat en zijn we blij niet te hoeven lopen. Er is vanwege ‘Active Day’ wel een hardloop event bezig. Boven is het ook heel druk vanwege een soort van  aerobic activiteit. Op ons gemak wandelen we over de muur en ik moet zeggen dit doet me toch wel wat. Ik heb het gevoel er nu echt te zijn en wil rustig kunnen genieten van het mooie uitzicht. Wytze vindt het wat moeilijk om  met een groep op stap te zijn en wil laten zien dat het vanwege zijn kennis van Tai Chi wel goed zit met zijn conditie en lichaamsbeheersing. In grote passen loopt hij voor ons uit maar wacht ons gelukkig bij de eerste wachttoren weer op. Ik vind het een prachtige ervaring en loop rustig met de meiden op die ook zichtbaar onder de indruk zijn van het feit dat we op de muur staan. Na de laatste wachttoren van de route, nr. 23 klimmen Wytze en ik nog een half uur verder tot we aangekomen zijn bij het bord: “I have climbed to the peak of the greatwall”.  Deze prestatie doet Wytze duidelijk goed en als een volleerde Tai Chi beoefenaar probeert hij zonder handen te gebruiken in een strakke balans over de steile trappen af te dalen. De trappen zijn soms heel steil en de trede’s ver uit elkaar en daar hebben onze dames die bij de wachttoren op ons hebben staan wachten duidelijk moeite mee. Precies op tijd melden we ons om 13.00 uur na de afdaling met de cabinelift bij het restaurant waar met ons busgezelschap een lunch aangeboden krijgen. We komen aan tafel te zitten bij 3 mannen uit Zambia die helemaal overdonderd raken als we vertellen dat we vanuit Nederland op de fiets naar Peking zijn gekomen. Er moeten dus weer veel foto’s gemaakt worden. Ik wil de kosten die Sheng gemaakt heeft voor de Great Wall excursie aan haar terugbetalen maar daar wil ze net als gisteren bij het eten niets van horen. Wij zijn bij haar te gast en dus zal zij de kosten betalen. Het geeft me wel een schuldgevoel waarvan ik nog niet weet hoe ik daar vanaf moet komen. Op de terugreis naar Peking, die vanwege files veel langer duurt dan de heenreis, is het stil in de bus en ook onze meiden vallen van vermoeidheid in slaap. In Peking aangekomen stappen we uit bij een drukke winkelstraat waar veel souvenirwinkeltjes zijn. We wandelen er doorheen om een beetje ‘n idee te krijgen van wat er allemaal te koop is. We zien opvallend veel poppetjes van een konijn. Sheng legt uit dat het konijn uit een fabel komt waarin vertelt wordt dat het konijn op de maan woont en daar kruiden verzamelt waarmee ze zieke kinderen beter kan maken. Het lijkt wel een beetje op onze Klaas Vaak variant. Van deze fabel is ook het Autumn festival ook Moon festival genaamd afgeleid. We vinden het beiden een mooi verhaal en ik denk dat ik al wel weet naar wat voor souvenirs ik morgen op zoek ga. Met de metro gaan we daarna terug naar het hotel. Sheng legt uit hoe het allemaal werkt dus weten we morgen ook hoe het moet. Op de binnenplaats van het hotel drinken we gezellig nog een biertje dat ik vlug bij het winkeltje verderop in de straat heb gekocht. Een vriend van Sheng die toevallig in de buurt is schuift ook nog even gezellig aan. Hij spreekt heel gebrekkig Engels maar schijnt iets in de muziek te doen. Als Sheng en haar vriend weg zijn gaan Wytze en ik op zoek naar een restaurant. Ik stel voor om weer naar het restaurant te gaan waar ik gisteren met Sheng gegeten heb. Als we de menukaart bekijken hoor ik Wytze al mopperen dat het duurder is dan bij het Koreaanse restaurant waar hij al twee dagen gegeten heeft. Met die gedachte werkt hij zijn bord naar binnen en hoewel ik het weer prima vind blijft hij maar mopperen dat het veel te weinig is en ook nog duurder. Gezellig uit eten met Wytze is zal ons niet overkomen dat is mij na 4 maanden wel duidelijk. Als hij ook nog klaagt dat hij niet ‘zat’ is kan ik me niet inhouden om er toch weer iets van te zeggen en leg hem boos uit dat de definitie van uit eten gaan iets anders is dan een poging om zo goedkoop mogelijk de meeste bouwstoffen binnen te krijgen. En dat ik me heel erg stoor aan zijn allergie voor de hogere prijzen in restaurants en op terrassen. Het is toch logisch dat je daar extra moet betalen voor de voorzieningen van bijv. wc, bediening, sfeer, etc.. Soms trek ik het niet meer en ga steeds meer mijn eigen gang. Buiten dit akkefietje op het einde van de dag heb ik toch een hele mooie dag gehad.

Dag 128:   Ma. 24 September 2017 Peking

Uitstapje naar Tempel – Museum – souvenirs

Hoewel we gisteren nog geoefend hebben om met de metro te reizen wordt dat voor vandaag vrij onverwachts weer aan de kant geschoven. We gaan toch weer met de fiets op pad. Waarom weet ik niet maar het zal toch wel weer met geld te maken hebben denk ik. Ik heb geen trek in een discussie dus okay dan gaan we met de fiets naar het park. Hoewel we entree moeten betalen is dat gelukkig vandaag geen belemmering. Door het mooie park wandelend komen we bij een hoge tempelpoort uit waar we er vanaf kijkend een mooi zicht hebben op de Verboden Stad. In de tempel staan natuurlijk weer de gebruikelijke beelden. Hoewel we die al veel gefotografeerd hebben zetten we deze er ook nog maar bij. We volgen het pad naar een hoge witte pagode die we al van ver en zelfs vanuit de Verboden Stad zagen staan. De pagode staat op een eiland. In het water rondom het eiland drijven veel waterlelies die helaas al zijn uitgebloeid maar die er toch een mooi plaatje van maken. De vijver wordt met e-bootjes en waterfietsen wel heel toeristische uitgebuit waardoor alles bij elkaar toch weer een pretpark uitstraling krijgt. Iets wat de Chinesen toch wel graag doen heb ik het idee. Achter het beeld van een man op een koe gaan we via een trap naar boven. Om de pagode te bezoeken moeten we natuurlijk weer extra betalen. Wytze wil dat natuurlijk niet maar ik loop gewoon naar de kassa en koop een kaartje. Hierdoor bedenkt Wytze zich en gaat toch maar mee naar binnen.  Via de mooie oude pagode loopt het pad verder door het park en komen we op een terras uit met restaurantjes en winkeltjes. Ik heb wel zin om iets te drinken en stel voor om ergens te gaan zitten en iets te bestellen. Dit gaat te ver. Drinken kan maar dan wel uit een flesje dat we in een winkeltje gekocht hebben. Op een betonnen randje langs een terras drinken we ons colaatje op en kunnen we daarna verder met onze wandeling richting de uitgang. We halen de fietsen op en rijden naar het Nationaal Museum aan het Plein der Hemelse Vrede. We beginnen al aardig thuis te raken in het Pekings verkeer. Gelukkig is de entree van het museum gratis. Als ik me daarover verbaas zegt Wytze trots dat hij dat op onze eerste dag in Peking al ergens gelezen heeft en begrijp ik nu ook waarom hij daar zo graag naar toe wil. Het duurt wel even voordat we vervolgens de ingang voor buitenlanders gevonden hebben. Dan komen we in een enorm gebouw waar we helaas geen plattegrond kunnen vinden om uit te kiezen wat we willen gaan bekijken. Dus gaan we maar op goed geluk rondlopen. Er zijn veel zalen met beroemde schrijvers maar ons gebrek aan kennis over deze mensen en dat er geen Engelstalige toelichting is maakt dat we geen idee hebben wat we er mee aanmoeten. Even verder komen we in een zaal met Chinese schilderkunst op zijde. Er hangen zeker wel mooie doeken bij maar het komt qua afbeelding toch wel vaak terug op een kromme boom met een vogel op een tak en een wijze oude bebaarde man. Verder zien we veel vazen en is er een grote hal met Afrikaanse beelden en kunstschatten. Als we in de zaal over politieke leiders komen is het half vijf en worden we gesommeerd om naar de uitgang te gaan. Jammer! Net nu ik het een beetje interessant begin te vinden gaat het museum sluiten. Het museumbezoek is voor mij zeker geen hoogtepunt geworden. Om 5 uur fietsen we bij het museum weg en gaan we op zoek naar de winkelstraat met de vele souvenirwinkeltjes waar we gisteren met Sheng ook al geweest zijn. Zoals verwacht gaan we winkel in en met lege handen weer winkel uit. Eigenlijk weet ik al wel wat ik voor de kinderen wil kopen, nl de blauw/ witte rabbit en die heb ik gisteren al ergens in een winkel zien liggen. Als we bij het winkeltje zijn blijkt dat er ook een tijger, een draak en een olifant variant van het beeldje bestaat. Als de winkeljuffrouw mij uitlegt dat de draak voor bescherming en versterking van de familiebanden staat heb ik mijn keuze snel gemaakt en koop ik dus 3 draken. Voor Peet wil ik een sieraad armbandje kopen of iets met een boeddha. In veel winkels zijn de edelsmeden bezig met het maken van zilveren armbandjes maar ik durf ze niet te kopen omdat ik bang ben dat ze Peet die vrij forse polsen heeft niet zullen passen. Dan valt mijn oog op een Tibetaanse zilveren hanger waarop de 6-woorden mantra gegraveerd is. De mantra klinkt als Ommm-Maaa-Niii-Paad-Meee-Hummm en die moet je je steeds herhalend vanuit je onderbuik zingen. Als je dat doet dan moet dat “vrede en geluk” brengen. Zo, ik ben er tevreden en opgelucht klaar mee. Wytze heeft helaas nog niets kunnen vinden. Hij kan maar niet beslissen. Natuurlijk zit het geld hem dwars maar hij heeft daarbij ook meestal twijfel over de echtheid van het materiaal. Op de eerste verdieping van een fastfood restaurant bestellen we een hamburger. Als ik vraag waar het toilet is sturen ze me de straat op. De restaurants hebben blijkbaar geen eigen toilet en maken gebruik van de openbare toiletten in de straat. Ik loop snel de straat in en vind inderdaad in de aangegeven richting een toiletgebouw. Echt proper is anders en privacy ho maar, maar ik ben mijn overdruk kwijt.  Nadat we bij de fastfooder wat gegeten hebben lopen we snel terug naar de winkel waar ik de draken gekocht heb en koopt Wytze toch ook maar blauw/witte rabbits voor zijn kinderen en kleinkinderen. Het cadeautje voor Catrien wil niet meer lukken vandaag dus dat schuiven we maar door naar morgen. Op de terugweg naar het hotel koop ik nog een lekker flesje bier. Dit drinken ik in de tuin op en leg daarna mijn moeie voeten te rusten in mijn bedje. Ik chat nog even met Sheng met de vraag of ons uitstapje morgen toch nog wel doorgaat. Natuurlijk gaat dat door! Om half 10 spreken we af bij ons hotel. Ik ben benieuwd wat ze voor ons bedacht heeft.

Dag 129:  Di. 25 September 2017 Peking

Uitstapjes naar:
Volkswijk – Lamatempel – Winkelstraat

Iets voor half 10s tuurt Sheng een wechat dat de metro vertraging heeft en dat ze dus iets later komt en of het goed is dat haar vriend vandaag ook meegaat. Natuurlijk is dat goed en om goed 10 uur komen ze samen aangewandeld. Haar vriend heeft voor ons een westerse naam aangenomen en stelt zich voor als Rex. Hij komt uit noord-west China uit een plaats dichtbij de Russissche grens bij Wladiwostok. Het is een aardige jongen maar spreekt gebrekkig Engels dus praat het wat ingewikkeld met hem. Ze hebben voor elk van ons een cadeautje meegebracht! Het  is een van koperdraad gemaakt fietsje. Heel mooi! Ze hebben het gekocht van een dove jongen die ze toevallig gisteren in een winkelstraat bezig zagen. Ik ben er blij mee maar voel me ook steeds lulliger omdat ik nog steeds geen idee heb over hoe ik dit allemaal goed kan maken. Maar wordt me verzekerd ik mag me niet schuldig voelen want wij zijn hun gasten en zij moeten dus voor ons zorgen. We drinken nog een kop Nescafe in  de hoteltuin en gaan dan met de metro in noord-oostelijke richting naar een echte oude volkswijk. Terwijl we door de straatjes langs de kleine grijze terracotta huisjes lopen legt Sheng van alles uit over de betekenis van gebruikte kleuren, versieringen. Volksgebruiken, de manier van leven, de beleving van het geloof etc.. Zo weet ik nu dat de voordeur rood is omdat die kleur boze geesten buiten houdt. Dat sommige affiche en versieringen over nieuwjaarsspreuken gaan. Dat er badhuizen en sauna’s zijn en openbare toiletten. Het leven speelt zich op straat af en niet in het huis. We vragen of ze weet waarom mensen zoals we ergens gezien hebben nepgeld kopen en dat dan verbranden. Blijkbaar doen veel mensen dat en heeft dat te maken met wensen van de mensen voor zichzelf of voor een ander. Het lijkt wel wat op wat wij wel doen met het aansteken van een kaarsje als we bijv. een examen moeten doen of als iemand ziek is. Als je wenst dat het jou of iemand anders financieel beter zal gaan dan zou je dus nepgeld kunnen offeren of een kartonnen auto of een huis van karton. De moeder van Sheng houdt echt geld even tegen een ander leeg papiertje en drukt dan de waarde als het ware over en maakt zo haar eigen nepgeld om de offeren. Voor de lunch gaan we met vieren in een restaurant uiteten en als ik wil betalen is Rex me al weer voor geweest. Hij moet om half 2 gaan werken en heeft meteen maar alles afgerekend. Ik bedank hem bij het afscheid nemen en spreek hem dan nog wat vaderlijk toe door te zeggen dat hij goed voor Sheng moet zorgen en dat hij een goede keuze gemaakt heeft. Na het eten brengt Sheng ons naar een Tibetaanse Lama tempel. Het is een groot complex met veel verschillende tempels. Het hoogtepunt is hier toch wel de zangsessie van een grote groep Tibetaanse monniken, die gezamenlijk met een monotone stem uit een boek lezen en daarbij af en toe onderbroken worden door een belletje en een trommeltje. Sheng zoekt met haar mobieltje razendsnel informatie voor ons op en praat ons constant bij. Mooi! Na het bezoek aan de tempel nemen we de metro naar de winkelstraten ten zuiden van de Zuidpoort van het Plein van de  Hemelse Vrede. Het is een drukke naar grote mooie winkelstraat. Wytze is nog naarstig op zoek naar een cadeautje voor Catrien en loopt winkel in en winkel uit, maar komt maar niet tot een keuze. Dan gaan we eerst maar met z’n drietjes in een simpel restaurantje wat eten. Het smaakt er goed en deze keer mogen we gelukkig wel betalen. Na het eten gaan we met de metro weer terug naar het hotel . Ik haal nog wat bier voor Sheng en mij, Wytze viert zijn laatste avond in Beijing met een kopje thee.  Hoewel we gezellig in de hoteltuin zitten te babbelen is het duidelijk dat iedereen toch wel moe is van dit dagje Beijing. Het afscheid nemen nadert en het is voor mij wel duidelijk dat Sheng daar een beetje tegen op ziet en geen goed moment kan vinden om naar huis te gaan. Als de gesprekjes ook nog wat stil gaan vallen merk ik maar op dat we op tijd naar bed willen omdat we morgenvroeg alles op tijd ingepakt willen hebben. Sheng begrijpt de hint en is blij als ik voorstel om met haar mee te lopen naar het metrostation. Ik vind dat trouwens ook wel prettiger dan om bij het hotel afscheid te nemen.  Al babbelend lopen we naar het metrostation op de hoek van de straat en voelen beiden aan dat er een moeilijk moment aan zit te komen. Voor de metrotrap kijken we elkaar aan en houden elkaar even stevig vast. Sheng moet nu huilen en dan houd ik het ook niet meer droog. Onze afscheidswoorden weet ik niet meer precies maar wel dat ik haar duidelijk heb proberen te maken dat ik haar graag nog een keer in Nederland zou willen ontmoeten en dat ze dan bij ons in huis mag logeren. Ze knikt, en met een laatste ferme afscheidskus zeggen we elkaar vaarwel en dan gaat Sheng de kelder  in en ik weer terug naar het hotel. Onderweg kijk ik nog een paar keer om te checken of ze me toch niet achter na komt. Het was een moeilijk en ook een heel fijn moment. We voelden volgens mij beiden dat we hoewel we elkaar maar heel oppervlakkig kennen toch een fijne band met elkaar hebben en dat die nu waarschijnlijk alleen op afstand nog wat onderhouden kan worden. Terug op het hotel kan ik de slaap niet pakken en vraag ik me af hoe Sheng het afscheid ervaart en wat het toch is wat ons bindt. Zij is de enige student waar ik nog contact mee heb en de enige die mij kerstkaartjes en emailtjes is blijven sturen . Is het uit dankbaarheid omdat ik haar als mentor toen haar vader ziek was wat geholpen heb? Ze heeft het trouwens helemaal niet over haar vader gehad, wel over haar moeder en haar grootouders waar ze een goede band mee heeft en trots over vertelt. De toevallige ontmoeting in Parijs? Haar interesse voor film en theater. De voldoende waardoor ze haar P-diploma haalde??? Mijn belofte om op de fiets naar Beijing te komen nagekomen ben??? Eens zal ik het haar vragen.

Dag 130:  Wo. 26 September 2017
Peking – Capital Airport

Rond 8 uur staan we op. Wytze gaat brood halen wat we even later op de binnenplaats lekker opeten. Sheng heeft al gechat en schrijft dat ze ook nog lang wakker gelegen heeft. Gisteravond heeft ze trouwens nog ‘n  foto gestuurd van haar ‘terrarium’ met een heleboel jonge slakjes. Ze stuurt nog een tweede bericht met de vraag of we het goed vinden als Rex en zij ons op het vliegveld uit komen zwaaien. Wytze vindt het goed dus laat ik haar weten nog wel een keer afscheid te willen nemen. Wytze gaat dan op pad voor zijn laatste poging om toch nog iets voor Catrien te kopen en ik ga mijn fiets al wat klaar maken. Om kwart voor 12 komt Wytze blij terug. Hij is helemaal geslaagd. Hij heeft wel flink in de buidel gemoeten. Zijn strategie: Eerst zoveel geld pinnen als je uit wil geven en dan jezelf verplichten om dat bedrag ook helemaal op te kopen.  Hij heeft zelfs nog een T-shirt gekocht!  Als ik nog wat wil Appen blijkt dat mijn gratis VPN verlopen is. Alleen WeChatt doet het nu nog maar verder niets. Ik moet nog wel naar de jarige Sander bellen. Dan kunnen we eindelijk uitchecken en gaan we op weg naar het gereserveerde hotel op zo’n 2 km van de Airport. Met Maps.me lukt het uiteindelijk wel maar bij sommige viaducten moeten we via wat omweggetjes weer op de goede route terecht zien te komen. Wytze raakt steeds meer in paniek omdat hij nog benzine in zijn flesje heeft zitten en niet weet waar hij dat moet laten. Voor we bij het hotel vertrokken heeft hij daar in de buurt al nagevraagd of hij het ergens achter mocht laten maar niemand wilde het goedje hebben. Nu proberen we het bij benzinestations en garages maar ze willen het nergens hebben. Wytze raakt er overstuur van maar wil het toch ook niet zomaar ergens dumpen in de berm. De bermen langs de weg naar het vliegveld liggen trouwens wel vol met weggegooide huurfietsen. Er zit niets anders op dan het restant aan benzine dan maar met het kooktoestel op de branden. Hotel Hanting vinden we vrij snel en als we daar eenmaal ingekwartierd zijn gaat Wytze met zijn brander naar beneden en stookt daar in anderhalf uur de benzine op. Ik probeer ondertussen mijn bagage al te ontdoen van spullen die ik niet meer nodig zal hebben. In een lawaaierige tent in de buurt eten we onze laatste warme Chinese maaltijd. Ik ben benieuwd hoe vlot het morgen allemaal gaat verlopen met onze bagage en de fiets en hoe het opnieuw afscheid nemen van Sheng zal gaan. Wordt er voor mijn gevoel niet eenvoudiger op.

Dag 131:      Do. 27 September  2017
Beijing Capital Airport – Moskou – Amsterdam – Middelbeers

Deze dag heb ik pas veel later aan mijn dagboek toegevoegd. Wat ik me herinner is dat het uitchecken bij ons hotel meer tijd vergde dan we gepland hadden. De sleutel van het fietsenhok was niet te vinden en niemand scheen te begrijpen dat we haast hadden. Het vliegveld hadden we vrij snel gevonden maar er was geen Engelstalige bewegwijzering dus verspeelden we veel tijd voordat we eindelijk de toegang naar de incheckbalie van de buitenlandse vluchten gevonden hadden. Toen we uiteindelijk bij de toegang aankwamen stonden Sheng en Rex daar al te wachten. Ze hebben zelfs nog wat presentjes voor ons gekocht. Ik ben de hal ingegaan en ben de incheckbalie van onze vliegmaatschappij gaan zoeken. Die was snel gevonden en gelukkig sprak de baliemedewerkster wel een woordje Engels en kon ze me verwijzen naar de balie waar we onze fietsen in moesten checken. Ik spoed me terug naar de ingang om Wytze en onze fietsen op te gaan halen. Afscheid nemen van Sheng en Rex zouden we doen als we ingechecked waren. Hup alle fietstassen in de verzamelzak en de fietsen ingepakt in onze meegenomen zeiltjes. En toen begonnen de problemen. De fietsen werden niet geaccepteerd. Wat er precies allemaal mee mis was was ons niet duidelijk. Er wordt gebeld, op de computer wordt van alles ingetikt en de hoofden worden geschud. We moeten de rij uit en wachten. Maar waarop? Er gebeurt helemaal niets meer hebben we het idee. Wytze is ten einde raad. De tijd dringt en dan plotseling schijnt alles toch goed te zijn. Als we onze fietsen afgeven komt er een juffrouw van de vliegmaatschappij naar ons toegerend en zegt dat we onmiddellijk onze bagage aan moeten bieden want de incheckbalie wordt bijna gesloten. Wytze gooit zijn plunjebaal op de weegschaal. Het alarm gaat af hij moet nog iets met batterijen uit zijn tassen halen wat er niet in mag zitten. Dan bied ik mijn grote tas aan en ook bij mij alarm!! Mijn tas is veel te zwaar. Als ik ‘m zo meeneem moet ik 250 Dollar bijbetalen. Vlug alles weer open en een hoop spullen eruit en in de prullenbak. Tijd om goed te kijken wat ik weggooi heb ik niet dat zien we straks thuis wel. Als uiteindelijk onze bagage via de lopende band naar ons vliegtuig vertrekt worden we omgeroepen om ons onmiddellijk bij de gate te melden want de boardingtime is bijna verstreken. Oh jee.. Sheng en Rex staan nog bij de ingang te wachten om afscheid van ons te nemen ons de cadeautjes mee te geven. Ik twijfel maar durf toch niet meer terug te gaan .. we rennen zo hard we kunnen naar de gate en pffff.. we mogen nog mee. Onze medepassagiers kijken ons aan met een blik van ‘hebben we daar zo lang op moeten wachten’ . Bekaf zakken we in onze stoelen en stuur ik een berichtje naar Sheng met de excuses dat we geen afscheid meer konden nemen maar dat we het wel gehaald hebben. Nog even evalueer ik met Wytze de hectische ochtend en de paniek die zich van ons beiden meester maakte . En dan worden we stil en komt het gevoel naar boven dat ons avontuur ten einde begint te geraken. Het was niet altijd makkelijk maar we kijken toch voldaan en trots terug op wat we de voorbije maanden samen volbracht hebben. In Moskou moeten we overstappen en een paar uur wachten op onze aansluitende vlucht. Vanuit de wachtruimte zien we onze fietsen in het klaarstaande KLM vliegtuig geladen worden. Gelukkig .. onze bagage lijkt ook met ons mee te rijzen. We rijzen met een een groot Nederlands reisgezelschap naar Amsterdam en horen sinds lange tijd hoe meer mensen onze taal spreken. De aankomst op Schiphol is zoals gepland en daar worden we allerhartelijkst verwelkomt door onze partners en kinderen die daar met blije gezichten klaar staan met bloemen en spandoeken. Hierna gaan onze wegen scheiden, Wytze met zijn familie naar het Friese en ik met mijn familie naar het Brabantse land waar we nog lang heel veel te vertellen hebben. Wat een prachtige ervaring!




Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close